
Zuid-Korea: waterstofrijders in de file door problemen met waterstof productie
Er zijn grote problemen bij de bevoorrading van waterstoftankstations in Zuid-Korea. Door een technische storing bij waterstofproducent Hyundai Steel is er te weinig waterstof beschikbaar voor tientallen waterstoftankstations. Automobilisten die rijden op waterstof staan uren in de rij om hun tank vol te gooien. De vraag naar waterstof en het aanbod blijken niet met elkaar in balans. Park Chan-ki, directeur waterstofeconomiebeleid bij het ministerie van Handel, Industrie en Energie verwacht dat de problemen binnen een week zijn opgelost.
De oorzaak van de problemen ligt bij de fabriek van Hyundai Steel die te kampen heeft met technische storingen. Met man en macht wordt er gewerkt om de problemen op te lossen en de waterstofproductie weer te normaliseren. De fabriek van Hyundai Steel geproduceerd ongeveer 3.500 ton waterstof per jaar en voorziet in 20 tot 30% van de vraag in de centrale regio, inclusief het grootstedelijk gebied. Inmiddels hebben 23 waterstoftankstations geen of te weinig voorraad. Bij H2-stations waar nog wel voorraad is staan lange rijen.
De gezamenlijke fabrikanten van waterstof wijzen erop dat de uitgestelde investeringen van de overheid in productiefaciliteiten, en niet alleen maar problemen met de fabriek, deze situatie hebben veroorzaakt. Er heerst in de sector het gevoel dat er eindelijk iets is ontploft. Hoewel het aandeel van de binnenlandse waterstofproductie dat voor transport wordt gebruikt niet groot is, zijn toch problemen ontstaan. Door de handelaren wordt waterstof nog teveel gezien als bijproduct. Daardoor kunnen er problemen ontstaan als slechts één productiefaciliteit het laat afweten.
Volgens het Hydrogen Economy Comprehensive Information Portal is het aantal waterstofvoertuigen tussen 2018 en 2023 met de factor 38 toegenomen tot 33.796 exemplaren. In dezelfde periode is het aantal waterstoflaadstations in het hele land slechts ongeveer vertwintigvoudigd, van 13 naar 255. Per tankstation zijn dat ruim 130 voertuigen.
Eigenaren van waterstoftankstations zijn terughoudend om in deze dure stations te investeren. In Korea kost het bouwen van één waterstoflaadstation ruim 2 miljoen euro, de regering subsidieert tot maximaal 50%.
Lees ook: poshydon-heeft-primeur-met-eerste-groene-waterstoffabriek-op-de-noordzee

Nederland: PosHYdon heeft primeur met eerste groene waterstoffabriek op de Noordzee
Meer dan 15 Nederlandse bedrijven bouwen gezamenlijk de eerste fabriek voor groene waterstof op de Noordzee. Begin 2024 wordt gestart met de bouw van een productielocatie voor waterstof op het operationele gasplatform Q13a-A, dat 13 kilometer uit de kust ligt van de Nederlandse badplaats Scheveningen. Op het platform komt een electrolysers te staan met een vermogen van 1 MW.
De test bestaat uit het optimaal omgaan met een fluctuerend stroomaanbod van energie van windmolens op zee. Met deze energie wordt zeewater opgepompt en gedemineraliseerd. Vervolgens wordt via elektrolyse ongeveer 300 kilo waterstof per dag geproduceerd. Deze kilo’s worden afgevoerd via bestaande aardgaspijpen. Op land wordt de mix waterstof / aardgas weer van elkaar gescheiden.
Het platform wordt nu nog van stroom voorzien via een zeekabel, maar kan eenvoudig worden aangesloten op een windpark. Na twee jaar testen worden de resultaten meegenomen in H2OpZee, een project van 500MW voor de productie van waterstof op zee met stroom uit windparken.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft een Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) subsidie ten bedrage van 3,6 miljoen euro toegekend aan PosHYdon. Het overige benodigde deel van het bedrag wordt door de consortiumpartners gefinancierd. Dit zijn TNO, Nexstep, Neptune Energy, Gasunie, Eneco, DEME Offshore, NOGAT, Noordgastransport, NEL Hydrogen, InVesta, TAQA, Hatenboer, Iv-Offshore & Energy en Emerson Automation Solutions. Partners in het Q13a-A platform zijn: Neptune Energy (operator and 50%), EBN B.V. (40%) en TAQA Offshore B.V. (10%).
Lees ook: forze-hydrogen-racingteam-test-nieuwste-raceauto-op-waterstof-in-zandvoort

Nederland: Forze Hydrogen Racingteam test nieuwste raceauto op waterstof in Zandvoort
Forze Hydrogen Racing, het studententeam van de TU Delft dat gespecialiseerd is in racen op waterstof, heeft haar nieuwste waterstof raceauto op het circuit van Zandvoort getest. De auto maakte de eerste meters op zijn zogenoemde superbatterij, waarna de volgende stap is om het waterstofsysteem in te bouwen. Het team wil met de nieuwe auto, de Forze IX, definitief aantonen dat waterstof een belangrijke rol kan spelen in de energietransitie. Binnenkort zal de duurzame wagen het gaan opnemen tegen conventionele benzine auto's in de Supercar Challenge op het circuit van Zandvoort.
Forze Hydrogen Racing wil mensen inspireren om waterstof te omarmen als duurzamer alternatief voor fossiele brandstoffen, zowel in de racerij als daarbuiten. Dat de waterstofracer niet onderdoet voor ‘normale’ auto’s met verbrandingsmotoren heeft het team al bewezen. In 2019 werd met het vorige model een podiumplek behaald in de Sportklasse van de Supercar Challenge op het circuit van Assen. Het nieuwe model moet deze prestatie gaan overtreffen. Door het verslaan van benzineauto’s hoopt het team een sterk signaal af te kunnen geven. Ze willen ervoor zorgen dat overheden, bedrijven en het algemene publiek waterstof gaan omarmen.
Met de nieuwe auto zetten de studenten een gigantische stap vooruit in de technologie. De nieuwe wagen krijgt twee brandstofcellen, vier elektromotoren en een capaciteit van 8.4kg aan waterstof, waarmee het team sneller en langer wil kunnen rijden dan ooit tevoren. Het team wil zichzelf blijven uitdagen en de grenzen van de technologie verleggen. De Forze IX heeft een piekvermogen van omgerekend meer dan 800 pk, mede door een dubbele brandstofcel en een energiebuffer, bestaande uit meerdere supercondensatoren, die een flinke ‘adrenaline-shot’ kunnen geven.
Juist die supercondensatoren zorgden ervoor dat de auto zijn eerste meters kon maken. Het team focuste zich op het opzetten van een betrouwbare aandrijflijn met als krachtbron de energiebuffer, terwijl het waterstofsysteem tegelijkertijd buiten de auto ontwikkeld wordt. Nu het eerste deel van de auto klaar is, kan de focus worden verschoven naar het optimaliseren en integreren van het waterstofsysteem.
Eva van der Dijs, Team Manager bij Forze Hydrogen Racing, zegt: “Zoveel teamleden hebben door de jaren heen hun hart en ziel in dit project gestoken. De ontwikkeling van de auto heeft ruim vier jaar gekost. Ondanks dat het team veel uitdagingen heeft overwonnen, kijken we met trots terug op de afgelopen tijd. We kwamen veel problemen tegen waar we van tevoren geen rekening mee hadden gehouden. Maar dit hoort er bij als je werkt met zo’n nieuwe technologie, zeker als je doelt op ongeëvenaarde prestaties. Om het dan allemaal uiteindelijk samen te zien komen in deze auto is fantastisch. De volgende stap voor het team is om het waterstofsysteem verder te testen en te integreren in de auto, zodat de waterstofracer het zo snel mogelijk kan gaan opnemen tegen benzineauto’s.”
Forze Hydrogen Racing is een studententeam van de TU Delft dat gespecialiseerd is in racen op waterstof. Het team bestaat uit studenten van verschillende studierichtingen, waaronder werktuigbouwkunde, elektrotechniek, luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en meer. Ze werken samen aan het ontwerpen, bouwen en racen van waterstofauto's.
Het doel van Forze Hydrogen Racing is om de technologie en het bewustzijn rond waterstof als een duurzame brandstofbron te bevorderen. Waterstof wordt gezien als een milieuvriendelijk alternatief voor conventionele fossiele brandstoffen, omdat het geen schadelijke uitstoot produceert en waterstofauto's alleen waterdamp uitstoten als bijproduct.
Lees ook: windcat-bestelt-twee-extra-vessels-met-dual-fuel-waterstoftechnologie

Nederland: Windcat bestelt twee extra vessels met dual fuel waterstoftechnologie
Vervoersbedrijf Windcat breidt haar vloot met schepen die kunnen varen op waterstof verder uit. Het bedrijf heeft een extra order van twee Commissioning Service Operation Vessels (CSOV’s) geplaatst bij Damen Shipyards. Hiermee wordt de CSOV-vloot uitgebreid naar in totaal vijf schepen, met de optie voor een zesde schip. Windcat is Europa's toonaangevende offshore personeelstransferbedrijf, voornamelijk actief in de offshore windsector maar ook in de olie- en gassector.
De Elevation Series CSOV’s, ontwikkeld via een samenwerking tussen Windcat en Damen Shipyards, hebben een baanbrekend ontwerp dat de mogelijkheden en flexibiliteit aanzienlijk vergroot ten opzichte van traditionele schepen. De CSOV’s zijn 87 meter lang, 20 meter breed en bieden plaats aan 120 mensen aan boord. De schepen zijn uitgerust met een ultramodern gangpad, kraan, thrusters, hybride batterijtechnologie en offshore laadmogelijkheid. Het Belgische bedrijf CMB.TECH levert de dual fuel waterstoftechnologie die wordt geïmplementeerd met als doel de CO2-uitstoot van offshore energieproductie en scheepsoperaties te verminderen.
De eerste drie schepen zijn momenteel in aanbouw in Vietnam en zullen in 2025 worden opgeleverd. De oplevering van de twee extra CSOV’s wordt verwacht in het tweede en derde kwartaal van 2026.
Windcat Workboats bezit en exploiteert een groeiende vloot van meer dan 52 offshore crew transfer schepen, met nog eens 5 in aanbouw, voornamelijk in de Europese offshore wind sector, maar ook in de olie en gas industrie en buiten Europa. De indeling en voortstuwing van het schip is geoptimaliseerd om personeel in een veilige en comfortabele omgeving offshore over te brengen. Het vervoeren van personeelsleden naar bouwplaatsen op zee verschuift in de toekomst steeds mee naar emissievrij.
Lees ook: rhein-neckar-verkehr-ontvangt-eerste-waterstofbussen-van-mb-ecitaro

Duitsland: Rhein-Neckar-Verkehr ontvangt eerste waterstofbussen van MB eCitaro
Het bedrijf Rhein-Neckar-Verkehr GmbH, dat het openbaar vervoer in de Duitse regio Mannheim / Heidelberg verzorgt, schakelt over op waterstof. De afgelopen week heeft de vervoerder 's werelds eerste volledig elektrische Mercedes-Benz eCitaro in ontvangst genomen. De bussen met een brandstofcel gaan het personenvervoer verzorgen in de steden Mannheim en Heidelberg. Door een brandstofcel in combinatie met een batterij-pakket te gebruiken krijgen de voertuigen een actieradius tot 400 km.
De officiële overhandiging van de eerste drie Mercedes-Benz eCitaro G-brandstofcelvoertuigen vond plaats op het terrein van het Rhein-Neckar-Verkehr (RNV) aan de Bergheimer Strasse 155 in Heidelberg, in aanwezigheid van dr. Andre Baumann, staatssecretaris bij het ministerie van de Milieu, klimaat en energie van de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. Till Oberwörder, CEO van Daimler Buses, overhandigde de sleutels van de drie eerste voertuigen aan Martin in der Beek, technisch directeur van Rhein-Neckar-Verkehr GmbH, evenals aan prof. dr. Eckart Würzner, burgemeester van de stad Heidelberg.
Naast de drie eCitaro G-brandstofcelvoertuigen zullen medio 2025 achtereenvolgens nog eens 45 eCitaro H2-bussen met identiek ontwerp worden geleverd. 40 van de in totaal 48 voertuigen zullen bestemd zijn voor lijndienst in Mannheim en Heidelberg. De acht andere bussen zullen in Ludwigshafen am Rhein worden ingezet. Daarnaast heeft RNV een besteloptie voor nog eens 27 eCitaro G-brandstofcelvoertuigen, waarmee het totaal aantal H2-voertuigen van RNV indien nodig kan worden verhoogd tot in totaal 75.
RNV heeft zich ten doel gesteld om in 2032 het gehele wagenpark in de metropoolregio Mannheim-Ludwigshafen-Heidelberg om te bouwen naar lokaal emissievrij rijden. De volledig waterstof-elektrische bussen van Mercedes leveren hieraan een belangrijke bijdrage. Om deze ambitieuze doelstelling te verwezenlijken krijgt RNV steun via de financieringsprojecten H2Rhein-Neckar en H2Rivers, waarin de dagelijkse toepasbaarheid van waterstof- en brandstofceltechnologie in de mobiliteitssector wordt onderzocht en getest in de dagelijkse praktijk.
Voordat de nieuwe eCitaro G brandstofcel-elektrische gelede bussen in de lijndienst in het werkgebied van RNV worden ingezet, zullen ze tot begin 2024 eerst een testperiode doorlopen. Naast het instrueren en intensief trainen van chauffeurs zal RNV onderzoeken hoe de bussen het meest optimaal in de dienstregeling kunnen worden ingezet.
De driedeurs waterstof-elektrische bussen met brandstofcel range extender beschikken ieder over vier accupakketten met de nieuwste generatie lithium-ion accu’s (NMC3) en een accucapaciteit van 392 kWh per voertuig. Ze vormen de basis van de stroomvoorziening. De waterstofvoorziening van de 60 kW-brandstofcel wordt verzorgd door zes H2-cilinders, elk met een inhoud van vijf kilogram, die op het dak van het voertuig zijn geïnstalleerd.
Lees ook: taxi-s-op-waterstof-in-berlijn-rijden-in-een-jaar-al-twee-miljoen-kilometer

Duitsland: taxi’s op waterstof in Berlijn rijden in één jaar al twee miljoen kilometer
Het gaat goed met de taxi’s op waterstof in Berlijn. Een jaar na de start van het project ‘H2 Moves Berlin’ hebben de voertuigen al meer dan 2-miljoen kilometer afgelegd en 150-duizend ritten verzorgd. Binnen het emissievrije vervoersproject werken Toyota Duitsland, Anglo American en de SafeDriver Group-ENNOO samen met als doel de dagelijkse geschiktheid van voertuigen op waterstof bewijzen. Sinds eind 2022 rijdt een vloot van 115 Toyota Mirai FCEV’s door de Duitse hoofdstad
Anglo American is een bijzondere partner in het project. “Waterstofbrandstofcellen zijn een sleuteltechnologie voor emissievrije elektrische voertuigen, die we nodig hebben om het transport koolstofvrij te maken”, verklaart Benny Oeyen van de Platinum Group Metals, bij Anglo American de deelname. “Als toonaangevende producent van platina dat gebruikt wordt in brandstofcellen, willen we de acceptatie van waterstofaangedreven mobiliteitsoplossingen in de hele sector ondersteunen. Wij zijn van mening dat FCEV's bijzonder geschikt zijn voor wagenparken, zoals taxi's en bussen, maar ook voor zware vrachtwagens die een actieradius en snelle tanktijden nodig hebben zonder het gewicht van batterijen. Tegelijkertijd bieden ze verlichting voor de onder druk staande toeleveringsketens van batterijmineralen en dragen zo bij aan de stabiliteit en duurzaamheid van het aanbod.”
“Voor Toyota opent H2 Moves Berlin een nieuw hoofdstuk voor emissievrije mobiliteit met waterstof”, voegt André Schmidt, president van Toyota Duitsland, toe. “Met dit proefproject breiden we niet alleen het aanbod waterstofaangedreven brandstofcelvoertuigen in de Duitse hoofdstad uit, maar laten we ook zien hoe geschikt en efficiënt modellen zoals de Toyota Mirai zijn voor dagelijks gebruik, vooral in het commerciële personenvervoer. H2 Moves Berlin bewijst dat alternatieve aandrijflijnen en dagelijks gebruik hand in hand gaan. Ik ben heel blij dat Toyota kan bijdragen aan dit vlaggenschipproject”, zegt hij.
Naar een jaar rijden met de taxi’s op waterstof is ook het vervoersbedrijf tevreden. “Onze passagiers zijn nu al enthousiast over de duurzame en comfortabele mobiliteitservaring met waterstof”, zegt Thomas Mohnke, Senior Executive Partner van de SafeDriver Group. “De chauffeurs waarderen de combinatie van de rijprestaties van een elektrische auto met de actieradius en tanksnelheid van een verbrandingsmotor. Als wagenparkbeheerder die de stilstand van auto’s tot een minimum wil beperken en tegelijkertijd emissievrije mobiliteit wil bieden, zijn waterstof-elektrische voertuigen eenvoudigweg zinvol.”
De Toyota Mirai taxi’s in Berlijn zijn te boeken via de Uber app door de optie “Comfort Electric – Premium Hydrogen / Electric Vehicles” te selecteren.
Lees ook: amsl-aero-krijgt-subsidie-voor-verticaal-opstijgend-luchtvoertuig-op-waterstof

Australië: AMSL Aero krijgt subsidie voor verticaal opstijgend luchtvoertuig op waterstof
Goed nieuws voor AMSL Aero in Australië. De startup uit Sydney die zich richt op emissievrije luchtvoertuigen krijgt van de Australian Renewable Energy Agency subsidie om het Vertiia eVTOL-vliegtuig om te zetten van batterijen naar waterstof. Volgens AMSL Aero zal de nieuwe aandrijflijn van de Vertiia het mogelijk maken om 1.000 km af te leggen op één tank waterstof. Dit komt overeen met vier keer de actieradius van het batterij-elektrische model. Het subsidiebedrag is 3,3 miljoen euro, het hele onderzoek naar de waterstoftoepassing kost bijna 6.5 miljoen.
Het nieuwe toestel wordt uitgerust met acht verticaal uitgelijnde rotoren die zorgen voor het verticaal opstijgen. Op hoogte schuiven de rotoren dan geleidelijk naar voren om over te gaan naar een kruisvluchtmodus, in een positie die lijkt op die van een vliegtuig. Volgens onderzoek van de startup kan het vliegtuig op waterstof straks vier passagiers of 500 kg vracht kunnen vervoeren. Bij gebruik voor medische missies biedt het vliegtuig plaats aan één patiënt en drie medische stafleden.
Het subsidiegeld wordt besteedt aan het verder ontwikkelen van het start- en landingssysteem, de waterstofopslagtank en het brandstofcelsysteem. Het project omvat verder de bouw van een prototype van een vliegtuig , testvluchtdemonstraties en het verkrijgen van certificering bij de Civil Aviation Safety Authority ( CASA ) voor vliegtuigen op waterstof.
AMSL Aero verwacht dat de op waterstof aangedreven Vertiia tot 1000 km kan vliegen en een goedkoper alternatief zal bieden in vergelijking met helikopters en andere lichte vliegtuigen voor stedelijke of regionale toepassingen.
Foto: een volwaardig prototype van AMSL Aero op batterijen voltooide afgelopen februari verschillende succesvolle zweeftests
Lees ook: hyundai-ontwikkelt-waterstofverbrandingsmotor-met-hoog-rendement

Zuid-Korea: Hyundai ontwikkelt waterstofverbrandingsmotor met hoog rendement
In Zuid-Korea is een groep onderzoekers erin geslaagd een volledig functionele waterstofverbrandingsmotor te ontwikkelen. De specialisten van de Mechanical Research Institute en de Hyundai Motor Company injecteerden gasvormige waterstof rechtstreeks in de verbrandingskamer van een bestaande hybride Hyundai-automotor.
Waterstof is een koolstof-vrije brandstof. Dit is de reden waarom steeds meer experts op H2 vertrouwen als brandstof om de voertuigen van de toekomst van energie te voorzien. Naast dat waterstof via de brandstofcel kan worden omgezet in elektriciteit, kan waterstof ook worden gebruikt als brandstof om direct een motor te laten draaien. Het concept heeft echter zijn grenzen. De hoeveelheid lucht die de verbrandingskamer instroomt, neemt af vanwege de ruimte die wordt ingenomen door het waterstofgas. Bovendien zijn de prestaties verre van bevredigend vanwege het backfire-fenomeen veroorzaakt door brandstofinjectie.
Met een nieuw ontwerp beweert het Zuid-Koreaanse onderzoeksteam erin te zijn geslaagd een waterstofmotor te ontwikkelen die alle bestaande problemen overwint. Bij het nieuw ontwikkelde prototype is niet alleen het backfire-probleem opgelost, maar heeft de motorook een hoog thermisch rendement. Het biedt ook een compressiesnelheid die veel hoger is dan die van eerder ontworpen modellen. Om dergelijke resultaten te bereiken, creëerden de bij het onderzoek betrokken experts een ingenieus systeem om waterstof onder hoge druk rechtstreeks in de verbrandingskamer te injecteren.
Volgens de verklaringen bereikt de druk die wordt gebruikt om het gas in de motorruimte te brengen, waar de verbranding plaatsvindt, 30 bar. Dankzij de toevoeging van een turbocompressor zijn de prestaties zo hoog dat deze zich kunnen meten met die van een conventionele verbrandingsmotor. De motor heeft een uitstoot van kooldioxide en fijnstof die 90% tot 99% lager is dan bij een benzinemotor .
Bovendien stoot de nieuwe waterstofmotor minder stikstofoxide uit dan 15 ppm, zelfs zonder nabehandeling om het uitlaatgas te zuiveren. “De nieuw ontwikkelde waterstofmotortechnologie is een directe, kosteneffectieve technologie die kan helpen fossiele brandstoffen, die momenteel worden gebruikt als primaire energiebron voor voertuigen, te vervangen door koolstofvrije waterstof”, meldt hoofdonderzoeker Young Choi vanuit Zuid-Korea
Lees ook: eerste-proefvaarten-van-eerste-nieuwbouw-binnenvaartschip-succesvol

