Waterstof-subsidie naar het buitenland! Prima.
De Nederlandse regering investeert 700 miljoen euro in 11 nieuwe productielokaties voor groene waterstof. Een flink deel van deze subsidie gaat naar het Franse bedrijf Air Liquide dat waterstof in Rotterdam gaat produceren voor een olieraffinaderij van TotalEnergies in het Belgische Antwerpen. “Oei, daar gaat ons Nederlandse belastinggeld. Linea recta naar grote buitenlandse bedrijven. Is dat geld wel goed besteed?”
Tja, in eerste instantie lijkt het een vreemde keuze. Maar als we iets langer nadenken is er weinig aan de hand. Er zijn wel meer bedrijven die subsidie ontvangen en daarna een deel van de producten naar het buitenland exporteren. Er zijn de afgelopen jaren, via universiteiten, zelfs tientallen veelbelovende start-ups met veel overheidssubsidie opgericht om daarna voor een groot bedrag te zijn verkocht aan buitenlandse bedrijven. En denk ook aan zonneparken die met veel subsidie zijn geplaatst en vlak daarna verkocht aan rijke Chinesen.
De handel, en zeker de energie-business, is internationale handel. Door dat te subsidiëren zal er zeker wel eens vaker Nederlands geld naar het buitenland vloeien. Of de overheid moet daar vooraf duidelijke regels voor opstellen. Maar we willen toch allemaal minder regels?
Paul Bombeld is hoofdredacteur van Waterstof Magazine