Nederland: eerste proefvaarten van eerste nieuwbouw binnenvaartschip succesvol
Scheepsbouwer Concordia Damen meldt dat de eerste proefvaarten van ‘s werelds eerste nieuwbouw binnenvaartschip dat vaart op waterstof succesvol verlopen. Het schip heeft enkele proefvaarten gemaakt op de Merwede bij Gorinchem en was afgelopen week in Duisburg. Daar heeft koning Willem-Alexander, die de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen bezocht, tijd vrijgemaakt om het unieke schip te bekijken.
Het karkas van het drogeladingschip met de naam Antonie is gebouwd in China. Sinds begin dit jaar wordt er in Werkendam op de werf van Concordia Damen gewerkt aan de inrichting en opbouw van het schip. De grootste uitdaging is het installeren van een betrouwbaar brandstofcelsysteem, zodat het schip emissievrij z’n lading kan vervoeren.
Het Nederlandse bedrijf Lenten Scheepvaart zal de geschiedenis ingaan als eigenaar van 's werelds eerste nieuwbouw binnenvaartschip op waterstof. Hiermee zet de rederij een nieuwe standaard. Een belangrijke stap richting emissievrij vervoer op de Nederlandse binnenwateren. Op 23 oktober vonden de technische proefvaarten plaats, waarbij het schip werd geïnspecteerd door Lloyd's Register en een voorlopig certificaat kreeg om in de vaart te worden genomen. Bart van Driel, projectmanager bij Concordia Damen, was erbij. Omdat de waterstofcontainers, die naar verwachting eind dit jaar arriveren, nog niet aan boord zijn geïnstalleerd, kon de volledige aandacht worden besteed aan het testen van het geavanceerde dieselelektrische voortstuwingssysteem.
Van Driel: “De brandstofcel gaat straks na de installatie van het verdeelbord en de plaatsing van de waterstofcontainers dienen als energieleverancier voor de accupakketten. De brandstofcel zelf, die waterstof omzet in elektriciteit, is al aan boord geïnstalleerd Als het verdeelbord eenmaal is afgeleverd, is het alleen nog een kwestie van het op maat maken en vervaardigen van de laatste stukken leidingwerk en het afstellen van de brandstofcelinstallatie zelf. De dieselgenerator wordt dan niet meer gebruikt en de Antonie vaart dan op waterstof geheel emissievrij."
Pieter Baggerman, Naval Architect bij Concordia Damen en nauw betrokken bij het innovatieve scheepsontwerp: “We kijken ernaar uit dat de Antonie voor het einde van het jaar haar eerste volledig emissievrije kilometers kan varen.”
Het drogeladingschip zal zout vervoeren voor Nobian, vanuit Delfzijl in het noorden van Nederland naar de fabriek van Nobian in de Botlek bij Rotterdam. Het bedrijf maakt van dit zout onder meer chloor-alkali, met waterstof als restproduct. De waterstof die vrijkomt bij het productieproces van chloor-alkali zal straks de schone brandstof vormen voor de Antonie. Een schoolvoorbeeld van een circulaire keten. Met drie waterstofcontainers aan boord heeft mevrouw Antonie straks voldoende energie beschikbaar voor volledig emissievrij vervoer tussen Delfzijl-Rotterdam-Delfzijl. In Delfzijl is inmiddels een waterstofbunkerstation gebouwd.
De Antonie wordt gebouwd binnen het WEVA-project. Het WEVA-project is een gezamenlijke inspanning van Concordia Damen Shipbuilding in samenwerking met onder meer CCM3, Nedstack Fuel Cell Technology, Nobian, Energy TransStore, NRPC en opdrachtgever Lenten Scheepvaart. De realisatie ervan wordt mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Lees ook: toyota-test-personenbus-met-waterstof-verbrandingsmotor-in-melbourne

Australië: Toyota test personenbus met waterstof-verbrandingsmotor in Melbourne
De Japanse autofabrikant Toyota start een proef met een nieuwe waterstofauto in Australië. De komende vier maanden gaan een bouwbedrijf en een beveiligingsbedrijf rijden met een prototypeversie van de bestelwagen HiAce. Het voertuig heeft geen brandstofcel, maar een waterstofverbrandingsmotor die rijdt op gasvormige waterstof. De test vindt plaats in en rond de miljoenenstad Melbourne waar ook Toyota’s Hydrogen Center is gevestigd.
De nieuwe bedrijfswagen op waterstof is bestemd voor het personenvervoer en heeft twaalf zitplaatsen. Het H2-prototype wordt aangedreven door een 3,4-liter twin-turbo V6-motor die is aangepast om op waterstof in plaats van op benzine te rijden. De motor is geen onbekende op de Australische markt. De benzine-versie wordt momenteel gebruikt in de Lexus LX 600 in Australië en in de Toyota LandCruiser 300-serie in andere landen. Toyota meldt dat er weinig aanpassingen nodig zijn om de motor van vloeibare benzine over te zetten op gasvormige waterstof. De belangrijkste aanpassing zit bij de injectie. Het prototype van de HiAce is de eerste waarbij Toyota waterstofverbrandingstechnologie toepast op een motor met meer dan drie cilinders.
In de wagen voor personenvervoer zitten drie waterstoftanks. Dit zijn dezelfde die gebruikt worden in de Toyota Mirai. In de tanks kan in totaal 5,6 kilo waterstof onder 700 bar. Opmerkelijk is de actieradius in vergelijking met de Mirai. De laatste rijdt 650 km op een volle tank, de HiAce-personenbus slechts 200, volgens opgave van Toyota. Dit betekent in theorie dat het Hydrogen HiAce-prototype tijdens het rijden drie keer zoveel waterstof verbruikt als de Mirai. De Japanse autofabrikant meldt te werken aan verbeteringen.
De Japanse autofabrikant heeft de technologie voor een verbrandingsmotor binnen de autosport ontwikkeld met een aangepaste GR Yaris 1,6-liter driecilinder turbomotor. Daarnaast is waterstofaangedreven driecilindermotor ook in een reguliere Corolla Cross SUV geplaatst.
Toyota heeft voor de HiAce gekozen als proefvoertuig, omdat de bedrijfswagen de mogelijkheid biedt om de verbrandingsmotor voorin te plaatsen en de drie waterstofbrandstoftanks onder de vloer.
Het eerste bedrijf dat de Hydrogen HiAce-prototype inAustralië gaat testen is CPB Contractors, een van de toonaangevende ontwerpers en bouwers van grootschalige infrastructuur in Australië. Het bedrijf gaat het voertuig inzetten om werknemers naar projectlocaties in Melbourne te vervoeren. De komende maanden komen er nog zeven gelijke voertuigen bij, om te testen op de Australische markt.
Lees ook: eerste-woningen-wagenborgen-deze-week-aangesloten-op-waterstofnetwerk

Nederland: eerste woningen Wagenborgen deze week aangesloten op waterstofnetwerk
De eerste woningen in het Groningse dorp Wagenborgen zijn maandag 20 november aangesloten op het nieuw ontwikkelde waterstofnetwerk van de pilot-waterstofwijk Wagenborgen. De huizen uit de jaren ’70 worden voortaan verwarmd door een hybride warmtepomp op waterstof en warm tapwater opgewarmd met waterstof. Deze unieke combinatie wordt voor het eerst toegepast. De komende weken gaan er 33 woningen van het aardgas af en over op groene waterstof. Vanaf het Waterstof Ontvangst Station (WOS) bij Eelshuis Energie in Siddeburen krijgen deze huizen waterstof via een waterstofnetwerk geleverd.
Netbeheerder Enexis gebruikt zijn gasnetten in de toekomst niet meer voor aardgas. Waterstof is een veelgenoemd alternatief voor aardgas en zou via het bestaande gasnet getransporteerd kunnen worden. Waterstof heeft daarmee de potentie het gasnet een nieuw leven te geven. Bram Gerrist, directeur Innovatie & Ontwikkeling Enexis is blij met de test in Wagenborgen. “We leren hier hoe waterstof veilig te distribueren door bestaande gasleidingen. Dat doen we met lage en hoge druk om te leren hoe dat werkt voor woningen en industrie. Als het ons hier lukt, lukt het ons overal.”
Naast vele theoretische onderzoeken laat Enexis met de pilot in Wagenborgen ook zien dat het in praktijk ook kan. De afgelopen jaren is hard gewerkt om dit mogelijk te maken. De benodigde infrastructuur is aangelegd en de sociale huurwoningen van woonstichting Groninger Huis zijn naar label B verduurzaamd door middel van isolatie, zonnepanelen en een hybride warmtepomp. De woningen zijn voorzien van een speciale waterstofketel van Intergas.
“Deze pilot is een mooi voorbeeld van hoe de hybride route er in de praktijk uitziet”, aldus Peter Cool, technisch directeur van Intergas. “Met een hybride warmtepomp bespaar je tot wel 70 of 80% op je gasverbruik. In dit project vervangt de waterstofhybride de restvraag naar gas volledig door groene waterstof. Het is dus een eindoplossing voor de verduurzaming van woningen.”
Aannemer in de ondergrondse infratechniek Baas BV, is eind vorig jaar begonnen met de aanleg van het lokale distributienetwerk en het Waterstof Ontvangst Station in Siddeburen. Voor de distributie van de waterstof wordt deels gebruikgemaakt van het bestaande gasnetwerk. Bij Eelshuis Energie, een agrarisch bedrijf in Siddeburen, wordt de groene waterstof ingevoed. Energieleverancier Essent zorgt voor de aanlevering van de waterstof. Dit vindt nu nog plaats met speciale vrachtwagens. In een volgende fase van het project is het de bedoeling om de groene waterstof ook op de boerderij te produceren met een elektrolyser, gevoed door lokale zonne- en windenergie.
Wagenborgen is één van de consumenten pilots waar Essent aan deelneemt. Maarten Moolhuysen, directeur waterstof Essent: “Voor een kleine 10-20 procent van de (met name oudere) woningen in Nederland is volledige elektrificatie of een warmtenet geen goede vervanging van het gebruik van aardgas. De stappen die we nu zetten met duurzame gassen, bieden mogelijk belangrijk perspectief voor de toekomst. We zijn dan ook heel trots dat we in deze woonwijk echt van start zijn en de mijlpaal van het daadwerkelijk ondertekenen van een contract voor de levering van waterstof hebben bereikt.”
Aardgasvrij wonen Laura Broekhuizen (directeur-bestuurder Groninger Huis): “Meer dan ooit is het van belang om afscheid te nemen van aardgas als energiebron voor verwarming. De huidige energiecrisis maakt dit duidelijk, maar ook de gevolgen van de aardgaswinning in Groningen. Een betere provincie om dit pilotproject uit te voeren dan Groningen is er dan ook niet. In 2050 moeten ten slotte alle woningen in Nederland van het aardgas af zijn. Ik denk dat we met dit bijzondere project een veelbelovende stap zetten om daarin te slagen.”
Lees ook: topsporters-zijn-voor-missie-h2belangrijke-ambassadeurs-in-binnen-en-buitenland

Nederland: topsporters zijn voor Missie H2 belangrijke ambassadeurs in binnen- en buitenland
MissieH2, de Nederlandse organisatie die waterstofontwikkelingen onder de aandacht brengt van een groot publiek, werkt met topsporters als ambassadeur. “Zij begrijpen als geen ander de vasthoudendheid van waterstofpioniers”, zegt Michiel Bal van de Gasunie tegen Waterstof Magazine. “Om de uiteindelijke doelen te bereiken is ongelofelijk veel inzet nodig. Dat kost tijd, tijd en nog eens tijd. Topmensen in het bedrijfsleven kennen die uitdaging en voor topsporters geldt datzelfde. Je moet er meer dan 100% voor gaan.” Met de inschakeling van Olympisch kampioenen maakt Missie H2 veel indruk in binnen- en buitenland.
Missie H2 brengt waterstof onder de aandacht tot aan de Olympische Spelen in Parijs in de zomer van 2024. Hiervoor is een samenwerking aangegaan met Olympisch kampioenen Marit Bouwmeester, Kiran Badloe en Ranomi Kromowidjojo. Als een teams van ambassadeurs treden zij de komende maanden naar buiten. En dat niet alleen als leuk plaatje, de ambassadeurs hebben zich allemaal vooraf goed in de materie verdiept. Zo heeft Ranomi Kromowidjojo eerst een waterstof Masterclass gevolgd, laat ze onze redactie weten. Daarop volgde een uitgebreide route door Noord-Nederland en met heel veel informatie over waterstof. Pas toen werd haar duidelijk hoe Nederland ervoor staat. Gedurende het leerproces werd ze alleen maar enthousiaster. Ranomi: “Wat gebeurt er al veel op het gebied van waterstof, dat moeten véél meer mensen weten!"
Missie H2 wil de komende jaren van Nederland hét Waterstofland maken. Binnen Missie H2 werken de Gasunie, Groningen Seaports, Shell, Remeha, Port of Amsterdam, Eneco, Toyota Nederland, Vopak, NOC*NSF en TeamNL samen.
Foto: Tijdens het jaarlijkse energiesymposium ‘Wind Meets Gas’ in de Martinikerk in Groningen reikt Ranomi Kromowidjojo (links) een Waterstofmedaille uit aan de CEO van ENGIE Nederland, Pierre Devillers.
Lees ook: fabriek-voor-groene-waterstof-in-heide-geannuleerd-wettelijk-kader-ontbreekt

Duitsland: fabriek voor groene waterstof in Heide geannuleerd, wettelijk kader ontbreekt
Teleurstelling in de Noord-Duitse stad Heide. De verduurzaming van de plaatselijke olieraffinaderij met groene waterstof uit een eigen elektrolyser gaat niet door. De drie bedrijven Raffinaderij Heide, Ørsted Duitsland en Hynamics Duitsland gaan geen waterstoffabriek bouwen. De hoge bouwkosten van de 30 MW electrolysers zijn het grootste probleem.
Het project wordt sinds 2020 deels gefinancierd door het landelijke ministerie van Economische Zaken als onderdeel van het programma ‘Real Laboratories of the Energy Transition’ met een totaalbedrag van 36 miljoen euro. Het vergroeningsproject werd beschouwd als een van de vlaggenschipprojecten van de landelijke waterstofstrategie.
‘De productie van groene waterstof heeft geen zin, vooral vanwege de hoge investeringskosten en de daarmee samenhangende economische risico’s’, aldus het persbericht. ‘Ondanks de financiering is het langdurig exploiteren van de fabriek voor de productie van groene waterstof op industriële schaal economisch niet rendabel’.
Minister van Milieu Tobias Goldschmidt van de partij de Groenen nuanceert het mislukken van het waterstofproject. “Er wordt slechts een klein onderdeel van een project in Heide geannuleerd, maar het grote elektrolyseproject genaamd ‘Hyscale 100’ gaat gewoon door. De deelstaatregering staat er volledig achter. ‘Hyscale 100’ is ruim drie keer groter dan het nu geannuleerde ‘West Coast 100’ en wordt beschouwd als een project voor de hele regio. Het was een optimistische boodschap van de milieu-minister, want ook Hyscale 100 bevindt zich nog in de planningsfase.
De directeur van de Heide-raffinaderij (foto), Roland Kühl, is teleurgesteld maar blijft strijdvaardig. “Het doel is nog steeds om de raffinaderij koolstofvrij te maken, de ontwikkeling van een groene waterstofeconomie aan de noordkust speelt hierin een grote rol.”
Stadtwerke Heide, onderdeel van de gemeente, wilde als regionale energieleverancier inhaken op het project West Coast 100. Onder de naam ‘Groene Verwarming’ zou in een wijk in Heide groene waterstof worden gemengd met aardgas. De groene waterstof moest dan via een pijpleiding vanaf de raffinaderij het proefgebied worden getransporteerd. “Het besluit om de waterstoffabriek niet te bouwen betekent ook het einde van het groene warmteproject van het gemeentelijk nutsbedrijf”, zegt Andreas Hein, voorzitter van de raad van toezicht van Stadtwerke Heide. Hij is zichtbaar teleurgesteld: “Ik ben boos op de landelijke overheid omdat in 2020 de waterstofstrategie is ondersteund met in totaal zeven miljard euro aan financiering om projecten zoals die hier in Heide te bevorderen. Het wettelijke kader voor deze projecten bestaat nog steeds niet.” Wat hem vooral boos maakt, is dat de problematiek van groene waterstof in principe niet verder is dan drie jaar geleden.
Lees ook: eneco-presenteert-plannen-voor-gigantische-waterstoffabriek-in-rotterdam

Nederland: Eneco presenteert plannen voor gigantische waterstoffabriek in Rotterdam
Energiebedrijf Eneco wil een grote waterstoffabriek bouwen in de Rotterdamse haven. Alle vergunningsaanvragen zijn inmiddels ingediend en als deze positief worden doorlopen kan in 2026 met de bouw van de fabriek worden begonnen. Drie jaar later wordt dan de eerste waterstof geproduceerd. Eneco denkt dat de eerste waterstof geleverd zal worden aan industriële afnemers.
De fabriek komt te staan in de Europoort, tegen de Maasvlakte aan. Op deze locatie staat al een elektriciteitscentrale van Eneco, de nieuwe waterstoffabriek komt daarnaast. De waterstoffabriek zal 'klein beginnen', maar uiteindelijk uitbreiden naar in ieder geval 800 megawatt. De productie is ook afhankelijk van de vraag van de industrie, vertelt een woordvoerder. "Er is al veel industrie in de Europoort en de Maasvlakte die waterstof gebruikt, zowel als grondstof als brandstof. Dat moet alleen maar meer worden." Het energiebedrijf zal bij de bouw van de waterstof gaan samenwerken met het Japanse moederbedrijf Mitsubishi.
De waterstoffabriek gebruikt elektriciteit om water te splitsen in waterstof en zuurstof. Eneco zal hiervoor groene stroom gebruiken uit zonnevelden op land en windparken op de Noordzee. De waterstoffabriek krijgt uiteindelijk een vermogen van 800 megawatt. Nederland heeft als doel om in 2030 een productiecapaciteit van 4 gigawatt voor groene waterstof te hebben gerealiseerd. "De waterstoffabriek is nog maar een deel daarvan, maar het is wel echt nodig als we de industrie willen voorzien."
Lees ook: bio-energy-netherlands-claimt-wereldprimeur-met-waterstof-uit-biowaste

Nederland: Bio Energy Netherlands claimt wereldprimeur met waterstof uit biowaste
Het bedrijf Bio Energy Netherlands meldt dat in de haven van Amsterdam de eerste pure waterstof gewonnen is uit biowaste. Dit is houtafval dat nergens anders meer voor gebruikt kan worden. De gewonnen waterstof heeft een zuiverheid van 99,999% en is daarmee geschikt om direct in brandstofcellen of chemische processen gebruikt te kunnen worden. Volgens Bio Waste Netherlands is dit een wereldprimeur.
De installatie van het bedrijf maakt louter gebruik van niet-recyclebaar lokaal en regionaal afvalhout uit een straal van maximaal 150 kilometer rond Amsterdam, waaronder snoei-afval, dat geen andere mogelijke bestemming heeft. Door dit middels vergassing te converteren naar waterstof in plaats van te verbranden, wordt ruim 99% minder stikstof uitgestoten, terwijl er bij het vergassingsproces überhaupt geen fijnstof vrijkomt.
Omdat de CO2 die tijdens het omzettingsproces naar waterstof vrijkomt wordt afgevangen, leidt dit tot negatieve emissies. De afgevangen CO2 kan vervolgens worden ingezet in bijvoorbeeld de tuinbouw, door brouwerijen, in de chemie, in e-fuels of worden opgeslagen. Zo kan er in totaal 65.000 ton CO2 per jaar worden bespaard.
Middels een gepatenteerde vergassingstechniek van Net Zero Hydrogen is het mogelijk om syngas met een extreem laag teergehalte op commerciële schaal te produceren. Hierna wordt het syngas respectievelijk gecomprimeerd, verhit en wordt er stoom aan toegevoegd, waarna een lage temperatuur water-gas shift reactor ervoor zorgt dat de CO reageert met de stoom om waterstof en CO2 te produceren.
Met de toevoeging van een module voor drukwisseladsorptie, met een filter dat op álle gassen, waaronder CO2, behalve waterstof reageert, wordt de CO2 vervolgens afgevangen waarna alleen pure waterstof overblijft.
De installatie in Amsterdam, kan uitgebreid worden naar 6 vergassingsreactoren met ieder een maximaal vermogen van 6MW. Dankzij de modulaire opbouw kunnen ook grotere projecten ontwikkeld worden.
Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en het AKEF (Amsterdams Klimaat & Energiefonds).
Lees ook: unieke-melktankauto-op-waterstof-rijdt-bijna-24-uur-per-etmaal

Nederland: unieke melktankauto op waterstof rijdt bijna 24 uur per etmaal
Een bijzondere toepassing van zware mobiliteit op waterstof in Nederland. Een tankauto die melk ophaalt bij boeren bedrijven doet dat geheel emissievrij en bijna 24 uur per dag. Het voertuig is geproduceerd door Holthausen Clean Technologie in Hoogezand, is eigendom van transportbedrijf Baas in Blijham en wordt ingezet voor zuivelcoöperatie FrieslandCampina.
Een melkwagen op waterstof is niet alleen uniek, maar ook de inzet van het voertuig is enorm. De truck wordt ingezet voor de zogeheten RMO, de Rijdende Melk Ontvangst. In ploegendienst wisselen chauffeurs elkaar af, maar liefst 22 uur per etmaal. Theo Scheepstra, die al enkele jaren bij Baas werkt is een van de chauffeurs op de H2-truck: “Ik denk dat we ongeveer 220- duizend kilometer per jaar rijden met deze vrachtauto”, zegt hij op de regionale omroep RTV Noord. “Dat is dus bijna 900.000 kilometer in vier jaar. Dat is veel, ja. En we kunnen tot 34.000 liter melk vervoeren in de tank. Dat is ook een zware belasting voor de waterstofaandrijving.”
De leverancier van de waterstoftruck, Holthausen Clean Technologie in Hoogezand beschouwt die zware belasting als een buitenkans. Het voertuig hangt dan ook vol met meetapparatuur. “We kunnen nu in relatief korte tijd allerlei technische data verzamelen”, zegt directeur Carl Holthausen. “Verbruik, gemiddelde snelheid, wielspin, gegevens over de brandstofcel, noem maar op. Bovendien hebben we een app-groep waarin chauffeurs bijhouden waar ze tegenaan lopen. Over wat er kapot gaat na hoeveel kilometer bijvoorbeeld. Al met al levert dat een schat aan informatie op, waarmee we weer een nóg efficiëntere waterstoftruck kunnen ontwikkelen.”
Holthausen heeft een jaar uitgetrokken om gegevens te verzamelen. Dat zou eventueel nog verlengd kunnen worden. “We denken er ook over om een waterstoftruck in andere omstandigheden te laten rijden, bijvoorbeeld in Limburg, in het zuiden van Nederland waar het heuvelachtig is”, aldus de waterstofspecialist.
Lees ook: nederland-sluit-zich-aan-bij-internationaal-inkoopprogramma-h2global

Duitsland: Nederland sluit zich aan bij internationaal inkoopprogramma H2Global
Nederland en Duitsland gaan samen optrekken bij de grootschalige internationale inkoop van waterstof. De beide landen gaan samenwerken binnen H2Global en leggen ieder driehonderd miljoen euro in voor een internationale aanbesteding voor de import van hernieuwbare waterstof vanaf 2027. Het is voor het eerst dat twee landen op deze wijze samen optrekken en het is daarmee een zeer belangrijke eerste stap naar Europese en internationale samenwerking op het gebied van hernieuwbare waterstof.
Geïmporteerde waterstof is nog niet tegen commercieel aantrekkelijke prijzen beschikbaar. Daarom heeft de Duitse overheid voor het aantrekken van importen in 2021 het subsidiemechanisme H2Global geïntroduceerd. H2Global is een publiek-private samenwerkingsstichting waaraan naast het Duitse ministerie van Economische Zaken en Klimaat ook een groot aantal bedrijven uit de energiesector deelneemt. Via H2Global worden tenders georganiseerd om op basis van tienjarige contracten hernieuwbare waterstof op de wereldmarkt in te kopen tegen een zo laag mogelijke prijs en door te verkopen aan eindafnemers in de vorm van éénjarige afnamecontracten. H2Global compenseert vervolgens het eventuele prijsverschil tussen de inkoop- en de verkoopprijs.
Een eerste veiling van inkoopcontracten is al in 2022 in Duitsland uitgeschreven en een tweede veilingronde wordt in 2024 geopend.
Lees ook: fake-nieuws-over-waterstofbussen-in-pau-project-is-juist-zeer-succesvol

Frankrijk: fake-nieuws over waterstofbussen in Pau, project is juist zeer succesvol
Opnieuw fake-nieuw over een dominant waterstofproject in Europa. Het Fébus-project in de Zuid-Franse stad Pau stop niet. “Het gemeentebestuur is juist zeer tevreden over de hoge kwaliteit van de prestaties”, zegt Isabelle Deluga, directeur communicatie bij Pau Béarn Pyrénées desgevraagd aan Waterstof Magazine. “Bij ons in de stad, aan de voet van de Pyreneeën, hebben we na onze positieve ervaring juist vier extra waterstofbussen aangeschaft. Deze gaan elders in de stad rijden.”
Afgelopen september is bij de waterstoffabriek voor de bussen de grootste maandelijkse productie ooit behaald. Daar loopt het project wel tegen grenzen aan. Meer waterstof kan er niet geproduceerd worden zonder dat er flinke investeringen nodig zijn.
Deluga meldt dat de stad en regio ook in de toekomst blijft investeren in emissievrije bussen, zonder dat vooraf een keuze wordt gemaakt tussen batterij-elektrisch of waterstof.
De Belgische busfabrikant Van Hool heeft in december 2019 acht luxe waterstofbussen geleverd aan de stad Pau. De bussen rijden van noord naar zuid dwars door de stad. Het treinstation van Pau, aan de zuidkant van de stad, en het François-Mitterrand-ziekenhuis, aan de noordkant, liggen 6 km uit elkaar. Fébus legt die afstand af in slechts 17 minuten, met het superieure comfort en de service die passagiers van lightrail kunnen verwachten, aldus de busmaatschappij. Iedere 8 tot tien minuten rijden de bussen over een grotendeels eigen rijstrook.
Lees ook: volth2-ontvangt-subsidie-voor-electrolysers-in-essen-en-gelsenkirchen

Duitsland: VoltH2 ontvangt subsidie voor electrolysers in Essen en Gelsenkirchen
Het Nederlandse bedrijf VoltH2 heeft in Duitsland een subsidie ontvangen voor de productie van groene waterstof. De regering van de deelstaat Noordrijn-Westfalen verleent het waterstofbedrijf een subsidie van 15 miljoen euro binnen het HyPerformer-programma. VoltH2 zal het bedrag verdelen over twee elektrolysers in Essen en Gelsenkirchen. De groene waterstof dient de mobiliteit in de regio te vergroenen en zal worden aangewend voor bussen en vrachtwagens.
Om de uitstoot van CO2 in te dammen en aldus de Europese industrie en mobiliteit te helpen verduurzamen, werkt VoltH2 aan een netwerk van groenewaterstoffabrieken in Europa. Vanaf nu staan er zes locaties op de teller, samen goed voor een potentiële productiecapaciteit van ruim 500 MW. Twee van deze productie-installaties komen in het Duitse Ruhrgebied, in Essen en Gelsenkirchen. Voor deze twee vestigingen heeft VoltH2 deze week, in het bijzijn van Koning Willem-Alexander, een subsidie van 15 miljoen euro binnen het HyPerformer-programma ontvangen.
De Duitse overheid zet volop in op groene waterstof als een van de pijlers van een klimaatneutraal energiebeleid. Er wordt gewerkt in HyPerformer-regio's of zones waarbinnen alle schakels van de waardeketen van waterstof voor de transportsector worden geconcentreerd: van productie tot opslag, distributie en tankinfrastructuur tot de toepassingen, zoals bussen, gemeentelijke bedrijfsvoertuigen, vrachtwagens of auto's.
HyPerformer-subsidies zijn daarom gericht op regionale projectconsortia die al gedetailleerde concepten voor waterstoftechnologieën hebben uitgewerkt en die nu in de praktijk willen toepassen. In de eerste HyLand-fase werden uit zes aanvragen drie winnende regio's geselecteerd. In april 2023 was het Rijn-Ruhrgebied, waar Essen en Gelsenkirchen zich bevinden, een van de drie regio’s die werden uitgeroepen tot winnaars van het HyPerformer II programma. De subsidieaanvraag van VoltH2 werd ingediend door Hydrogen Metropole Ruhr (HyMR). In totaal ontvangt VoltH2 15 miljoen euro van het ministerie van Economische Zaken, Industrie, Klimaat en Energie van de deelstaat Noordrijn-Westfalen om zijn installaties in Essen en Gelsenkirchen te helpen ontwikkelen.
Eerder dit jaar heeft VoltH2 al een vestiging in Essen aangekondigd. Nu komt er met Gelsenkirchen een tweede productiefaciliteit in het Ruhrgebied. André Jurres, CEO van VoltH2: “We voorzien een installatie van 10 MW binnen de Klimahafen van Gelsenkirchen, die fungeert als een hub voor onderzoek en ontwikkeling van groenewaterstof-
technologie. Daarnaast is het een gunstige locatie voor waterstoftankstations, vanwege de grote hoeveelheden goederen die er per vrachtwagen worden overgeslagen, de lokale logistieke bedrijven en de aansluiting op een goed ontwikkeld snelwegennet. Zowel in Essen als in Gelsenkirchen zullen we jaarlijks 800 ton groene waterstof produceren, die zal worden gebruikt voor bussen, trucks en andere vormen van goederenverkeer. Volgens onze huidige planning zullen we de productie op beide locaties opstarten in 2026.”
Foto: Van links naar rechts: Mona Neubaur (Minister van Economie Noordrijn-Westfalen), Hans Brinkhof (VoltH2, Business Development/Regulatory Affairs), Prof. Dr. Julia Frohne (Managing Director Business Metropole Ruhr GmbH), Karin Welge (Burgermeester Gelsenkirchen), André Jurres (VoltH2, Managing Director) - Copyright: VoltH2 / Ralph Sondermann
Lees ook: usa-renewable-innovations-levert-stroom-uit-waterstof-aan-auto-s-en-basiskamp

USA: Renewable Innovations levert stroom uit waterstof aan auto’s en basiskamp
Een wereldprimeur in de woestijnen van Nevada en Californië. Tijdens de Rebelle Rally 2023, een off-road race van 2.500 kilometer met enkel vrouwelijke coureurs, zijn de batterij-elektrische voertuigen opgeladen met een waterstofaggregaat. De waterstofopslag, de brandstofcellen en de elektrische landpalen zijn weggewerkt in een enorme truck die zelf ook nog eens op waterstof rijdt (foto). Leverancier van het systeem is Renewable Innovations uit de stad Lindon, in de Amerikaanse staat Utah.
Voor het event is 800 kilo waterstof gebruikt dat met generatoren is omgezet in elektriciteit. In totaal is er 12-duizend kilowattuur geleverd, midden in de woestijn en zonder aansluiting op het grid. Het systeem heet officieel MEC-H (Mobile Energy Command – Hydrogen) en is een volledig mobiele laadoplossing voor elektrische en plug-in hybride voertuigen, onafhankelijk van het elektriciteitsnet. Naast de deelnemende voertuigen is ook het basiskamp van de Rebelle Rally 2023 van emissievrije stroom voorzien. Hier bivakkeren honderden mensen, inclusief verlichting, voedsel, communicatie, koeling, enz.
Renewable Innovations ziet een groeiende marktvraag naar schone elektriciteit en heeft als oplossing de Grid-Gap geïntroduceerd. ‘De meeste huizen, winkels en bedrijven beschikken niet over voldoende stroom om batterij-elektrische voertuigen snel op te laden’, meldt het bedrijf op haar website. ‘Het elektriciteitsnet heeft onvoldoende capaciteit. Met ons systeem, deels ontwikkeld door Plug en Quantum Fuel Systems, kunnen veel voertuigen meerdere keren per dag worden opladen. Overal, ook in de middle of nowhere, en 100% onafhankelijk van het elektriciteitsnet. De stroombron kan meerdere keren per dag worden verplaatst.’
De vrachtauto, de MEC-H, biedt de mogelijkheid om 50 tot 75 woningen van stroom te voorzien, veel energie op te slaan (450 kWh) en rijdt bovendien op groene waterstof. Het voertuig beschikt over dubbele snelladers die tot 4 voertuigen tegelijk kunnen opladen.
Voor het geval de batterij-elektrische race-auto’s toch nog in de woestijn stranden met en lege accu heeft Renewable Innovations een speciaal reddingsvoertuig ontwikkeld. Deze unieke militaire special forces-wagen is op maat gebouwd met nachtcamera’s. Het voertuig kan een gestrande wagen met maximaal 15 kWh aan stroom opladen of terug te slepen naar het basiskamp.
Lees ook: samsung-c-t-krijgt-ontwerpcertificering-voor-opslag-van-vloeibare-waterstof

Zuid-Korea: Samsung C&T krijgt ontwerpcertificering voor opslag van vloeibare waterstof
Belangrijk nieuws voor waterstoftransport en waterstofopslag wereldwijd. Samsung C&T heeft een ontwerpcertificering gekregen voor 's werelds grootste opslagtank voor vloeibaar waterstof. Hierin kan 2800 ton vloeibare waterstof worden opgeslagen onder 253 graden onder nul. Een van de grote uitdagingen is het vasthouden van deze temperatuur. Als de waterstof stijgt in temperatuur wordt het gasvormig en moet dan onmiddellijk worden verbruikt of afgeblazen om explosies te voorkomen. De certificering is verstrekt door de International Certification Agency Det Norske Veritas (DNV). DNV is een Noors bedrijf dat diensten levert op het gebied van kwaliteitsmanagement, risicobeoordeling en duurzaamheid.
Vloeibaar waterstof wordt gemaakt door gasvormig waterstof tot extreem lage temperaturen te koelen. De capaciteit van de gecertificeerde opslagtank voor vloeibaar waterstof bedraagt 40.000 m3. Deze heeft de capaciteit om tot ongeveer 2.800 ton vloeibaar gemaakte waterstof op ultra lage temperatuur op te slaan. Hierbij zijn geavanceerde ontwerp- en constructieconstructies vereist.
Het Koreaanse bedrijf Samsung C&T concentreert zich, samen met Wesso uit Groot-Brittannië, sinds begin dit jaar op de ontwikkeling van opslagtanktechnologie voor vloeibare waterstof met een DNV-certificering. Beide bedrijven werken mondiaal. Samsung C&T heeft inmiddels ruime ervaring met het grootschalig opslaan van gassen als LNG (vloeibaar aardgas) en LPG (vloeibaar petroleumgas).
De komende jaren wil het bedrijf groene waterstofprojecten concretiseren in samenwerking met mondiale bedrijven, vooral in het Midden-Oosten en Azië. Onlangs heeft Samsung C&T succesvol een aantal LNG-terminalprojecten voltooid in Singapore en Maleisië en worden er nu LNG-terminals gebouwd in Qatar en Thivai, Vietnam. Met de behaalde certificering voor waterstofopslag hoopt het bedrijf een flinke bijdrage te kunnen leveren een snellere ontwikkeling van de wereldwijde waterstofeconomie.
Foto: Een tank voor vloeibare waterstof die wordt gebouwd door Samsung C&T op de Thi Bai LNG-terminal in Vietnam.
Lees ook: toyota-corolla-raceauto-op-vloeibare-waterstof-steeds-verder-doorontwikkeld

Japan: Toyota Corolla raceauto op vloeibare waterstof steeds verder doorontwikkeld
De Toyota Corolla-raceauto die momenteel wordt getest tijdens de Super Taikyu Race evalueert snel, meldt de Japanse autofabrikant. De Corolla is een van de eerste personenauto’s ter wereld die rijdt op vloeibare waterstof en de eerste die meedoet met autoraces. Het afgelopen weekend kwam de nieuwste versie in actie tijdens Round 7 S Endurance Final Fuji 4 Hour Race, de afsluitende race van het seizoen 2023. Toyota gebruikt de zeer populaire race als proeftuin voor nieuwe ontwikkelingen en om waterstof onder de aandacht te brengen van een groot publiek.
De unieke Corolla werd in mei voor het eerst gepresenteerd. Sindsdien is het rendement van het voertuig flink verhoogd. Om een hoog rendement te bereiken moet de vloeibare waterstofpomp een stabiele en hoge brandstofdruk genereren. Door de drukprestaties en de duurzaamheid van de pomp voor vloeibare waterstof te verbeteren heeft Toyota inmiddels hetzelfde niveau bereikt als wanneer de auto was uitgerust met een benzinemotor of met gasvormige waterstof.
Tijdens de eerste Fuji 24 Hour Race die in mei werd gehouden, bedroeg het maximale aantal ronden dat kon worden afgelegd op één tankbeurt nog 16 ronden. Tussentijds zijn er verbeteringen aangebracht, zoals het verbeteren van de nauwkeurigheid waarmee wordt bepaald wanneer de tank vol is tijdens het tanken, is de de warmte-inbreng bij het tanken verminderd en is het verbruik van de hoeveelheid brandstofinjectie wanneer het gaspedaal niet wordt ingedrukt verminderd. Hierbij is 25% efficiëntie behaald en hoeft er minder vaak te worden getankt. Niet meer om de 16 rondes, maar om de 20.
Zonder de focus op veiligheid en beveiliging te veranderen is het gelukt om verschillende onderdelen lichter uit te voeren. Door het gewicht van de tank, veiligheidsklep/boil-off gasklep, rolkooi en hogedrukwaterstofonderdelen te verminderen, is het voertuig 50 kilo lichter geworden en weegt nu 1860 kilo.
Toyota richt zich niet alleen op zero-emissie, maar wil ook koolstof uit de atmosfeer halen. De waterstofmotor van de Corolla maakt daarbij gebruik van de eigenschappen van de verbrandingsmotor, namelijk dat deze een grote hoeveelheid lucht aanzuigt en warmte die wordt gegenereerd door de verbranding. In het motorblok is een CO2-terugwinningsapparaat geïnstalleerd. Concreet wordt er bij de inlaat van het luchtfilter een apparaat geïnstalleerd dat CO2 absorbeert. Deze wordt opgevangen in een kleine tank gevuld met adsorptieoplossing.
Toyota verwacht de komende jaren het waterstofverbrandingssysteem verder te optimaliseren.
Lees ook: acht-woningen-in-wolfheze-krijgen-eigen-energiesysteem-met-waterstof

Nederland: acht woningen in Wolfheze krijgen eigen energiesysteem met waterstof
Een Nederlandse primeur in de Gelderse plaats Wolfheze. Daar worden in december de eerste vier woningen opgeleverd die gebruik gaan maken van energieopslag in waterstof. In januari volgend jaar wordt het aantal woningen uitgebreid naar acht. De initiatiefnemers willen in de zomerperiode, wanneer er een overschot is aan energie uit zonnepanelen, zelf waterstof produceren. Dit wordt in gasflessen opgeslagen om in de koude wintermaanden te kunnen worden gebruikt.
De eerste woningen komen op het terrein van het voormalige dorpshuis De Burcht. Op dit terrein zijn 2 twee-onder-één kap woningen gebouwd. In de naastgelegen Open Hofkerk wordt momenteel volop gebouwd aan nog eens vier woningen. Het gebouw heeft geen monumentenstatus, maar met projectontwikkelaar Schipper Bosch is afgesproken het karakter van de kerk met zijn beeldbepalende functie zoveel mogelijk te behouden.
Op de daken van de woningen en kerk komen zonnepanelen. De energie die wordt geproduceerd wordt zoveel mogelijk direct gebruikt. Het overschot gaat naar een elektrolyser om zuurstof en waterstof te produceren. De zuurstof wordt afgeblazen, de waterstof gecomprimeerd en opgeslagen in gasflessen die staan in een schuurtje op het terrein. De warmte die bij dit proces vrijkomt, gaat naar een tank die is verbonden met het warmtenet. Hiermee wordt in de zomer het tapwater verwarmd.
In de winter brengen de zonnepanelen te weinig energie op. Dan gaat waterstof die in de flessen is opgeslagen naar een brandstofcel, waar het wordt omgezet in water en elektriciteit. De warmte die hierbij vrijkomt, wordt gebruikt voor de vloerverwarming.
De software voor de aansturing van het energiesysteem moet speciaal voor dit project worden geschreven. Hiervoor is de hulp ingeroepen van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Het systeem moet een optimale mix van energiegebruik, energieopslag en energiewinning aansturen.
De huizen met het slimme energiesysteem worden de komende maanden opgeleverd, maar het waterstofsysteem zal pas vanaf het voorjaar gaan draaien. Dan wordt er teveel stroom geproduceerd en gaat de waterstofproductie van start. Gedurende twee jaar zal het project worden gemonitord. Om dat goed uit te kunnen voeren blijven de woningen en het energiesysteem eigendom van projectontwikkelaar Schipper Bosch. Het project wordt uitgevoerd met Topsector Energiesubsidie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Hoewel de initiatiefnemers in Wolfheze praten over een landelijke primeur, is dat niet helemaal het geval. In het dorp ‘Stad aan ’t Haringvliet’ draait al enkele jaren een waterstofsysteem bij één woning. Ook hier wordt van zonne-energie waterstof geproduceerd, om op een later moment weer te worden omgezet naar elektriciteit. In deze woning is ook nog een thuisbatterij opgehangen om de woning ’s avonds en ’s nachts van stroom te voorzien, zonder grote energieverliezen die opslaan in waterstof iets minder aantrekkelijk maakt. Lees het artikel over het Innovathuus via deze link
Foto: De gemeenteraad van Renkum en de initiatiefnemers voor de woningen en het kerkgebouw
Lees ook: product-lijn-waterstof-steeds-belangrijker-voor-parker-hannifin

Nederland: meubelfabriek Vepa in Emmen produceert eigen groene waterstof
Meubelfabrikant Vepa heeft op de productielocatie in Emmen sinds kort een elektrolyser voor het produceren van groene waterstof.. Met waterstof wordt de oven van de poedercoatinstallatie voor het lakken van meubelonderdelen verwarmd. Het bedrijf claimt hiermee de eerste fabrikant in Drenthe te zijn die een dergelijke investering doet.
"De energie die we nodig hebben voor de productie van waterstof wordt opgewekt door de ruim 3.000 zonnepanelen die op het dak van ons Circulair Centrum liggen", zegt Bert Top, directeur van Vepa in de regionale media. "Indien ze bij slecht weer niet voldoende zullen leveren, wordt de energiebehoefte aangevuld met Nederlandse windenergie. Het waterstofgas wordt gebruikt om de oven van onze poedercoatinstallatie te verwarmen waardoor het aardgasverbruik structureel verminderd.” De elektrolyser bij Vepa the furniture factory in Emmen is begin deze week officieel onthuld tijdens de Open Bedrijvendag door wethouder Guido Rink van de gemeente Emmen.
Circulariteit gaat hand in hand met innovatie. Door voortdurend energie, tijd en geld te steken in het moderniseren van de productiemethoden, het zoeken naar duurzame energie-oplossingen en het werken met innovatieve grondstoffen, verlaagt de Fair Furniture Group – waar Vepa onderdeel van is – de milieu-impact van de organisatie doorlopend. Een van de nieuwste innovaties is het produceren van groene waterstof ter vervanging van fossiel aardgas. Groene waterstof wordt geproduceerd via elektrolyse. Tijdens dit productieproces komt geen CO2 vrij waardoor groene waterstof wordt gezien als dé duurzame brandstof en energiedrager van de toekomst.
Vepa heeft al eerder aangetoond het milieu serieus te nemen. Drie jaar geleden presenteerde de meubelfabrikant een nieuwe stoel die volledig is gemaakt van biomateriaal. "We werken toe naar een circulaire productie. Met deze innovatie zijn we weer een stap dichterbij", aldus Top. "We gebruiken immers hernieuwbare grondstoffen in plaats van fossiel aardgas. Doordat we alles in onze eigen fabrieken produceren is de CO2-voetafdruk per product al laag."
Foto: V.l.n.r.: Janwillem de Kam (directeur Vepa), Guido Rink (wethouder gemeente Emmen), Bert Top (directeur Vepa) (Foto: Vepa/André Dümmer)
Lees ook: verhuurder-van-waterstoftrucks-hylane-meldt-zeer-snelle-groei

Duitsland: verhuurder van waterstoftrucks Hylane meldt zeer snelle groei
Goed nieuws voor Hylane, de verhuurder van waterstoftrucks in Duitsland. Het bedrijf heeft nieuw kapitaal binnengehaald bij de Duitse overheid en breidt zijn vloot van vrachtwagens flink uit. Het aantal voertuigen in de verhuur stijgt van 44 naar 122. De nieuwe waterstoftruck van Iveco, die wordt geproduceerd in Duitsland, zal voor het eerst door Hylane worden gekocht.
Het Keulse bedrijf Hylane breidt zijn verhuurvloot uit en heeft daarvoor een koopovereenkomsten gesloten voor 78 extra vrachtwagens. 26 van de nieuwe voertuigen zijn afkomstig van de fabrikant IVECO. De bedrijven werken ook samen aan het werkplaatsnetwerk: Hylane-huurders van IVECO- en Hyundai-waterstoftrucks hebben nu toegang tot een aantal geselecteerde en gecertificeerde werkplaatsen.
Hylane exploiteert al de grootste vloot waterstofvrachtwagens in de Europese Unie. De voertuigen hebben zich in de praktijk bewezen in het zware goederenvervoer over de weg voor diverse klanten. Bernd Zens, Managing Director van Hylane: “Wij zijn blij met de positieve ontwikkeling van het bedrijf. We stellen het bijzonder op prijs dat we het vertrouwen van onze bestaande klanten verder kunnen versterken en onze activiteiten met hen succesvol kunnen uitbreiden. De aanhoudende vraag bevestigt dat we op de goede weg zijn en dat motiveert ons hele team enorm.”
Om zijn activiteiten uit te breiden heeft Hylane in IVECO een nieuwe partner gekregen op zowel het gebied van levering van voertuigen, als uitbreiding van een netwerk van onderhoudswerkplaatsen. De eerste koopcontracten betreffen 26 trekkers met brandstofcelaandrijving. De vorige voertuigen in de Hylane-vloot worden getankt met een druk van 350 bar, IVECO introduceert een tankdruk van 700 bar. Hierdoor kunnen Hylane huurders ervaring opdoen met beide systemen.
Christian Sulser , directeur verkoop en marketing bij Iveco Magirus AG, zegt: “We zijn blij met Hylane, onze eerste partner in Duitsland, die niet alleen vertrouwt op onze voertuigexpertise op het gebied van brandstofceltechnologie, maar ook op onze werkplaats expertise voor brandstofcelaangedreven voertuigen.”
De FCEV-trekkers van IVECO hebben een bereik tot 800 kilometer. De tanks kunnen tot 70 kilogram waterstof opslaan bij een druk van 700 bar en voeden twee brandstofcellen met een vermogen van ongeveer 200 kW. De truck haalt zijn energie uit de brandstofcellen en de twee accupakketten die in het midden van het frame zijn geïnstalleerd. Het systeemvermogen bedraagt 400 kW. Het toegestane totaalgewicht van het voertuig bedraagt 44 ton.
Alle nieuwe waterstofvoertuigen worden gefinancierd door het Federale Ministerie voor Digitaal en Transport (BMDV) als onderdeel van de richtlijn over de financiering van lichte en zware bedrijfsvoertuigen met alternatieve, klimaatvriendelijke aandrijvingen en de bijbehorende tank- en laadinfrastructuur Door gebruiksafhankelijke verhuur in het zogenaamde ‘pay-per-use-model’ betalen Hylane-klanten alleen voor de daadwerkelijk gereden kilometers. Het geld uit de financiering zal volledig worden gebruikt om de huurprijzen voor de aangeboden voertuigen te verlagen en zo concurrerende prijzen aan te bieden.
Lees ook: italie-eerste-treinen-en-bussen-op-waterstof-gaan-rijden-in-de-regio-lombardije

Italië: eerste treinen en bussen op waterstof gaan rijden in de regio Lombardije
Het regionale vervoersbedrijf Ferrovie Nord Milano maakt bekend over precies een jaar met de eerste treinen op waterstof in Italië te gaan rijden. Het regionale transportbedrijf uit de regio Lombardije heeft gekozen voor de Coradia Stream-multi-unit van de Franse fabrikant Alstom. Een belangrijk deel van de onderdelen van de nieuwe waterstoftrein worden in Italië ontwikkeld en gefabriceerd.
Alstom levert in eerste instantie zes waterstoftreinen. Het contract daarvoor is eind 2020 al ondertekend. De eerste voertuigen zullen vanaf eind 2024 of begin 2025 in dienst worden genomen op de 103 km lange niet-geëlektrificeerde lijn Brescia – Iseo – Edolo, in het noorden van het land. De waterstoftreinen hebben 260 zitplaatsen en een bereik van 600 km. Ze zullen de verouderde Fiat Aln668-treinen met dieselmotoren vervangen.
De emissievrije treinen zijn onderdeel van het H2iseO-project, dat tot doel heeft de eerste ‘waterstofvallei’ van Italië te creëren. Dit omvat onder meer de bouw van drie fabrieken voor de productie, opslag en distributie van waterstof in Brescia, Iseo en Edolo. In de fabriek in Iseo wordt in de opstartperiode nog grijze waterstof geproduceerd via steamreforming, de andere twee fabrieken leveren direct vanaf 2025 groene waterstof, geproduceerd met hernieuwbare energie. Er wordt ook waterstof geproduceerd voor 40 waterstofbussen van vervoerder Ferrovienord Autoservizi. Hier moet de hele dieselvloot worden vervangen.
Er werken een flink aantal Italiaanse bedrijven mee aan het productieproces van de treinen. De voertuigen zijn ontwikkeld in de fabriek van treinfabrikant Alstom in Savigliano, certificering en testen worden geregeld in Vado Ligure, componenten worden geleverd door de fabriek in Sesto San Giovanni en signaleringapparatuur komt uit Bologna.
Het project wordt grotendeels gefinancierd uit het Europese corona herstelfonds.
Lees ook: diplomatie-werkt-wereldwijd-aan-de-ontwikkeling-van-nederland-waterstofland

Nederland: diplomatie werkt wereldwijd aan de ontwikkeling van Nederland Waterstofland
Nederland zet groot in op de productie van groene waterstof. Maar de behoefte aan deze duurzame energiedrager is groter dan de binnenlandse productie. Import is daarom noodzakelijk, zowel voor de eigen behoefte als voor de doorvoer naar Duitsland. Ministers en topbestuurders werken volop aan de levering van groene waterstof uit meer dan 20 landen over de hele wereld.
De Chileense energieminister Diego Pardow was in maart voor een vijfdaags bezoek in Europa. In een interview met dagblad Trouw noemde hij groene waterstof ‘de brug tussen de fossiele en de duurzame economie’. Daarmee bedoelde hij niet alleen dat hij waterstof ziet als brandstof voor de duurzame transitie in Chili, maar ook dat zijn land in de toekomst grote hoeveelheden groene waterstof gaat exporteren.
Pardow werd in talloze Europese hoofdsteden met open armen ontvangen, want de industrie en de chemie aast massaal op groene waterstof. In een energiesysteem dat draait op wind en zon is flexibel vermogen nodig om vraag en aanbod met elkaar in balans te brengen. Waterstof levert CO2-vrij regelbaar vermogen op, waar grote behoefte aan is in een energievoorziening die steeds meer leunt op windmolens en zonnepanelen.
Chili is een van de landen die naar verwachting een grote rol gaat spelen als waterstofexporteur. Het zuidelijke deel van het langgerekte Chili heeft volgens experts de ideale omstandigheden voor windenergie. Het waait er altijd. En in de Atacama-woestijn in het noorden zijn juist de omstandigheden perfect voor zonne-energie. Door de vele zonuren en een optimale straling zouden zonnepanelen daar 50 procent meer stroom per vierkante meter kunnen opwekken dan in de Sahara. Landen die net als Chili veel en goedkoop energie uit zon en wind kunnen oogsten, kunnen daar groene waterstof van maken en dat exporteren naar de wereldmarkt. En dat is precies wat Chili van plan is.
De Nederlandse energiediplomatie draait overuren. Topbestuurders uit het bedrijfsleven reizen samen met ambtenaren, ministers en soms het Koninklijk paar de wereld over. In Europa werden Spanje en Portugal bezocht. In Afrika Marokko, Namibië en recent Zuid-Afrika. Port of Amsterdam tekende al principeovereenkomsten (‘Memorandums of Understanding’) met Ierland, Spanje, de Verenigde Arabische Emiraten, Duitsland en Saoedi-Arabië. Ook Havenbedrijf Rotterdam is actief, het heeft principeovereenkomsten met een lange lijst landen: Australië, Brazilië, Canada, Chili, Colombia, IJsland, Marokko, Namibië, Oman, Portugal, Spanje, Zuid-Afrika, de Verenigde Arabische Emiraten en Uruguay. Het doel is telkens hetzelfde: het ontwikkelen van handelsroutes voor groene waterstof.
Voor de toepassing van waterstof in de industrie, de chemie, het transport en de energiesector is zóveel groene waterstof nodig, dat het onmogelijk is om de benodigde volumes in Nederland te produceren. Onderzoeksbureau CE Delft heeft in 2021 in een rapport voor de overheid aangegeven dat in 2050 tussen de 40 en 70 procent van de totale hoeveelheid waterstof geïmporteerd zal moeten worden.
Het gaat, afhankelijk van het scenario, om 218 tot 268 petajoule aan waterstofimport per jaar. Omgerekend komt dat overeen met 1,7 en 2,1 megaton waterstofimport per jaar. Maar de daadwerkelijke importvolumes zullen veel groter zijn, want Nederland wil zijn traditionele rol als doorvoerland behouden. Net als voor steenkool, olie en aardgas positioneren de Nederlandse havens zich nadrukkelijk voor een waterstof-hubfunctie binnen Europa. Rotterdam is op dit moment al de grootste energiehaven van Europa. Circa 13 procent van alle Europese energiebronnen komen via de Rotterdamse haven binnen. Amsterdam is nu de grootste benzinehaven ter wereld met veel opslag- en doorvoercapaciteit voor vloeibare brandstoffen. Die posities willen de havens in de toekomst behouden, alleen dan niet meer met fossiele maar met duurzame energiedragers.
Rotterdam en Amsterdam zijn zeker niet de enige Nederlandse havens met waterstofambities. Ook Groningen Seaports en North Sea Port (Vlissingen, Terneuzen, Gent) smeden samenwerkingsverbanden om groene waterstof te importeren. Overigens gaat de haven van Zeebrugge/Antwerpen de concurrentie aan met de Nederlandse havens en is het hard bezig om import van groene waterstof juist naar België te halen.
Nederland is in gesprek met maar liefst 20 landen om een handelsrelatie op het gebied van groene waterstof op te bouwen. Niet ieder land is even ver in zijn ontwikkeling. Zo geldt voor Namibië dat het potentieel groot is, maar ook dat er nog heel veel moet gebeuren om de productie en de export van de grond te krijgen. Het gaat dan niet alleen om investeringen in windmolens en zonnepanelen, maar ook om de elektrolysers om groene stroom om te zetten in waterstof, en in de haveninstallaties om de waterstof te exporteren. Grote tankers kunnen alleen aanmeren in diepzeehavens. In veel landen ontbreken de faciliteiten nog.
Hoewel de volumes uiteindelijk groot zullen zijn, zal grootschalige import van waterstof niet voor 2030 op gang komen. De eerste kleinere importvolumes zullen waarschijnlijk uit Spanje of Portugal komen. Daarna hoopt het Havenbedrijf Rotterdam dat Chili in 2028 of 2029 zijn eerste scheepsladingen groene ammoniak kan leveren. Pas na 2030, als de prijs van groene waterstof concurrerend wordt met grijze waterstof, zullen grootschalige investeringen in de zuidelijke werelddelen van de grond komen. Pas dan kan gewerkt worden aan het einddoel: fossiel vervangen door groene elektronen of groene waterstof.
Voor dit artikel zijn gesprekken gevoerd met experts van onder meer Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam, Port of Amsterdam en TNO. Ook zijn rapporten geraadpleegd van het Internationaal Energie Agentschap (IEA), International Renewable Energy Agency (IRENA), CE Delft en Deloitte.
Dit is een samenvatting, het hele artikel over de Nederelandse diplomatie leest u op de website van Missie H2
Tekst: Roy op 't veld | MissieH2 / Waterstof Magazine
Lees ook: enorme-elektrolyser-arriveert-bij-nieuwe-waterstoffabriek-in-delta-utah

USA: enorme elektrolyser arriveert bij nieuwe waterstoffabriek in Delta, Utah
Het Japanse bedrijf Mitsubishi heeft de eerste apparatuur geleverd voor een gigantische fabriek voor groene waterstof in de Amerikaanse staat Utah. Bij de stad Delta komt een elektrolyser te staan met een productiecapaciteit van 100 ton waterstof per dag. De waterstof wordt opgeslagen in zoutcavernes en op een later tijdstip gebruikt als gas in een nabijgelegen elektriciteitscentrale. Eenmaal voltooid zal het ACES Delta Hub-systeem de jaarlijkse productie van groene waterstof wereldwijd bijna verdubbelen .
De ACES Delta Hub , een gezamenlijk project onder leiding van Mitsubishi Power Americas en New Energies Company (Chevron USA), is een grootschalige schone waterstoffaciliteit, ontworpen om groene waterstof, te produceren, op te slaan en te leveren in de westelijk deel van de Verenigde Staten. De hub zal in eerste instantie 220 MW duurzame energie kunnen omzetten in bijna 100 ton groene waterstof per dag. De H2 wordt vervolgens opgeslagen in twee enorme zoutcavernes, elk ter grootte van het Empire State Building in New York. De cavernes kunnen ieder 150.000 MWh (megawattuur) aan schone energie bevatten. Via een pijpleiding zal vanaf de ACES Delta Hub waterstof geleverd worden aan een nabijgelegen energiecentrale
Een van de twee zoutcavernes op de Advanced Clean Energy Storage-locatie heeft de capaciteit om de maandelijkse energievraag van de hele staat Californië op te slaan. Er zouden voor dezelfde energieopslag in batterijen meer dan 80.000 zeecontainers met lithium-ionbatterijen nodig zijn.
De turbines van de electriciteitscentrales met een capaciteit van 840 MW, zullen bij het opstarten tot 30% waterstof gemengd met aardgas gaan gebruiken. Het doel is om in 2045 of eerder over te schakelen naar 100% waterstof. Daarmee is er dan een koolstofvrije grootschalige elektriciteitsopwekking gerealiseerd.
Lees ook: aanleg-waterstofleiding-in-rotterdamse-haven-niet-overal-even-gemakkelijkk

Nederland: aanleg waterstofleiding in Rotterdamse haven niet overal even gemakkelijk
Twee weken geleden is Hynetwork Services, en volle dochter van de Nederlandse Gasunie, begonnen met de aanleg van een openbare waterstofleiding in de haven van Rotterdam. De leiding verbindt de grote producenten langs de kust met bedrijven elders in het havengebied en zorgt voor een aansluiting op de nationale waterstofbackbone, de nieuwe waterstofringleiding door heel Nederland. Maar voor de waterstofleiding er ligt moet projectleider Jan Willem Rongen nog heel wat uitdagingen overwinnen. Want niet overal is zo’n nieuwe pijp eenvoudig inpasbaar.
“'We leggen 32 kilometer leiding aan tussen het conversiepark op de Tweede Maasvlakte en Pernis”, zegt Jan Willem Rongen. “Uiteindelijk wordt deze waterstofleiding aangesloten op Waterstof Netwerk Nederland. We bouwen de pijplijn zodat verschillende marktpartijen – zowel producenten als klanten – hierop kunnen aansluiten. Het idee is om veel marktpartijen in het Botlek-Europoortgebied aan te sluiten op deze waterstofleiding. Het doel is om eind 2025 de eerste waterstof door de leiding te laten stromen.”
In de haven is veel bedrijvigheid en het aanleggen van zo’n pijp kent enorme uitdagingen. Rongen: “Er zitten nog wat ingewikkelde stukken in het project. In Pernis moet het leidingtracé een spoorlijn en een hek kruisen. Dat is normaal gesproken niet zo uitdagend, maar de beschikbare ruimte is daar zeer beperkt. We hebben te maken met veel kabels en leidingen van andere partijen. Dit traject is niet meer dan 600 meter, maar het is misschien wel de grootste uitdaging van het hele project. Gelukkig zijn we bij Gasunie gewend aan dit soort uitdagingen. We weten hoe we pijpleidingen veilig moeten aanleggen en we kennen het gebied goed.”
Maar ook de schadelijke emissies die worden uitgestoten tijdens de aanleg moeten tot een minimum worden beperkt. “Ook de aanbesteding was stressvol. De vergunningseisen met betrekking tot stikstofdepositie waren zeer uitdagend. Daardoor was er zelfs een tijd dat aannemers ernstige twijfels hadden of ze wel aan de eisen zouden kunnen voldoen. Bovendien hebben we als Gasunie een sterk doel gesteld om de CO2-uitstoot te beperken. Zowel de aannemers als Gasunie moesten op zoek naar innovatieve oplossingen om dit uiteindelijk te realiseren en aan de vergunningseisen te voldoen.”
Het project is een voorbeeld voor duurzaamheid geworden. “Aannemers moeten aan de slag met zero- of low-emissie materieel. En hoe zit het met alle logistiek daaromheen? Denk hierbij aan het opladen van accupakketten of het kopen van waterstof als brandstof voor de apparatuur. Het is mooi om te zien dat de meeste aannemers al bezig waren met verduurzaming. Maar volledig overstappen doe je niet van de ene op de andere dag. Het is heel gaaf dat we als opdrachtgever van dit project de aanjager kunnen zijn van de verduurzaming van de leidingenbouw. Je ziet dat de markt hierachter ook in een stroomversnelling komt. Ze gaan meer emissiearme machines produceren, waardoor ze weer gewoner worden.'
De aannemer aan wie de opdracht is gegund, Visser & Smit Hanab (VSH), beschikt over eigen emissiearm materieel dat hen helpt de uitstoot te verminderen. Het bedrijf werkt met speciale biobrandstoffen om CO2 te reduceren. Tijdens de werkzaamheden monitort de opdrachtgever de CO2-uitstoot en houdt de aannemer aan zijn belofte.
“We hebben het geluk dat we in een pijpleidingcorridor zitten die wordt gecontroleerd door de gemeente Rotterdam. Dat betekent dat we niet te maken hebben met verschillende vastgoedeigenaren. Maar we hebben wel te maken met de industrie in het gebied. Als een van die bedrijven bijvoorbeeld groot onderhoud wil doen, zullen ze de fabriek een paar weken stilleggen en zullen er een paar honderd mensen naar de locatie komen. Dit heeft invloed op de verkeerssituatie rond onze route. Ze verwachten geen vertragingen door onze activiteiten. En aan onze kant kan dit ook voor uitdagingen zorgen. Dat moeten we zien te voorkomen. Daarom hebben we regelmatig contact met partijen in de buurt om alles af te stemmen. Daarbij werken we ook samen met het Havenbedrijf Rotterdam. Het is geweldig om te zien dat iedereen zo gedreven is om dit project tot een succes te maken. Je voelt de euforische stemming nu we echt kunnen gaan bouwen.”
V&SH Pipelines & Industry heeft de opdracht gekregen om het eerste deel van het waterstofnetwerk aan te leggen. Bij de bouw wordt gebruik gemaakt van duurzaam, emissievrij materieel. Het eerste deel van het waterstofnetwerk, een traject van ruim 30 kilometer, loopt in Rotterdam van de Tweede Maasvlakte tot Pernis en is naar verwachting in 2025 klaar voor gebruik. Het landelijke netwerk krijgt uiteindelijk een lengte van 1.200 kilometer en zal voor een groot deel bestaan uit bestaande aardgasleidingen die worden hergebruikt. Het netwerk krijgt verbindingen met grootschalige waterstofproductiefaciliteiten, importterminals in de zeehavens en bedrijven in binnen- en buitenland die waterstof gaan gebruiken om te verduurzamen.
Lees ook: nederland-air-products-bouwt-europa-s-grootste-fabriek-voor-blauwe-h2-in-rotterdam

Nederland: Air Products bouwt Europa’s grootste fabriek voor blauwe H2 in Rotterdam
Air Products maakt bekend dat het zijn bestaande fabriek voor grijze waterstof gaat ombouwen naar een productielocatie van blauwe waterstof. Hiervoor wordt de komende jaren een koolstofafvang- en koolstofdioxide verwerkingsinstallatie gebouwd bij de H2-fabriek in de haven van Rotterdam. Het project werd de afgelopen zomer al aangekondigd, nu is de definitieve investeringsbeslissing genomen. De fabriek zal naar verwachting in 2026 operationeel zijn en de "blauwe" waterstof zal zowel de ExxonMobil raffinaderij in Rotterdam als andere klanten bedienen.
Voor de distributie van waterstof maakt Air Products gebruik van een eigen pijpleiding die al vele jaren in het Rotterdamse havengebied ligt. Het project wordt uitgevoerd als onderdeel van de lange termijn overeenkomsten met ExxonMobil en de Nederlandse Staat. Blauwe waterstof uit de waterstofproductiefabriek van Air Products zal klanten in de industrie en mobiliteit helpen bij de transitie, terwijl het ook banen creëert en behoudt in een belangrijk industriegebied.
Om de CO2 te kunnen afvoeren wordt de waterstoffabriek aangesloten op het Porthos-systeem, een consortium dat het eerste grootschalige CO2-transport- en -opslagsysteem in Nederland ontwikkelt waarover onlangs een definitief investeringsbesluit is genomen. Samen met CO2 vanuit de andere industrie in de haven van Rotterdam, zal de afgevangen CO2 worden getransporteerd naar lege gasvelden in de Noordzee, ongeveer 20 kilometer uit de kust. Daar wordt het permanent op meer dan drie kilometer diepte onder de zeebodem opgeslagen.
Door de samenwerking met Porthos kan Air Products zijn CO2-uitstoot in de haven van Rotterdam meer dan te halveren. Dit betekent een substantiële stap voor het behalen van de doelstellingen van het Nationaal Klimaatakkoord. Tegelijkertijd werkt Air Products hard om zijn eigen activiteiten en die van zijn klanten verder koolstofvrij te maken door plannen te realiseren om groene waterstof grootschalig te importeren.
"Air Products investeert, en is al decennialang actief in Rotterdam", zegt Chief Operating Officer Dr. Samir J. Serhan. " Door CO2 af te vangen via Porthos en extra blauwe waterstof aan ExxonMobil en andere klanten te leveren, kunnen we bijdragen aan een schonere toekomst."
Het beursgenoteerde bedrijf Air Products is een wereldleider op het gebied van industriële gassen en is al meer dan 80 jaar actief in het bedienen van energie-, milieu- en opkomende markten.
Lees ook: nederland-de-landelijke-h2-backbone-is-voor-waterstofprofessor-ad-van-wijk-belangrijk

Nederland: de landelijke H2-backbone is voor waterstofprofessor Ad van Wijk belangrijk
Twee weken geleden is in Nederland het officiële startsein gegeven voor de aanleg van de Nationale waterstofringleiding door heel Nederland. Een belangrijke stap, want visionairs als de Amerikaan Jeremy Rifkin en de Nederlander Ad van Wijk hameren al lang op de rol van waterstof in de economie van de toekomst. Het is als mensen die een huis laten bouwen. Ze zijn eindeloos met architecten, bouwtekeningen en vergunningen bezig, en pas als de schop in de grond gaat, is het onomkeerbare moment gekomen dat voor de buitenwereld zichtbaar wordt dat er een nieuw huis gebouwd gaat worden. En zo gaat het ook met de waterstofbackbone. Maar volgens waterstofprofessor Ad van Wijk mag er wel wat meer vaart worden gemaakt. “Je zult landelijke dekking moeten hebben om grote partijen aan de waterstof te krijgen”.
Het kabinet gaf staatsbedrijf Gasunie in 2022 de opdracht voor de aanleg van het netwerk. Uiteindelijk zal het Nederlandse waterstofnetwerk in 2030 een totale lengte krijgen van 1200 kilometer. Voor de verduurzaming van de industrie, chemie en zwaar transport is groene waterstof essentieel. Maar waterstof is ook belangrijk voor de seizoensopslag van elektriciteit. De aanleg van het landelijke netwerk, dat alle industriële clusters toegang tot groene waterstof moet verschaffen, kost ongeveer 1,5 miljard euro. Ook worden er verbindingen aangelegd met België en Duitsland.
Voor de 1200 kilometer aan waterstofleidingen kunnen veelal bestaande aardgasleidingen gebruikt worden. Die bestaande leidingen kunnen gebruikt worden zonder dat de levering van aardgas in gevaar komt. Dat komt omdat er ooit parallelle pijpleidingen zijn aangelegd om gigantische volumes Nederlands en later buitenlands gas naar de industrie en huishoudens te transporteren. Doordat de industrie verduurzaamt en minder aardgas gaat gebruiken, kunnen er voldoende pijpleidingen vrijgespeeld voor het waterstofnetwerk. Naar schatting 15 procent van het tracé moet nieuw aangelegd worden, zoals de eerste 30 kilometer in het havengebied van Rotterdam.
Op dezelfde dag dat de bouw van start ging, nam Van Wijk officieel afscheid van de TU Delft, waar hij hoogleraar Future Energy Systems was. In zijn afscheidsrede formuleerde Van Wijk een aantal aanbevelingen om de waterstofmarkt snel verder van de grond te krijgen. “Transport en opslag first”, vat Van Wijk het kort en krachtig samen. Het aanbod van groene waterstof en de vraag naar de groene energiedrager zullen stapsgewijs groeien, maar dat kan pas als de infrastructuur er ligt. “Je zult landelijke dekking moeten hebben om grote partijen aan de waterstof te krijgen”, laat hij weten aan de website Missie H2.
Van Wijk vindt dat Nederland het gasnet veel sneller moet ombouwen naar een waterstofnet. Pas als de infrastructuur er is, komen vraag en aanbod op gang, en daar zijn de energietransitie en de klimaatdoelstellingen bij gebaat. Van Wijk pleit ervoor om al het inkomende aardgas om te zetten in waterstof. “Dan krijg je snel volume in het systeem. Dat is belangrijk, want de industrie heeft dat volume nodig.” Voor de CO2 heeft Van Wijk een oplossing. De waterstofprofessor propageert een bijzondere techniek: methaanpyrolyse. Methaan (aardgas) wordt daarbij onder hoge temperatuur gesplitst in waterstof en vaste koolstof. Omdat de koolstofatomen in dit proces niet reageren met zuurstof, ontstaat er geen CO2. Dit levert zogenoemde turquoise waterstof op. De vaste koolstof kan vervolgens nuttig ingezet worden in de chemie (kunststoffen) en in de landbouw en natuur als grondveredelaar.
De ontwikkelingen rond de Nationale waterstof backbone zijn nu in volle gang, maar de eerste resultaten zien we pas over enkele jaren. Er is nog een hele weg te gaan van de eerste waterstoffabriek van Shell op de Maasvlakte, naar de uitvoering van de visie van Van Wijk. Voor Van Wijk mag het allemaal wel wat sneller. Ook in Groningen zal op een dag de schop daadwerkelijk de grond in gaan voor de nieuwe Nederlandse waterstof backbone.
Tekst: Roy op 't veld | MissieH2 / Waterstof Magazine
Geïnteresseerd in het boek ‘Groene energie voor iedereen; hoe waterstof en elektriciteit onze toekomst dragen’ van Ad van Wijk. Bestellen kan via deze link
Lees ook: drie-nieuwe-renault-masters-van-h2-tech-op-waterstof-in-de-regio-alkmaar

Nederland: drie nieuwe Renault Masters van H2-TECH op waterstof in de regio Alkmaar
Er gaan drie nieuwe bestelwagens op waterstof van Renault rijden in Noord-Holland. GP Groot groep, eigenaar van het plaatselijke waterstoftankstation, kondigt aan dat GP Groot inzameling, HB Adviesbureau en NXT Mobility elk een innovatieve Renault Master in gebruik gaan nemen. Deze drie voertuigen markeren een belangrijke stap in de energietransitie van de regio Alkmaar.
De Renault Master Van H2-TECH is een grote bedrijfswagen met een laadvolume van 12 m³ die is uitgerust met een 30 kW brandstofcel, een 33 kWh-batterij en vier tanks voor in totaal 6 kg waterstof. GP Groot behoort tot de eerste groep Nederlandse ondernemingen die de innovatieve voertuigen inzet.
Een waterstofvoertuig is een elektrisch voertuig dat waterstof gebruikt als energiebron in combinatie met een batterij en stoot geen luchtvervuilende emissies of broeikasgassen uit. Het enige restproduct is waterdamp. Waterstofvoertuigen hebben een grotere actieradius dan batterij-elektrische voertuigen en kunnen binnen enkele minuten worden volgetankt.
De auto’s worden voor verschillende doeleinden ingezet. GP Groot inzameling zet het voertuig in voor de doorontwikkeling van een bijzondere dienstverlening: het sorteren van chemisch afval bij en voor klanten. Gonny Schoonhoven, bedrijfsleider Gevaarlijk afval van GP Groot inzameling: “Er bellen regelmatig klanten met de vraag: “Wij hebben chemisch afval, kunnen jullie het ophalen?”. Veel mensen hebben geen idee aan welke wet- en regelgeving het transport en verpakken ervan moet voldoen. Wij sturen dan een ADR-chauffeur naar de klant om het specifieke afval te sorteren en te verpakken. Soms kan het gelijk meegenomen worden en in andere gevallen moet een andere wagen het komen ophalen. De nieuwe Renault is uitermate geschikt voor dit werk.”
NXT Mobility gebruikt het voertuig als servicebus van haar technische dienst en HB Adviesbureau zet de waterstofbus in bij werkzaamheden in de openbare ruimte zoals veldwerkzaamheden voor (water-)bodemonderzoek en saneringen, het uitvoeren van inspecties en landmeetkundige werkzaamheden. Martijn Burgers, commercieel manager bij HB Adviesbureau: “De specialisten van HB Adviesbureau voegen waarde toe aan elk project op het gebied van biodiversiteit, leefbaarheid, beeldkwaliteit, circulariteit en klimaatbestendigheid. De inzet van een waterstofbus sluit hierbij perfect aan.”
De voertuigen tanken bij de nieuwe waterstof tankinstallatie van de NXT Energy Hub op bedrijventerrein De Boekelermeer in Alkmaar. De tankinstallatie is gerealiseerd onder de regeling DKTI-transport van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De Renaults maken deel uit van een pilot om ervaring op te doen met het rijden op waterstof, de pilot vormt de laatste fase voor de publieke openstelling van het nieuwe waterstoftankstation.
Erik Metselaar, directeur van NXT Mobility, licht toe: “Rijden op waterstof is nog volop in ontwikkeling. Daarom testen we met de nieuwe voertuigen wat rijden op waterstof in de praktijk inhoudt. Op die manier openen we de deur naar meer waterstofvoertuigen op de weg. Niet alleen doordat we straks praktijkervaring hebben met rijden op waterstof en onze klanten daarover kunnen adviseren, maar ook doordat we het kip-en-ei probleem rondom rijden op waterstof oplossen.” Metselaar vervolgt: “Zolang er geen waterstoftankstations zijn, worden er geen waterstofvoertuigen verkocht. En als er geen waterstofvoertuigen worden verkocht, worden er geen waterstoftankstations gebouwd. Door de ontwikkeling van ons eerste waterstoftankstation geven we bedrijven in de regio Alkmaar de mogelijkheid om te starten met rijden op waterstof en stimuleren we de transitie naar duurzame mobiliteit.”
Binnenkort kunnen zowel personenauto’s (700 bar) als vrachtwagens (350 bar) waterstof tanken bij de NXT Energy Hub in Alkmaar. De tanklokatie zal binnenkort ook worden uitgebreid met hoogvermogen snelladers voor elektrische vrachtwagens.
Foto: Erik Boschman Fotografie
Lees ook: australie-toyota-en-hyundai-gaan-gezamenlijk-de-waterstofmarkt-ontwikkelen

Australië: Toyota en Hyundai gaan gezamenlijk de waterstofmarkt ontwikkelen
Dat concurrenten elkaar soms nodig hebben om nieuwe markten te ontwikkelen blijkt in Australië. Daar hebben de Japanse autogigant Toyota en de Zuid-Koreaanse autofabrikant Hyundai hun rivaliteit opzij gezet en een overeenkomst getekend met twee van de grootste energiebedrijven van Australië om het waterstoftanknetwerk van het land uit te breiden.
De twee autobedrijven hebben een overeenkomst gesloten met Ampol en Pacific Energy om haalbare manieren te vinden om het aantal waterstofstations op te voeren, dat voorlopig beperkt 10 verkooppunten voor het hele land. Toyota en Hyundai hebben elk ongeveer 50 waterstofauto's op de Australische wegen.
Maar in het geval van ‘wat was er eerst, de kip of het ei?’ zijn de voertuigen vanwege het beperkte aantal tankpunten alleen beschikbaar als onderdeel van wagenparktests in Australië. De energieleveranciers moeten nog investeren in waterstoftankstations omdat er landelijk minder dan 100 auto's rijden. De nieuwe overeenkomst heeft tot doel deze beperkingen weg te nemen, hoewel de betrokken partijen nog moeten aangeven hoe de opschaling van H2-stations zal plaatsvinden en over welke periode.
“Deze samenwerkingsovereenkomst brengt vier gelijkgestemde bedrijven samen die allemaal belangrijke voorstanders zijn van de groeiende waterstofeconomie in Australië”, zegt Sean Hanley, verkoop- en marketingbaas van Toyota Australia. “Zowel Toyota als Hyundai hebben elektrische voertuigen met brandstofcellen in het programma, terwijl Ampol en Pacific Energy zwaar investeren in de groeiende ontwikkeling en distributie van duurzame energie. Dit is weer een belangrijk hoofdstuk in onze meervoudige aanpak van het verminderen van voertuigemissies.”
Op de vraag of klanten bedenkingen hebben bij de veiligheid van waterstofauto’s, zegt Hanley: “Het korte antwoord is ‘nee’. De waterstofbrandstofcel is een veilige auto. Het is onze taak, zoals elke technologie die we op de markt brengen, om de mythen te ontkrachten. En een van die mythen gaat over de veiligheid van waterstof. Wij kunnen melden dat het absoluut veilig is.”
Lees ook: universal-hydrogen-presenteert-innovatief-tankwisselsysteem-voor-vliegtuigen

Frankrijk: Universal Hydrogen presenteert innovatief tankwisselsysteem voor vliegtuigen
Universal Hydrogen heeft deze week een test uitgevoerd met verwisselbare brandstoftanks met waterstof voor vliegtuigen. Het Frans-Amerikaanse bedrijf richt zich op de ontwikkeling van vliegen op waterstof en de bijbehorende tankinfrastructuur. De eerste testvluchten op H2 zijn inmiddels succesvol uitgevoerd.
Deze week is op de Franse luchthaven van Toulouse-Blagnac aangetoond hoe de waterstoftanks uit een ATR 72 gelost en herladen kunnen worden. Het concept van de startup houdt in dat de vliegtuigen met het nieuwe voortstuwingssysteem niet ter plaatse op de luchthavens worden bijgetankt, maar dat de snelwisseltanks buiten het luchthaventerrein worden gevuld en vervolgens als nieuwe tank in het vliegtuig worden geschoven. De waterstofcontainers worden gevuld in de productiefaciliteiten van het bedrijf. Onder welke druk de containers zijn gevuld is niet bekendgemaakt, eerder communiceerde het bedrijf een druk van 850 bar.
Universal Hydrogen organiseerde de demonstratie bewust op een actieve luchthaven om het wisselen van tanks in een realistische omgeving en onder reële bedrijfsomstandigheden te laten zien. De laaddemonstratie werd bijgewoond door vertegenwoordigers van luchtvaartmaatschappijen, luchthavens, autoriteiten en fabrikanten die hun krachten hebben gebundeld in de Airport Compatibility of Alternative Aviation Fuels Task Force.
Arnaud Namer, de Chief Operating Officer (COO) van Universal Hydrogen, is enthousiast over de ontwikkelingen richting schone en stille luchtvaart: “Veel luchthavens over de hele wereld maken al dagelijks gebruik van waterstof, maar in de meeste gevallen zijn dit toepassingen op het land, zoals shuttlebussen. Vandaag zijn we een stap dichter bij het gebruik van waterstof bij het vliegen, door het waterstoftanken van ons ATR-72-vliegtuig te voltooien en de tanklogistiek van onze nieuwe H2AmpCart te onthullen. Omdat er geen extra luchthaveninfrastructuur nodig is om vliegtuigen op traditionele wijze te tanken, hebben we er vertrouwen in dat we kunnen bijdragen aan de snelle en kosteneffectieve transitie naar echte nul-emissies.”
Universal Hydrogen’s hoofdkantoor is gevestigd in Hawthorne, nabij Los Angeles International Airport. In juli 2022 opende Universal Hydrogen zijn Europese ontwikkelingscentrum in Toulouse. Hier wordt voornamelijk ombouwset voor de ATR 72-vliegtuigen ontwikkeld. De strategische investeerders van het bedrijf zijn onder meer GE Aerospace, Airbus Ventures, American Airlines, JetBlue Technology Ventures, Toyota Ventures en Mitsubishi Capital.
Universal Hydrogen is van plan om regionale vliegtuigen zoals de ATR 72 en de Dash 8, om te bouwen tot waterstofvliegtuigen. De fabrikant streeft ernaar om in 2026 het eerste vliegtuig in de reguliere dienstregeling te zetten.
Lees ook: bunkerschip-met-waterstof-in-rouen-zorgt-voor-80-minder-co2-uitstoot

Frankrijk: bunkerschip met waterstof in Rouen zorgt voor 80% minder CO2-uitstoot
Het bedrijf Hydrogène de France (HDF Energy) en een groot aantal Franse partners werken aan een bunkerschip dat schepen aan de kade moet voorzien van emissievrije stroom of waterstof. Binnen het project Elemanta H2 wordt een schip gebouwd dat ervoor moet zorgen dat schepen aan de kade hun dieselmotoren gaan uitzetten en overschakelen op emissievrije stroom. De uitstoot van de schepen aan wal moet op deze wijze met 80% worden verminderd.
Het project zit volop in de ontwikkelfase. Eind 2025 moet het bunkerschip beschikbaar zijn. In eerste instantie wordt het ingezet in de haven van de stad Rouen, aan de rivier de Seine tussen Parijs en Le Havre. HDF Energy gaat het schip bouwen. Het bedrijf wil de technologie vervolgens over Europa uitrollen. Damien Havard, president van HDF Energy, is enthousiast over het innovatieve project. “HDF is er trots op zijn expertise op het gebied van waterstoftechnologieën in te brengen bij de ontwikkeling van het schip Elemanta H2. Dankzij onze grote fabriek voor serieproductie van brandstofcellen beschikt HDF over oplossingen die zijn afgestemd op de grote uitdagingen van het koolstofvrij maken van de maritieme sector.”
De levensduur van de waterstofsystemen aan boord wordt door HDF ingeschat op 20 jaar.
Lees ook: europa-onderzoek-toont-aan-dat-waterstof-pijpleiding-vanuit-qatar-haalbaar-is

Europa: onderzoek toont aan dat waterstof-pijpleiding vanuit Qatar haalbaar is
Uit onderzoek van twee toonaangevende Europese bedrijven blijkt dat een nieuwe pijpleiding voor waterstoftransport tussen de golfregio en Europa een haalbare oplossing is. Via deze pijp kan jaarlijks 100 TWh of circa 2,5 miljoen ton 100% emissievrije waterstof aangevoerd worden voor een prijs van ongeveer 4 euro per kilo. De waterstofprijs is ongeveer 2,80 euro per kilo en de transportkosten bedragen 1,20 euro per kilo. Het onderzoek is uitgevoerd door het bedrijf RINA, een multinational op het gebied van inspectie, certificering en advies. Partner is AFRY, een Europese leider op het gebied van advies, engineering en ontwerp. Of een pijpleiding door een onstabiele regio een verstandige keuze is, is een politieke vraag. Het onderzoek werd uitgevoerd voordat de oorlog tussen Israël en Hamas uitbrak.
Met zeer veel groene energie uit zon en wind kan de Golfregio een toonaangevende mondiale producent van groene en blauwe waterstof, ammoniak en andere syntheseproducten worden. De onderzochte pijpleiding start in de Golf-regio en loopt door Saudi-Arabië, langs het Suezkanaal naar Egypte en de Middellandse zee. Vanaf daar kan de pijp aanlanden in Griekenland of Italië en stroomt de waterstof verder naar het noorden.
Of de pijpleiding een serieuze optie is, wordt voor de politiek een moeilijke keuze. De klimaatdoelen moeten worden gehaald, maar de energie-zekerheid is van levensbelang voor heel Europa. De pijpleiding vanuit Qatar loopt door politiek instabiele regio’s waarin veel landen de afgelopen tientallen jaren regelmatig oorlog hebben gevoerd. Sabotage van de pijpleiding heeft dan al snel grote gevolgen.
Antonio Nodari, lid van het Executive Management Team bij AFRY Management Consulting voorziet echter geen grote problemen. “ De pijpleiding biedt een unieke kans om een stap voorwaarts te zetten binnen de energietransitie in Europa en de MENA-regio. Het team van experts dat aan dit rapport heeft gewerkt, begrijpt niet alleen de kansen, maar heeft ook een realistisch beeld van de obstakels die overwonnen moeten worden en beschikt over de oplossingen om die uitdagingen aan te pakken.”
Lees ook: duitsland-netbeheerders-starten-met-de-uitrol-van-het-landelijke-waterstofnetwerk

Duitsland: netbeheerders starten met de uitrol van het landelijke waterstofnetwerk
Niet alleen in Nederland wordt gewerkt aan een landelijk waterstofnetwerk. Ook in Duitsland is de ombouw van het aardgasnet naar waterstof in volle gang. Enkele kilometers over de Nederlandse grens bij Oldenzaal wordt later deze maand begonnen met een waterstofpijplijn van Lingen naar Bad Bentheim.
Ruim tien kilometer verderop zijn de eerste werkzaamheden richting het nieuwe Duitse waterstofnetwerk inmiddels in volle gang. Daar zijn de gasnetbeheerders Nowega en Open Grid Europe (OGE) begonnen met het ombouwen van een langeafstandsgaspijpleiding van aardgas naar waterstof. De circa 46 kilometer lange leiding, die van Emsbüren in Nedersaksen via Bad Bentheim naar Legden in Noordrijn-Westfalen loopt, wordt met een mobiele compressor leeggepompt en vervolgens losgekoppeld van het net. De netbeheerders verwachten vanaf 2025 de eerste waterstof via de voormalige aardgaspijp te kunnen transporteren. De pijpleiding is bedoeld om klanten uit de industrie en het midden- en kleinbedrijf te laten aansluiten op de waterstofvoorziening. De projecten maken deel uit van het Get H2 Nucleus-project. Het doel van het Get H2-initiatief is om een basis te leggen voor een landelijke waterstofinfrastructuur.
“De ombouw van bestaande pijpleidingen naar waterstof maakt een snelle en kostenefficiënt transportsysteem in de waterstofeconomie mogelijk”, benadrukt Nowega-directeur Frank Heunemann. “De projecten laten zien dat de samenwerking tussen verschillende netbeheerders werkt en dat we samen een krachtig waterstofnetwerk kunnen bouwen.” De eerste conversie van een aardgastransportleiding naar waterstof is een cruciaal puzzelstukje voor de energietransitie en voor het Duitse waterstofnetwerk, aldus Thomas Hüwener, lid van de raad van bestuur van OGE.
Elders in Duitsland is het in Leipzig gevestigde bedrijf Ontras eind vorig jaar al begonnen met de bouw van de eerste nieuwe Duitse gaspijpleiding, die vanaf het begin voor waterstof bestemd is, in de oostelijke deelstaat Saksen. Deze pijp is onderdeel van een gepland waterstofnetwerk van 900 kilometer dat ook gebruik zal maken van de gemoderniseerde aardgasinfrastructuur.
Lees ook: canada-edmonton-en-strathcona-county-kiezen-voor-waterstof-vanwege-hoge-betrouwbaarheid

Canada: Edmonton en Strathcona County kiezen voor waterstof vanwege hoge betrouwbaarheid
In de Canadese steden Edmonton en Strathcona County worden dit najaar de eerste waterstof-elektrische bussen binnen het openbaar vervoer in gebruik genomen. Uit diverse testen is gebleken dat de voertuigen goed blijven presenteren in de meest uiteenlopende weersomstandigheden. De regio Edmonton en Strathcona County liggen in de provincie Alberta in een gebied dat bekend staat om zijn kille winterklimaat. Betrouwbaarheid en het rijbereik van stad- en streekbussen in alle seizoenen is van groot belang.
In de regio is transport een van de belangrijkste veroorzakers van de uitstoot van broeikasgassen, waarbij bussen in het openbaar vervoer het grootste aandeel uitstoten van alle gemeentelijke voertuigen. Voor de breide gemeenten is dat een belangrijke reden om hier als eerste waterstofvoertuigen te introduceren. De waterstofbussen vormen een aanvulling op de huidige elektrische busvloot van de stad Edmonton, die 60 voertuigen heeft rijden. Edmonton is daarmee de eerste stad in Canada met zowel waterstof-brandstofcel-elektrische bussen als batterij-elektrische bussen. De bussen op waterstof hebben een actieradius van 480 kilometer, de H2 wordt geproduceerd in de regio.
Derek Hanson, directeur van Transit Fleet Maintenance, zegt dat onderzoek van vervoersbedrijven in Canada heeft aangetoond dat waterstof-brandstofcelbussen het meest geschikt zijn voor langere routes. "Een waterstofbus is een voordeligere optie voor langere routes, in vergelijking met batterij-elektrische bussen die zware batterijen of extra oplaadinfrastructuur nodig hebben.”
Het nieuwe waterstoftankstation zal worden gevestigd in de buurt van de snelweg die Edmonton en Calgary met elkaar verbindt, waardoor ook het zware transport in de regio in de toekomst snel kan tanken.
De proef met de waterstofbussen is onderdeel van het Alberta Zero Emission Hydrogen Transit-initiatief. Emissions Reduction Alberta (ERA) verstrekt ruim 3 miljoen euro subsidie.
Lees ook: hyuse-krijgt-subsidie-voor-onderzoek-naar-direct-gebruik-van-waterstof
Nederland: HyUse krijgt subsidie voor onderzoek naar direct gebruik van waterstof
Een belangrijke impuls voor het toepassen van waterstof in verschillende sectoren in Nederland. Het GroenvermogenNL R&D-consortium HyUSE heeft een subsidie toegekend gekregen van ruim € 14 miljoen om onderzoek te doen naar de wijze waarop waterstof toegepast kan worden als brandstof in de industrie, zwaar transport en lokale energievoorziening. Het onderzoek wordt uitgevoerd onder leiding van TNO. Met een extra bijdrage vanuit de industrie en andere partners heeft het programma een totaalbudget van 16,5 miljoen euro.
Op dit moment wordt grijze waterstof nog voornamelijk gebruikt als grondstof in industriële processen, zoals raffinage en ammoniakproductie. Maar waterstof is ook geschikt als brandstof om processen die hoge temperaturen nodig hebben koolstofvrij te maken en als brandstof voor emissievrije gascentrales die stroom moeten leveren als en even geen groene energie uit windmolens en zonneparken beschikbaar is. In de transportsector kan waterstof als brandstof dienen in waterstofverbrandingsmotoren of in brandstofcellen om voertuigen elektrisch aan te drijven.
Het consortium HyUSE gaat onderzoek doen naar de manieren waarop in de toekomst groene waterstof in deze processen kan worden toegepast. Daarbij draait het om vragen als op welke wijze moeten fabrieken worden aanpast zodat ze kunnen draaien op waterstof in plaats van aardgas en hoe waterstof veilig kan worden gebruikt in het transport of scheepvaart? En misschien nog wel het belangrijkste: hoe wordt de overgang van fossiel naar fossielvrij gerealiseerd, terwijl de economie gewoon moet doordraaien?
Het consortium HyUSE bestaat uit 30 partijen, waaronder 8 universiteiten, 5 hogescholen, 3 onderzoeksinstituten en 14 industriële partners. De looptijd van het onderzoek is zes jaar.
Lees ook: belgie-waterstof-en-autospecialist-mark-pecqueur-op-57-jarige-leeftijd-overleden

België: waterstof- en autospecialist Mark Pecqueur op 57-jarige leeftijd overleden
Een schok voor de Belgische waterstofwereld. Waterstof- en autospecialist Mark Pecqueur is overleden, meldt zijn familie op social media. ‘Met groot verdriet melden wij het overlijden van Mark Pecqueur. Moedig de strijd aangegaan. Tot op het laatste vol passie en drive. Een trouwe collega, fijne vriend, vol liefde voor zijn familie. Een stempel op de automotive gedrukt. Zijn werk nog lang niet klaar. Een veelgevraagd spreker, een vat vol kennis’. Mark Pecqueur afgelopen vrijdag op 57-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van pancreaskanker (alvleesklierkanker).
Pecqueur werd vaak opgevoerd als expert in de krant Gazet van Antwerpen en was een geliefde leraar aan de Thomas More Hogeschool. Op zijn overlijden komen honderden reacties. “Zijn humor, visie en enthousiasme zijn blijvende herinneringen. Dat kleine potloodje achter zijn oor ook”, schrijft een vriendin op Facebook.
“Ik zal Mark mijn leven lang blijven koesteren als de kanjer van een man die hij was”, schrijft zijn vrouw Isabelle op Facebook. “Hij was mijn soulmate, mijn unieke en onnavolgbare vent, mijn fantastisch reismaatje, mijn complementaire wederhelft die uitblonk in alles waarin ik dat totaal niét deed, mijn grote liefde.”
Twee jaar geleden publiceerde Pecqueur zijn boek “Run on Water, op waterstof’ en vorig jaar speelde hij als autodocent en auto-onderzoeker een sleutelrol in de Nederlandse tv-serie ‘Geluk op Wielen’ dat werd uitgezonden op SBS6. Daar was hij 12 weken lang te zien in een laagdrempelig en vrolijke autoprogramma dat als doel had om met praktische tips autobezitters te helpen om hun brandstof- en autokosten te verlagen. Mark Pecqueur, die verbonden was aan de Thomas More hogeschool in België, onderscheidt in de tv serie fabels van feiten vanuit zijn laboratorium in België.
Adwin Martens van het Belgisch-Nederlandse WaterstofNet blikt terug op Pecqueur: “Mark, uniek met zo een sterke combinatie van gedrevenheid, kennis, een duidelijke mening en het vooral ook duidelijk kunnen uitleggen. Enorm veel respect voor jou, en bijzonder triest dat je ons al zo snel moet verlaten, de maatschappij heeft mensen zoals jij broodnodig. Je bijdrage aan het waterstofverhaal is cruciaal geweest,… voor studenten, voor de media, voor bedrijven,… voor iedereen die jouw verhaal hoorde, dankjewel! Rust in vrede, sterkte aan de familie, je naam zal op allerlei vlakken blijven voortleven,… vanzelfsprekend ook in de waterstofwereld.
Bart Biebuyck, voormalig director van Clean Hydrogen Partnership: “Mijn oprechte medeleven met de familie. Mark was een echte voorvechter voor de waterstof en heeft veel betekend voor deze industrie in België, bedankt Mark en rest in Peace”.
Mark Pecqueur laat een vrouw en acht kinderen tussen 23 en 31 jaar achter.
Lees ook: feestelijke-uitreiking-van-waterstofmedaille-aan-waterstofprofessor-ad-van-wijk

Nederland: feestelijke uitreiking van waterstofmedaille aan waterstofprofessor Ad van Wijk
Het was te verwachten en het is geheel terecht. Professor Ad van Wijk is tijdens zijn afscheidssymposium van de Technische Universiteit van Delft beloond met een waterstofmedaille. Zijn afscheidsrede als professor van het toekomstige energiesysteem legt hij er de nadruk op dat het voor iedereen vooral betaalbaar moet zijn. Van Wijk heeft zich vele jaren ingezet voor de belangrijke rol die waterstof in de toekomst gaat innemen.
In het volle besef dat hij zeer terecht al menig ondernemers- én wetenschapsprijs in ontvangst mocht nemen, is de jury volmondig van mening dat waterstofprofessor Ad van Wijk de Missie H2 Waterstofmedaille ten volle verdient. Van Wijk nam afgelopen vrijdag welliswaar afscheid van de universiteit, maar dat betekent nog niet dat hij de waterstofontwikkelingen aan zich voorbij laat gaan. Missie H2, de organisatie achter de waterstofmedaille ziet de medaille vooral als aanmoediging om door te gaan met het waterstoftraject naar een emissievrije waterstof-samenleving.
Tijdens zijn afscheid werd ook het boek ‘Groene energie voor iedereen’ gepresenteerd. Het boek geeft een nieuw perspectief op een duurzame energievoorziening en is verkrijgbaar in het Nederlands en Engels via de website profadvanwijk.com
Lees ook: ms-antonie-het-binnenvaartschip-op-waterstof-maakt-proefvaart-op-het-haringvliet

Nederland: Ms Antonie, het binnenvaartschip op waterstof, maakt proefvaart op het Haringvliet
Vanaf de buitenkant lijkt het een gewoon schip, maar binnenin zit zeer hoogwaardige technologie. De Ms Antonie, het eerste nieuwe binnenvaartschip in Nederland dat vanaf het eerste moment vaart op groene waterstof, is de afgelopen week getest op het Haringvliet. De technici melden dat het manoeuvreren vlekkeloos is verlopen. De elektromotoren leverden per stuk maar liefst 700 kilowatt vermogen. Dit resulteert in een topsnelheid van 19 kilometer per uur. Begin december staat een tweede proefvaart gepland. De bouwers gaan er vanuit dat het tijdelijke certificaat dan wordt omgezet in een definitieve.
Het casco van de Ms Antonie is begin dit jaar aangekomen in Nederland en is verder afgebouwd bij Concordia Damen in Werkendam. Het doel is ervaring op te doen bij de bouw van een 100% emissievrij binnenvaartschip. De projectpartners zijn Nedstack Fuel Cell Technology, Nobian, Concordia Damen Shipbuilding, HyEnergy TransStore en NPRC. De opdrachtgever en eigenaar van het schip is binnenvaartschipper Harm Lenten van Lenten Scheepvaart. Het schip gaat varen op een brandstofcel van het Nederlandse bedrijf Nedstack uit Arnhem die wordt ondersteund door 36 batterijpakketten geleverd door Ebusco.
De Ms Antonie heeft een lengte van 135 meter. Met een laadvermogen van 3.700 ton zal het binnenvaartschip na afbouw worden ingezet voor het transport van zout tussen Delfzijl en de haven van Rotterdam. De Ms Antonie gaat varen voor opdrachtgever Nobian Industrial Chemicals B.V.
Lees ook: grootste-waterstoftankstation-van-amsterdam-opent-in-december

Nederland: grootste waterstoftankstation van Amsterdam opent in december
De bouw van het grootste waterstoftankstation in Amsterdam is in volle gang. Op de plek waar vier weken geleden nog een kale vlakte lag, ligt inmiddels een betonnen fundering, zijn keerwanden geplaatst en staat de eerste apparatuur al op de plek. Holthausen Energy Points bouwt hier een groot waterstoftankstation geschikt voor personenauto’s en vooral zwaar vrachtverkeer. Ter plaatse wordt groene waterstof geproduceerd uit zon en wind, worden waterstof gasflessen en bundels gevuld met groene waterstof en voertuigen kunnen elektrisch laden. “De locatie is groot, maar waterstof wordt ook groot. Straks zal een groot deel van de lange afstandsvrachtwagens op waterstof gaan rijden.”
Carl en Max Holthausen van Holthausen Energy Points zijn maar wat trots op het megagrote waterstoftankstations. “Vier weken geleden zijn we met het grondwerk begonnen en een week later zag het terrein er compleet anders uit. De bouwvakkers hebben inmiddels de dokking-bunker voor de waterstoftrailers geplaatst. Hier kunnen op een veilige manier, tussen hoge betonnen keerwanden, tankauto’s waterstof brengen of halen. Inmiddels staan de bufferbanken, waarin waterstof onder hoge druk ligt opgeslagen om snel getankt te kunnen worden, op hun plek. Ook de Tores koeling is geplaatst. Deze week hebben projectpartners ContrAll en Resato, fabrikant van het waterstoftankstation, de hogedrukleidingen met 1400 bar door KIWA laten keuren. Ook deze stap is succesvol afgerond.”
Holthausen was met waterstof tot op heden hoofdzakelijk actief in het noorden van Nederland. De regio Amsterdam is een nieuw marktgebied, maar directeuren Carl en Max Holthausen hebben er veel vertrouwen in. “We plaatsen het tankstation op het industrieterrein Westpoort, het logistieke centrum van groot Amsterdam. Hier verwachten we de komende jaren een goede marktpositie op te kunnen bouwen. In het noorden zijn we al jarenlang echte waterstofpioniers, in Amsterdam zal dat niet anders zijn. De locatie is groot, maar waterstof wordt ook groot. Straks zal een groot deel van de lange afstandsvrachtwagens op waterstof gaan rijden.” De electrolyser in Amsterdam krijgt een vermogen van 1,2 MW en kan ongeveer 540 kilo 100% groene waterstof per dag leveren.
De eerste transportbedrijven hoeven niet te wachten op het moment dat grote vrachtwagenfabrikanten met waterstoftrucks op de markt komen. In Groningen heeft dochterbedrijf Holthausen Clean Technology BV de afgelopen jaren al tientallen vrachtauto’s omgebouwd van fossiel naar waterstof. Daar rijden inmiddels veegauto’s, vuilniswagens, bestelwagens en zelf een melktankwagen op waterstof. Geïnteresseerde transporteurs kunnen daar een waterstoftruck bestellen.
In Amsterdam ziet Holthausen ook commerciële kansen met het vullen van waterstof gasflessen en bundels met groene waterstof. Deze cilinders en bundels kunnen op transport naar bedrijven die waterstof nodig hebben voor in het productieproces, voor intern transport met heftrucks of stapelaars of op bouwlocaties.
Als alles volgens planning verloopt zal het waterstoftankstation in Amsterdam in december dit jaar haar deuren openen. Het adres is: Holthausen Energy Points BV Beiraweg 3 Amsterdam
Foto: hoewel er nog veel werk gedaan moet worden heeft de Nederlandse fabrikant Resato de tankzuilen inmiddels geplaatst.
Lees ook: nederland-westfalen-neemt-ontwikkelingsplannen-voor-waterstoffabriek-in-zutphen-over

Nederland: Westfalen neemt ontwikkelingsplannen voor waterstoffabriek in Zutphen over
De plannen voor de waterstoffabriek in Zutphen zijn overgenomen door Westfalen Waterstof Zutphen B.V., een volle dochter van Westfalen Gassen Nederland B.V. in Deventer. De verkopende partij, waterstofcoöperatie GldH2 U.A. verwacht dat met de verkoop de fabriek sneller gebouwd gaat worden. Westfalen is een gerenommeerd internationaal bedrijf, gespecialiseerd in industriële gassen, koudemiddelen en propaan. Metaalverwerker KME in Zutphen participeert voor een beperkt deel in deze plannen.
De plannen voor de oprichting van een waterstoffabriek zijn vier jaar geleden gestart met de oprichting van de Zutphense waterstofcoöperatie GldH2. De initiatiefnemers zijn er van overtuigd dat waterstof een belangrijke rol gaat vervullen binnen de energietransitie. Waterstof wordt wereldwijd gezien als een belangrijk opslag-onderdeel van de energietransitie. Ook zal waterstof in de toekomst worden ingezet als energiedrager voor voertuigen, woningverwarming en in productieprocessen. Participant KME, op wiens bedrijfslocatie de fabriek wordt gevestigd, wordt een van de afnemers van waterstof. KME zal hiermee de afname van grijze waterstof vervangen door de ter plaatse geproduceerde groene waterstof. Jan Fikken, actief binnen GldH2 en Zutphen Energie verwacht dat de toekomstige waterstoffabriek ook een belangrijke rol gaat vervullen bij de lokale energievoorziening.
Voor Westfalen is de overname van de plannen van GldH2 een belangrijke stap richting een van de eerste groene waterstoffabrieken in Nederland. Het bedrijf neemt van GldH2 de reeds bestaande vergunning voor de bouw van de waterstoffabriek over, een langdurige erfpacht van een stuk grond van KME dat ligt tussen de bestaande metaalfabriek en het Twentekanaal en een reeds gereserveerde stroomaansluiting van Liander. Deze drie onderdelen zijn onherroepelijk verbonden met de locatie in Zutphen en essentieel om de waterstoffabriek te kunnen bouwen. Momenteel worden de waterstoffabrieksplannen door Westfalen verder ontwikkeld.
GldH2 is in september 2019 opgericht om de waterstofontwikkelingen in en rond Zutphen te stimuleren. Het initiatief is financieel ondersteund door de ontwikkelingsmaatschappij van de provincies Gelderland en Overijssel OostNL en de Regio Stedendriehoek, de voormalige Cleantech Regio. De initiatiefnemers moesten in 2022 van de bouw van de fabriek afzien nadat een Europese subsidieaanvraag voor 5 miljoen euro werd afgewezen. Vervolgens zijn de gesprekken met verschillende overnamekandidaten opgestart waar Westfalen als beste kandidaat uit de bus kwam.
Foto ter illustratie: een soortgelijke waterstofproductielokatie in Oosterwolde in het noorden van Nederland
Lees ook: waterstofgoeroe-professor-ad-van-wijk-neemt-vandaag-afscheid-van-ut-delft

Nederland: waterstofgoeroe professor Ad van Wijk neemt vandaag afscheid van TU Delft
Wie in de wereld van waterstof kent hem niet? Professor Ad van Wijk van de Technische Universiteit Delft. Als warm pleitbezorger van waterstof binnen de toekomstige groene energievoorziening is hij al meer dan tien jaar lang dominant aanwezig in binnen- en buitenland. Zijn belangrijkste doel is dat duurzame energie voor iedereen haalbaar en betaalbaar wordt. De professor neemt vandaag (vrijdag 27-10-2023) gepast afscheid, met een boek over groene energie en een afscheidsrede met de titel ‘A sustainable energy supply for everyone’.
Het boek ‘Groene energie voor iedereen’ kent een Engelse en Nederlandse editie en is door Ad van Wijk samen geschreven met Els van der Roest en Jos Boere van het KWR Wateronderzoeksinstuut, waar Van Wijk gastprofessor is. De uitgave is een pleidooi om breder te kijken naar energiesystemen, waarin duurzame energie als onderdeel van een geïntegreerd systeem functioneert samen met materialen, water en voedsel. Voor de omschakeling naar duurzame energie is volgens de schrijvers meer nodig dan het vervangen van fossiele energie. Het hele energiesysteem moet anders worden ingericht. Ad van Wijk schetst onder meer in het boek energiescenario’s waarin niet alleen duurzame energieproductie en energievraag, maar ook de dimensies ruimte en tijd middels de kosten voor transport en opslag worden onderzocht. Ad van Wijk: “Een duurzame energievoorziening voor iedereen op de wereld is geen utopie, maar haalbaar en betaalbaar dankzij de schone energiedragers waterstof en elektriciteit. Dit is snel te realiseren wanneer we op een integrale manier naar ons wereldwijde energiesysteem kijken’’.
Ad van Wijk (1956) is tot vandaag emeritus hoogleraar Future Energy Systems aan de TU Delft en ook verbonden aan KWR Water Research Institute, waar hij het onderzoeksprogramma Energie en Water vormgeeft. Zijn werkzame leven zet hij zich in voor duurzame energie met als motto ‘Een duurzame energievoorziening voor iedereen’. De laatste jaren is Van Wijk vooral bekend als ‘waterstofprofessor’ door groene waterstof als cruciale sleutel in het energiesysteem van de toekomst onophoudelijk aan te tonen. Ad van Wijk is schrijver van diverse boeken waaronder het populaire boek over energie ‘Hoe kook ik een ei’.
Van Wijk is ook een man van de praktijk. Tijdens zijn afscheid is er ook ruimte voor studenten van de Technisch Universiteit Delft om hun nieuwste vliegtuig, boot en auto’s op waterstof te pitchen. Deze ‘next generation’ krijgt ook officieel het eerste exemplaar van het boek overhandigd. Na het ochtend-symposium is er een lunch met bezoeken aan de onderzoekswoonwijk ‘The Green Village’, opgericht door Ad van Wijk.
In het boek pleiten de schrijvers voor een integrale aanpak waarin wereldwijd wordt gezocht naar eerlijke oplossingen waar iedereen ter wereld van kan profiteren. De focus ligt hierbij vooral ook op de infrastructuur en opslag van de energiebronnen die te vaak worden vergeten. De onderzoekers ontwikkelden onder andere een wereldkaart die laat zien waar ter wereld er overschotten van op te wekken zonne-energie zijn en waar er tekorten aanwezig zijn. De focus ligt nu op een sectorgerichte en technologische energietransitie, maar een gebieds- en systeemgerichte energietransitie is eenvoudiger en sneller.
Mede-auteur van het nieuwe boek ‘Groene energie voor iedereen’ Els van der Roest (1991) heeft zich als onderzoeker bij KWR Water Research Institute gespecialiseerd in duurzame concepten rondom Water & Energie. Daarnaast promoveert zij 15 november 2023 aan de Technische Universiteit Delft op geïntegreerde duurzame energie- en watersystemen voor woonwijken. Co-auteur Jos Boere (1959) is directeur van Allied Waters, dat zich richt op implementatie van innovatieve en duurzame concepten in een circulaire economie. Jos is medeoprichter van Hysolar, producent en leverancier van groene waterstof.
Lees ook: nieuwe-energiecentrale-van-leipziger-stadtwerke-klaar-voor-100-waterstof

Duitsland: nieuwe energiecentrale van Leipziger Stadtwerke klaar voor 100% waterstof
In de Duitse stad Leipzig is deze week een energiecentrale in gebruik genomen die kan draaien op 100% waterstofgas. Eigenaar Leipziger Stadtwerke spreekt over een van de belangrijkste mijlpalen voor een duurzame warmtevoorziening in de grootste stad van Oost-Duitsland. Volgens Stadtwerke is dit de eerste gecertificeerde waterstofcentrale van Duitsland. De centrale aan de Bornaische Straße maakt gebruik van twee gasturbines met in totaal 125 megawatt, om elektriciteit en warmte voor de stad op te wekken. Naast aardgas kan ook waterstof worden gebruikt.
De SGT800-gasturbines, geleverd door Siemens Energy, zijn ontworpen om in de overbruggingsperiode naar groene waterstof aardgas met lage emissies te verbranden. In de gasturbines werken zogenaamde Dry Low Emission branders zonder toevoeging van water. Om de uitstoot verder te verminderen, zijn ook grote katalysatoren in de warmwatergenerator geïntegreerd. Deze gecombineerde SCR-katalysatoren verminderen de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) en koolmonoxide.
Volgens de gemeentelijke nutsbedrijven in Duitsland zal het tot 2025 duren voordat de elektriciteits- en warmtevoorziening met groene waterstof en synthetische brandstoffen in de benodigde hoeveelheden en tegen betaalbare prijzen op de markt kan worden ingekocht. Tot die tijd zal een op aardgas gebaseerd warmtekrachtsysteem als overbruggingstechnologie worden gebruikt.
De centrale draait alleen op vol vermogen als dat nodig is, bijvoorbeeld op momenten dat er weinig duurzame energie wordt opgewekt uit wind- en zon. Op deze momenten kan de energiecentrale snel worden opgestart om binnen enkele minuten in de elektriciteits- en warmtebehoefte te voorzien. Door de restwarmte van de elektriciteitsopwekking te gebruiken voor stadsverwarmingsdoeleinden bereikt het systeem een algemeen rendement van ongeveer 90 procent, aldus de gemeentelijke nutsbedrijf.
Het verbranden van waterstof is technisch mogelijk, maar er ligt momenteel nog geen pijpleiding om groene waterstof in de gewenste volumes aan te voeren. Voorlopig draait de centrale dan ook nog op aardgas. In Duitsland wordt een landelijk waterstofnetwerk van pijpleidingen ontwikkeld. Daar zal de centrale in de toekomst op worden aangesloten. De bouw van de milieuvriendelijke energiecentrale in Leipzig heeft 188 miljoen euro gekost.
Lees ook: koning-willem-alexander-start-aanleg-eerste-deel-landelijk-waterstofnetwerk

Nederland: Koning Willem-Alexander start aanleg eerste deel landelijk waterstofnetwerk
Een belangrijke eerste stap voor het landelijke waterstofnetwerk door Nederland. Zijne Majesteit de Koning start morgenmiddag (vrijdag 27 oktober 2023) de aanleg van het eerste deel van de nationale ringleiding voor waterstof. Over zeven jaar moet er door heel Nederland een backbone liggen die alle grote industriële clusters in het noorden, oosten, zuiden en westen met elkaar verbindt. Ook worden vanaf deze ringleidingen verbindingen gemaakt met België en Duitsland. De Nederlandse Gasunie is verantwoordelijk voor de aanleg van het netwerk, dat voor het overgrote deel uit bestaande aardgasbuizen bestaat.
De Nederlandse regering verwacht dat waterstof een cruciale rol gaat spelen bij de energietransitie, bijvoorbeeld in de industrie en transportsector. Eén van de randvoorwaarden voor de ontwikkeling van de waterstofmarkt is de infrastructuur voor transport en opslag. Door als eerste Europese land de infrastructuur voor waterstof op orde te hebben, kan Nederland een belangrijk knooppunt voor duurzame energie worden.
Naast eigen binnenlandse productie zal naar eerste grove inschatting ongeveer de helft van de nodige waterstof geïmporteerd moeten worden. Nederland werkt aan handelsrelaties op het gebied van waterstof met een brede groep landen, zowel op het gebied van inkoop en verkoop.
Het eerste deel van het waterstofnetwerk, een traject van meer dan 30 kilometer, loopt in Rotterdam van de Tweede Maasvlakte naar Pernis, en is naar verwachting in 2025 operationeel. Het landelijke netwerk krijgt uiteindelijk een lengte van 1.200 kilometer en bestaat grotendeels uit bestaande aardgasleidingen die zullen worden hergebruikt. Het netwerk zal verbindingen hebben met grootschalige waterstofproductiefaciliteiten, importterminals in de zeehavens en bedrijven in binnen- en buitenland die waterstof gaan gebruiken om te verduurzamen.
Tijdens de startbijeenkomst houden onder meer de CEO van Gasunie een toespraak. Ook is er een gesprek tussen vertegenwoordigers vanuit de industrie en maatschappelijke organisaties over het belang van waterstof. Na de officiële start krijgt Koning Willem-Alexander een rondleiding over de bouwplaats waarbij medewerkers van Gasunie onder meer vertellen over de speciale techniek om waterstofleidingen aan te boren. Aansluitend spreekt de Koning met diverse betrokkenen over de verduurzaming van het bedrijfsleven, de rol van waterstof binnen een duurzaam energiesysteem, het transport van waterstof en over importmogelijkheden.
Afbeelding: 32 kilometer nieuwe waterstofleiding ligt inmiddels klaar in Moerdijk
Lees ook: gck-mobility-levert-10-h2-bussen-voor-bezoekers-van-olympische-spelen-in-parijs

Frankrijk: GCK Mobility levert 10 H2-bussen voor bezoekers van Olympische spelen in Parijs
Het Franse bedrijf GCK Mobility en de Japanse autofabrikant Toyota werken samen bij de bouw van waterstofbussen voor de Olympische Spelen in Parijs. Toyota is de wereldwijde mobiliteitspartner van het Internationaal Olympisch Comité en het Internationaal Paralympisch Comité, en gaat de brandstofcelsystemen leveren voor tien bussen. Hiermee worden meer dan 5.000 bezoekers als onderdeel van zijn gastenprogramma tijdens de Olympische en Paralympische Spelen Parijs 2024 vervoerd. Na de spelen die in de zomer worden gehouden, blijven de voertuigen in gebruik in de regio Ile de France, als erfenis van Olympisch Parijs.
Afgelopen week werd de eerste bus, die door GCK Mobility is omgebouwd, gepresenteerd tijdens de beurs ‘Rencontres nationales du transport public’ in de Franse stad Clermont-Ferrand (foto). De omgebouwde voertuigen zullen worden gekocht door BE Green, een Frans bedrijf dat CO2-neutrale transportdiensten levert. Bij de ombouw worden de dieselmotor en versnellingsbak in een touringcar vervangen door een elektromotor van 370 kW, accu’s en een Toyota TFCM2-B brandstofcelmodule . Met deze innovatieve aanpak kunnen voertuigen op fossiele brandstof snel worden omgebouwd naar 100% emissievrij op waterstof.
Brandstofcelmodules van Toyota worden al gebruikt in vrachtwagens, bussen, treinen, generatoren en diverse maritieme toepassingen.
Lees ook: maxima-centrale-in-lelystad-klaar-voor-bijstook-met-50-waterstof

Nederland: Maxima-centrale in Lelystad klaar voor bijstook met 50% waterstof
Als een van de eerste gasgestookte elektriciteitscentrales ter wereld is de Maxima Centrale in de Nederlandse stad Lelystad klaar voor waterstof. Afgelopen zomer zijn de werkzaamheden afgerond. De Franse eigenaar Engie heeft de traditionele aardgascentrale aangepast zodat er tot 50 procent waterstof meegestookt kan worden. Op deze wijze kan de uitstoot van schadelijke emissies flink naar beneden. Omdat groene waterstof nog op zich laat wachten, start Engie eerst met blauwe waterstof. Dat kan niet anders, zegt Harry Talen, directeur van de centrale tegen MissieH2: “De sector moet sneller verduurzamen dan er groene waterstof beschikbaar is.”
Trots leidt Talen zijn bezoek rond op het kunstmatige eiland in het IJsselmeer waar de Maxima-centrale, een van de grootste centrales van Nederland, gevestigd is. “Dit zijn de modernste gasturbines in Nederland”, zegt hij als hij met veiligheidshelm over het terrein loopt. De centrale bestaat uit twee identieke eenheden, die allebei een vermogen hebben van 440 megawatt. “Wind- en zonne-energie zijn de bronnen van de toekomst”, zegt Talen even later binnen bij een kop koffie. “Maar als het niet hard genoeg waait of als de zon niet schijnt, is er een alternatief nodig.”
Gaan batterijen niet zorgen voor het aan elkaar knopen van vraag en aanbod? “Er is zeker een rol voor batterijen”, meent Talen, maar met alleen batterijen gaat Nederland het volgens hem niet redden. Batterijen zijn geschikt om gedurende de dag het netwerk in balans te houden, maar niet om seizoenen te overbruggen. “Gascentrales zijn de beste en duurzaamste opties voor het leveren van flexibel vermogen dat CO2-vrij is.” De eerste eenheid van de Maximacentrale is inmiddels aangepast voor de bijstook van waterstof. De tweede volgt in 2025 of 2026. In de controlekamer laat Talen zien dat de eerste eenheid in bedrijf wordt genomen na de aanpassing.
De Maxima-centrale is dus klaar voor de toekomst. Alleen is er een probleem: er is nog geen waterstof beschikbaar. “We hebben inderdaad nog twee dingen nodig. De productie van waterstof, en de infrastructuur om die waterstof hier naar de centrale te krijgen”, legt Talen uit.
De ontwikkeling van de infrastructuur is de verantwoordelijkheid van Gasunie, dat in juni is begonnen met de aanleg van de ‘waterstof backbone’ Daarbij gaat het deels om nieuwe pijpleidingen, maar ook om het hergebruik van het bestaande aardgasnet.
De infrastructuur is in goede handen, maar hoe het aanbod van groene waterstof zich precies gaat ontwikkelen is lastiger te voorspellen. Engie is zelf actief bij het bouwen van zogenoemde 'electrolysers'. Dat zijn fabrieken om groene waterstof te produceren. In zo’n electrolyser wordt duurzame stroom van bijvoorbeeld windparken op de Noordzee gebruikt om water te splitsen in waterstof en zuurstof. Omdat de waterstof met duurzame energie is opgewekt, wordt het ‘groen’ genoemd.
Via het HyNetherlands-project, waar naast Engie ook kunstmestfabrikant OCI en afvalenergiebedrijf EEW in participeren, wordt de grootschalige productie van groene waterstof voorbereid. “Volgend jaar nemen we de investeringsbeslissing voor de eerste elektrolyser van 100 megawatt”, vertelt Talen. In 2035 moet de productiecapaciteit al op 1,85 gigawatt liggen, aldus de website van HyNetherlands. Naast eigen productie richt Engie zich ook op de import van groene waterstof uit Portugal, via deelname in het H2Sines-project.
Maar het duurt te lang voordat die groene waterstof op de markt komt. De elektriciteitssector moet immers in 2035 al CO2-vrij zijn. “De sector moet sneller verduurzamen dan er groene waterstof beschikbaar is”, stelt Talen vast. Daarom werkt Engie sinds 2021 samen met de Noorse olie- en gasmaatschappij Equinor om blauwe waterstof geleverd te krijgen. Dat is waterstof die uit aardgas wordt gewonnen. Een aardgasmolecuul (CH4) wordt gekraakt, waardoor er waterstofmoleculen (H2) ontstaan en CO2 (de koolstofatomen C reageren met zuurstof O2 tot CO2). Omdat de CO2 bij dit proces wordt opgevangen en ondergronds wordt opgeslagen, komt er bij de verbranding van blauwe waterstof geen CO2 in de lucht. Equinor heeft nog grote aardgasreserves, en bovendien lege gasvelden om de CO2in op te slaan.
“We hebben die blauwe waterstof nodig totdat er voldoende groene waterstof beschikbaar is”, aldus Talen. “Zodra Gasunie de backbone klaar heeft, kunnen we van de Noren die blauwe waterstof krijgen.” Engie schat in dat het via deze route ‘vanaf 2025 of 2026’ blauwe waterstof kan meestoken in de Maxima-centrale.
Technisch kan het allemaal. Maar dat betekent niet dat het ook gaat gebeuren. De CO2-uitstoot daalt fors door eerst blauwe en daarna groene waterstof bij te stoken. Maar omdat waterstof duurder is dan aardgas, ziet de business case er niet meteen positief uit. Bovendien zullen gascentrales minder gebruikt worden, omdat zonne- en windenergie een steeds groter aandeel in de energiemix krijgen. “Waterstofcentrales zijn straks echt bedoeld als achtervang. Het doel is om duurzame energie ruim baan te geven en centrales minder draaiuren te laten maken. Het zal niet verbazen dat minder draaiuren en duurdere brandstof om een ander marktmodel vragen”, zegt Talen.
De Engie-directeur heeft wel een suggestie hoe dat andere model eruit kan zien. “CO2-vrij regelbaar vermogen moet een plek krijgen in het systeem. Dat kan bijvoorbeeld door een vergoeding te betalen aan bedrijven die dat vermogen beschikbaar houden.” Hij vergelijkt het met het dieselaggregaat dat in ieder ziekenhuis in de kelder staat. “Dat wil je eigenlijk ook niet gebruiken, maar moet je altijd achter de hand hebben.”
Tekst: Roy op 't veld | MissieH2 / Waterstof Magazine
Lees ook: nederland-xintc-ontvangt-extra-financiering-voor-onderzoek-naar-innovatieve-electrolyser

Nederland: Xintc ontvangt extra financiering voor onderzoek naar innovatieve electrolyser
Ontwikkelaar Xintc heeft een nieuwe succesvolle financieringsronde afgesloten voor de verdere ontwikkeling van electrolysers. Het bedrijf uit het Gelderse Eerbeek ontwikkelt electrolysers die snel kunnen reageren op het wisselende aanbod van groene stroom. De elektrolyser van Xintc is van het type ‘multi-core’ wat inhoudt dat meerdere gasmodules onderling samenwerken om de omzetting van elektrische stroom naar waterstofmoleculen zo efficiënt en duurzaam mogelijk te laten plaatsvinden. Daarnaast worden er in het apparaat geen zeldzame materialen gebruikt, maar alleen kunststof. De electrolysers kunnen worden geplaatst in een wand-opstelling (foto).
Wilko van Kampen, CEO van Xintc is enthousiast over de ontwikkelingen: “Bij een fluctuerende stroomtoevoer zorgt slimme software ervoor dat de productie van waterstof altijd onder de meest gunstige systeemcondities gebeurt. Feitelijk ‘danst’ de elektrolyser mee met de wisselende stroomaanvoer. Verder kan de capaciteit van de elektrolyser eenvoudig worden uitgebreid door extra systeemmodules bij te plaatsen. Maar ook de gaszuiverheid, de stroombron en de uitgangsdruk zijn altijd aan te passen door te extra systeemcomponenten bij te schakelen. Alle onderdelen van de Xintc-elektrolyser zijn gestandaardiseerde componenten waarmee je een installatie kunt samenstellen die precies aan de eisen van de klant voldoet; het zijn net LEGO-blokken.”
Rick Mintjes, investment manager Energy bij Oost NL is verantwoordelijk voor de investering in het innovatieve bedrijf: “XINTC heeft een veelbelovende techniek in handen waar veel vraag naar is. Waterstof geldt als een van de belangrijkste energiedragers om de vervuilende industrie en zwaar transport te verduurzamen. Oost-Nederland neemt een sterke positie in als het gaat om waterstof. Om die koppositie te blijven behouden is het van belang te investeren in innovatieve technologieën.” De hoogte van het financieringsbedrag wil Mintjes niet zeggen.
In Oost-Nederland werken diverse innovatieve bedrijven aan de toekomst met waterstof. Oost NL ondersteunt Xintc door het bedrijf met relevante partijen in contact te brengen. Het bedrijf ontving al eerder een voucher van De Groeiversneller Energie waarmee een business case is doorgerekend voor een pilot bij een zonnepark van glastuinbouw-ondernemers. De Groeiversneller Energie is een initiatief van de provincie Gelderland om de transitie van het gebruik van fossiele brandstoffen naar duurzame energie te versnellen.
Lees ook: dieselvoertuigen-worden-emissievrij-met-waterstofverbrandingsmotor-van-eh

Frankrijk: dieselvoertuigen worden emissievrij met waterstofverbrandingsmotor van EHM
Efficient Hydrogen Motors (EHM) kondigt aan dat het de eerste bus gaat ombouwen van diesel naar waterstof. Het bedrijf heeft een zeer efficiënte waterstofverbrandingsmotor ontwikkeld die gebouwd is met innovatieve technische systemen die deels gepatenteerd zijn. De eerste EHM-motor met een gewicht van 860 kg en een vermogen van 265KW is gepresenteerd op de eerste editie van het BrittanHy Day-forum, gehouden in de Franse regio Bretagne. EHM zegt dat het eerste omgebouwde voertuig nog 15 jaar meegaat.
De ombouw bestaat uit het vervangen van de dieselmotor door een hoogrendementsmotor op waterstof. Deze verbrandingsmotor op H2 maakt het busvervoer emissievrij. Door over te schakelen naar waterstof-elektrisch heeft het voertuig een actieradius die 30% hoger is dan die van een vergelijkbare batterij-elektrische bus. Het voertuig is dan uitgerust met een 5-takt motor en is in 15 minuten volledig opgeladen.
De innovatieve waterstofverbrandingsmotoren worden ontworpen, geproduceerd en gedistribueerd door het Franse bedrijf Efficient Hydrogen Motors (EHM) uit de stad Châteaulin. Het bedrijf spreekt over gepatenteerde EHM-technologie met nul procent uitstoot, een lage aanschafprijs en een robuust, duurzaam systeem. 5-takt verbrandingsmotoren bieden meer dan 50% brandstofefficiëntie. Er worden geen zeldzame metalen gebruikt. De eerste EHM-motoren zullen worden getest op verschillende voertuigen, zoals touringcars, vrachtwagens, bussen, schepen en generatoren. In Frankrijk wordt samengewerkt met Alliance Automotive Group, zodat er snel een servicenetwerk kan worden opgebouwd door het hele land.
De eerste EHM-waterstofverbrandingsmotor wordt gemonteerd op een IVECO Euro 6 Crossway-touringcar van het transportbedrijf Transdev. Voor openbaarvervoerbedrijf Transdev is het een van de eerste bussen die wordt omgebouwd naar waterstof. Het potentieel is echter enorm, het bedrijf heeft 30.000 bussen en touringcars die dagelijks 11 miljoen passagiers vervoeren in 18 landen over de hele wereld. Bij Transdev werken 82.000 personen.
Het doel is dat de eerste bus in 2025 in gebruik wordt genomen in het departement Morbihan in het westen van Frankrijk. Het voertuig wordt getankt bij het waterstofstation van Vannes, het eerste H2-station in Bretagne. Het project wordt deels gefinancierd uit de Europese EFRO-subsidie.
Lees ook: waterstof-investeerder-bamford-wordt-100-eigenaar-van-motive-fuels

Verenigd Koninkrijk: waterstof-ïnvesteerder Bamford wordt 100% eigenaar van Motive Fuels
Waterstofspecialist ITM Power heeft de verkoop van zijn belang in zijn tankstation-keten Motive Fuels afgerond. Het bedrijf uit Sheffield, Groot Brittannië, heeft overeenstemming bereikt met investeerder HYCAP Group, die zich richt op groene waterstof. ITM Power wil zich sterker focussen op de markt voor electrolysers, voor de productie van H2. De overnemende partij is de inversteringsmaatschappij HYCAP van waterstofinvesteerder Jo Bamford. Bamford is ook de eigenaar van de emissievrije busfabrikant Wrightbus, uitvoerend voorzitter van Ryze Hydrogen, voorzitter van Hygen Energy en de erfgenaam van JCB, een Britse fabrikant van grondverzetsmachines.
De mededeling van de verkoop komt niet als een verrassing, eerder dit jaar melde ITM Power al dat het middelen wilde vrijmaken om zich te concentreren op zijn kernactiviteit: de productie van elektrolysers. De verkoop levert het bedrijf ruim 32 miljoen euro op.
Motive Fuels werd opgericht in samenwerking met Vitol Holdings SARL en richtte in totaal 12 groene waterstoftankstations op. Een deel daarvan ins inmiddels gesloten, de vraag naar waterstof bleef achter bij de verwachtingen.
ITM Power richt de komende tijd zijn aandacht op groei op de Amerikaanse markt. Het bedrijf verwacht dat dat de komende jaren de grootste markt voor electrolysers zal worden. De elektrolysers van het ITM maken gebruik van PEM-technologie om groene waterstof te produceren via elektrolyse uit water.
Lees ook: renault-en-opel-leveren-eerste-bestelwagens-op-waterstof-in-utrecht

Nederland: Renault en Opel leveren eerste bestelwagens op waterstof in Utrecht
Onder de opvallende houten luifel van het waterstoftankstation Fountain Fuel in Amersfoort zijn deze week de sleutels overhandigd voor de eerste waterstof bestelbussen in Nederland. De Utrechtse ondernemers Henk Overeem van Technisch Installatiebedrijf Warmtebouw en Mark Pot van Pot Verhuizingen kregen de sleutels van hun nieuwe voertuigen uit handen van gedeputeerde André van Schie van de provincie Utrecht.
Met de levering van de eerste bestelwagens die in Nederland op waterstof gaan rijden, hebben zowel de ondernemers als de provincie Utrecht een landelijke primeur. Deze werd mogelijk gemaakt door de subsidie die het project ‘HyVan’ heeft ontvangen vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Unie (EFRO). Deze subsidie is aangevraagd door Fountain Fuel als penvoerder namens het project en Allied Waters uit Nieuwegein.
Het doel van het HyVan-project is om zes regionale ondernemers aan in totaal acht waterstof bestelbussen te helpen. Zo is de subsidie gebruikt om het kostenverschil met een dieselvariant te dekken. Naast vertegenwoordigers van de provincie Utrecht en Waterstof Utrecht waren vandaag ook delegaties van de Franse en Duitse voertuigproducenten HYVIA en Stellantis aanwezig.
“Dit project laat zien dat het rijden op waterstof niet iets van de toekomst is, maar van nu”, vertelt Regina Horbach, adviseur duurzame mobiliteit bij de provincie Utrecht. “Een boodschap die we duidelijk willen uitdragen naar iedereen in onze regio en het MKB in het bijzonder. Want hier gebeurt het. Met de komst van zowel de tankstations als de voertuigen zijn we als regio Utrecht hard op weg om het waterstofhart van Nederland te worden.”
Vanuit de provincie is Horbach actief als programmamanagervoor ‘Waterstof Utrecht’. Onder deze vlag scharen zich verschillende partijen achter het waterstofconvenant. Daarin staatde ambitie om het gebruik – en waar mogelijk de productie – van groene waterstof voor mobiliteit in de provincie Utrecht te stimuleren. Naast de provincie hebben zes Utrechtse gemeenten, het EnergieCollectief Utrechtse Bedrijven (ECUB) en KWR Water Research Institute dit convenant getekend.
Ook Stephan Bredewold van Fountain Fuel is blij met deze nieuwe stap: “Door bedrijven en tankstationhouders te laten samenwerken voor een aanvraag, reken je direct af met de kip-en-ei-discussie of je eerst tankstations moet hebben zodat er getankt kan worden, of eerst voertuigen zodat je daarna een rendabel tankstation kunt bouwen. Op deze manier kun je samen met steun vanuit Europa en Den Haag zaken in beweging brengen.”
Voor de komende vier jaar trekt de Nederlandse regering 125 miljoen euro uit om waterstof als brandstof te stimuleren. Vanaf maart 2024 kunnen bedrijven subsidie aanvragen voor de aanschaf van vrachtwagens en bestelbussen op waterstof en de bouw van H2-tankstations. Met dit bedrag kunnen naar schatting 40 fossielvrijetankstations worden gerealiseerd, inclusief de voertuigen die nodig zijn om de stations rendabel te laten draaien. Daarmee moet een landelijk dekkend netwerk ontstaan.
Lees ook: zwitserse-treinfabrikant-stadler-verkoopt-de-eerste-treinen-op-waterstof-aan-californie

USA: Zwitserse treinfabrikant Stadler verkoopt de eerste treinen op waterstof aan Californië
Goed nieuws voor de Europese fabrikant van treinen Stadler. Het bedrijf uit de Noord-Zwitserse stad Bussnang heeft de eerste voertuigen op waterstof verkocht in de USA. Met de staat Californië is een overeenkomst getekend voor de levering van vier H2-treinen aan de California State Transportation Agency (CalSTA) en Caltrans. De bedrijven hebben daarnaast getekend voor een optie om nog eens 25 treinen op waterstof aan te schaffen.
Het innovatieve voertuig is in 2022 al gepresenteerd op de vakbeurs InnoTrans. Later dat jaar hebben de bedrijven een MOU getekend. Een partnerschap tussen Stadler en de San Bernardino County Transportation Authority (SBCTA) maakte de weg vrij voor de bestelling van de allereerste waterstofaangedreven treinen in Noord-Amerika.
De nieuwe waterstoftrein van Stadler heeft uitgebreide tests ondergaan in zowel Zwitserland als de USA. De proefperiode is succesvol afgerond. De waterstofvoertuigen gaan rijden in het oosten van de metropool Los Angeles.
"Het doel van Stadler is om het reizen in Noord-Amerika milieuvriendelijker te maken met de voertuigen en diensten die we leveren. Slechts heel weinig spoorlijnen in de VS zijn geëlektrificeerd en daarom zijn oplossingen zoals de Flirt H2 hier zo belangrijk." zegt Ansgar Brockmeyer, EVP Marketing en Sales, Stadler Group.
De staat Californië is in de USA de absolute voorloper op het gebied van waterstof. Er rijden honderden auto’s op H2, tientallen vrachtauto’s en er is een uitgebreid netwerk van waterstoftankstations van San Diego in het zuiden tot San Francisco in het noorden.
Foto: de Flirt H2 was voor het eerst te zien op de beurs InnoTrans 2022 in Berlijn
Lees ook: verenigd-koninkrijk-supermarktketen-asda-heeft-primeur-met-intern-transport-op-waterstof

Verenigd Koninkrijk: supermarktketen ASDA heeft primeur met intern transport op waterstof
De Britse supermarktorganisatie Asda is in haar distributiecentrum in Skelmersdale overgeschakeld op waterstof. Voertuigen voor intern transport, zoals heftrucks en orderverzamelwagens, rijden niet meer op een accu maar op waterstof via een brandstofcel. Het distributiecentrum, gelegen tussen Liverpool en Manchester, was eerst een pilot voor waterstof maar is inmiddels definitief overgeschakeld op het schone gas.
“Een samenwerking tussen waterstofbedrijf Plug en Asda stelde ons in staat de waterstofbrandstofceltechnologie te testen, de voordelen te ervaren en deze ongelooflijke innovatie binnen ons bedrijf werkelijkheid te maken”, laat innovatiemanager Frances Spence weten. “Ik wil iedereen bedanken die dit project tot leven heeft geholpen. Ik wil echter speciale dank uitspreken aan het team van Skelmersdale CDC die vanaf het begin een ongelooflijke steun en pleitbezorger zijn geweest voor de waterstofbrandstofceltechnologie - zonder jullie zou dit project niet het succes zijn het is vandaag. Ik wil ook graag mijn ongelooflijke fijne collega's van het ASDA MHE Innovation-team bedanken die onvermoeibaar hebben gewerkt om Skelmersdale te ondersteunen en deze geweldige technologie na te streven met een echte passie voor deze innovatie. Als laatste, maar zeker niet als minste, wil ik Plug Power bedanken voor ongelooflijke steun in de afgelopen jaren en het enthousiasme voor waterstof.”
Asda in het Verenigd Koninkrijk is een volle dochteronderneming van het Amerikaanse Walmart. Daar wordt in de magazijnen al volop gewerkt met voertuigen op waterstof. Het grote voordeel is dat deze de volle 24 uur per dag inzetbaar zijn. Een tankbeurt duurt slechts enkele minuten. De tankvoorziening staat overigens in de bedrijfshal, de waterstofvoorraad staat buiten.
Darren Pettener, algemeen directeur van het Asda Skelmersdale distributiecentrum, liet bij aanvang van het project weten goede toepassingsmogelijkheden voor waterstof te zien “Asda wil de meest betrouwbare retailer ter wereld zijn, en duurzaamheid speelt daar een grote rol in. We hebben uit de eerste hand gezien wat een verschil de adoptie van waterstofbrandstofcellen heeft gemaakt voor ons moederbedrijf Walmart in de USA. Er zijn goede redenen waarom het zeer innovatieve Walmart ervoor heeft gekozen om de grootste vloot elektrische voertuigen op waterstof-brandstofcellen ter wereld te bouwen. We willen graag de bewezen milieu- en productiviteitsvoordelen van de invoering van brandstofcellen in onze activiteiten bij Asda realiseren.”
Enkele andere retailers gingen Asda al voor. In Europa werken het Franse Carrefour en Lidl Frankrijk inmiddels met intern transport op H2. Het ASDA distributiecentrum in Skelmersdale is als eerste binnen de keten overgeschakeld naar waterstof, het DC in Datford is de volgende.Lees ook: eerste-waterstoftankstation-op-het-afrikaanse-continent-komt-in-walvisbaai

Namibië: eerste waterstoftankstation op het Afrikaanse continent komt in Walvisbaai
De werkzaamheden voor de bouw van het eerste waterstoftankstion van Afrika zijn gestart in Namibië. In Walvisbaai, de belangrijkste havenstad van het land, komt een waterstoftankstation van Cleanergy Solutions Namibia, een joint venture tussen de Ohlthaver & List (O&L) Group en het Belgische bedrijf CMB. TECH. De benodigde waterstof wordt bij het tankstations geproduceerd via electrolyse, gevoed door zonne-energie. Het hele systeem is ontworpen door het Nederlandse bedrijf Ekinetix.
Het Cleanergy Solutions Namibia-project omvat een zonnepark van 10 hectare met een waterstofproductiefaciliteit, uitgerust met een 5 Megawatt Proton Exchange Membrane-elektrolyser en een batterij van 5 Megawattuur. De installatie maakt rechtstreeks gebruik van zonne-energie om waterstof te produceren. Het nieuwe tankstation gaat waterstof leveren aan vrachtwagens, havenmaterieel en spoorwegtoepassingen en zal naar verwachting medio 2024 volledig operationeel zijn.
Als integraal onderdeel van dit project zal een Hydrogen Academy worden opgericht om plaatselijke technici op te leiden en te trainen in waterstoftechnologie en de brede toepassingen ervan.
Lees ook: lhyfe-start-met-de-bouw-van-eerste-fabriek-voor-groene-waterstof-in-duitsland

Duitsland: Lhyfe start met de bouw van eerste fabriek voor groene waterstof in Duitsland
In de stad Schwäbisch Gmünd in Baden-Württemberg is het Franse bedrijf Lhyfe begonnen met de bouw van een nieuwe fabriek voor groene waterstof. De productiefaciliteit kan maximaal 4000 kilo waterstof per dag produceren en 1000 ton per jaar, op basis van een geïnstalleerd vermogen van 10 MW. De fabriek wordt de grootste productie-eenheid van Lhyfe buiten Frankrijk en volgens het bedrijf de eerste echte groene waterstoffabriek van Duitsland.
De initiatiefnemers spreken over een belangrijke stap voor de ontwikkeling van de groene waterstofmarkt in Duitsland en demonstreert de toenemende integratie van dit hernieuwbare gas in lokale ecosystemen. De installatie, die zal worden aangedreven door hernieuwbare energie uit waterkracht, wind en zon, moet over een jaar in gebruik moeten worden genomen. De waterstof zal met name bestemd zijn voor industriële afnemers en waterstoftankstations in de regio. Begin dit jaar tekenden Lhyfe en de joint venture JET H2 een overeenkomst voor de bouw van een nieuw waterstoftankstation in Schwäbisch Gmünd.
Het waterstofproject in project in Schwäbisch Gmünd wordt gefinancierd door de deelstaat Baden-Württemberg en de Europese Unie en moet een duurzame oplossing bieden voor de industrie. Het groene initiatief krijgt 6,4 miljoen euro subsidie van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
“We zijn erg blij dat de deelstaat en de gemeente Schwäbisch Gmünd een start hebben gemaakt met de ambitieuze doelstellingen voor een waterstofeconomie op basis van hernieuwbare energiebronnen en dat Lhyfe hen in deze dynamiek mag ondersteunen” zegt Luc Graré, hoofd Centraal- en Oost-Europa bij Lhyfe. “Met de bouw van deze waterstofproductie-installatie leveren we een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen van de Duitse federale overheid.”
“Met dit soort samenwerking wordt Schwäbisch Gmünd een voorbeeldstad voor de landelijke uitrol van een waterstofnetwerk en tankstations via een regionale waterstofproductiefaciliteit die in staat is om meerdere spelers te bevoorraden”, vult Richard Arnold, burgemeester van Schwäbisch Gmünd aan . “Onze stad maakt al deel uit van de modelregio van de deelstaat Baden-Württemberg en met de voltooiing van deze locatie zal de stad ook de grootste waterstofproducent in de deelstaat zijn. We creëren zo een positieve dynamiek voor de commercialisering van het Aspen-land, waardoor bedrijven kunnen blijven produceren, terwijl ze hun uitstoot en hun impact op het klimaat beperken”.
In 2021 opende Lhyfe de eerste industriële site voor de productie van groene waterstof ter wereld in directe verbinding met een windpark in Frankrijk. In 2022 werd in de haven van de Franse stad Saint-Nazaire het eerste offshore proefplatform ter wereld voor de productie van groene waterstof ingehuldigd. Lhyfe is daarmee het eerste bedrijf ter wereld dat al is begonnen met de productie van waterstof op zee, op basis van een productiecapaciteit tot 400 kg/dag. Het bedrijf heeft in verschillende landen inmiddels meerdere projecten in portefeuille, met een totale opwekcapaciteit van 10,3 GW.
Lees ook: australie-afvalinzamelaar-remondis-presenteert-eerste-vuilniswagen-op-waterstof

Australië: afvalinzamelaar Remondis presenteert eerste vuilniswagen op waterstof
Een feestelijke dag voor Remondis Australia. Het bedrijf presenteerde gisteren de eerste vuilnisauto op waterstof van het land. Het voertuig wordt ingezet in de steden Shellharbour en Wollongong in New South Wales, in het zuidwesten van Australië. De inzamelwagen voor huisvuil is geproduceerd door Hyzon Motors Australia, heeft een rijbereik van 200 kilometer en kan tijdens één werkdag 1500 containers optillen en legen. Dit is voldoende om 8 uur onafgebroken achter elkaar te kunnen werken.
General Manager Chris Wade van Remondis laat weten dat het bedrijf wil aantonen hoe koolstofvrij transport kan werken binnen een normale dagelijkse omgeving. Bijkomend voordeel is dat de wagen aanzienlijk stiller is dan vergelijkbare dieselvoertuigen en dat er geen schadelijke stoffen wordt uitgestoten. Het testgebied is gekozen vanwege de nabijheid van het onlangs geopende Coregas-waterstoftankstation in Port Kembla. Over de kosten van de H2-truck doet Wade geen mededelingen. “Deze zijn voor zo’n eerste voertuig aanzienlijk, maar we verwachten dat de kosten van dergelijke voertuigen gaan dalen naarmate meer zware vrachtvoertuigen deze techniek gaan adopteren.” Remondis verwacht dat de vuilniswagen de jaarlijkse CO2-uitstoot met 75 ton zal verminderen en het verbruik van diesel met 25.000 liter zal verminderen.
Burgemeester Gordon Bradbery van Wollongong liet bij de officiële start van het project weten dat de gemeenteraad zeer blij is met deze ontwikkeling. “Dit is nog maar het begin van het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen door gemeentelijke activiteiten. Vrachtwagens als deze verbruiken veel diesel, het overzetten daarvan op waterstof – ook al is het in het begin grijze waterstof – is onderdeel van het transitieproces.”
Lees ook: papierfabrikant-smurfit-kappa-draait-met-volledig-productieproces-op-waterstof

Frankrijk: papierfabrikant Smurfit Kappa draait met volledig productieproces op waterstof
Papierfabrikant Smurfit Kappa meldt een belangrijke ontwikkeling op het gebied van emmissievrij produceren. In de fabriek in de Franse stad Saillat-sur-Vienne, in de provincie Haute-Vienne, heeft het hele productieproces gedraaid op waterstof. De benodigde waterstof is via elektrolyse ter plaatse geproduceerd uit wind- en zonne-energie. Het bedrijf is trots op dit baanbrekende resultaat, al geruime tijd wordt het onderzoek naar emissievrij produceren via een enorm spandoek met passanten gecommuniceerd (foto). Het onderzoek is onderdeel van het Hyflexpower-project dat sinds 2019 draait.
Binnen het Hyflexpower-consortium werken Siemens Energy, Engie Solutions, Centrac, Arttic en het German Aerospace Center samen. Het doel is om productieprocessen die veel energie vragen emissievrij te krijgen. Bij het bedrijf Smurfit Kappa is dat inmiddels gelukt. Voor het eerst ter wereld produceert een naar waterstof omgebouwde industriële turbine evenveel energie als een soortgelijk systeem op aardgas. Het waterstofsysteem is geleverd door Siemens en is een omgebouwde Siemens Energy SGT-400 gasturbine die is aangepast voor waterstof.
“Het voordeel op de lange termijn is dat we bestaande turbines kunnen ombouwen door middel van eenvoudige aanpassingen”, zegt Gael Carayon, hoofd van het Hyflexpower-project bij Engie. In tegenstelling tot het aardgas dat gewoonlijk wordt gebruikt, heeft waterstof een snellere en warmere vlam, wat betekende dat de ontwikkelaars aanzienlijke veiligheidshindernissen moesten overwinnen. Daarbij lag de focus op het weerstandsvermogen van de materialen, de bekleding van de verbrandingskamer en de instellingen voor het verbrandingsproces.
De waterstofpilot werd het afgelopen jaar al succesvol getest met een mix van 30% waterstof en 70% aardgas. Geleidelijk aan is dat percentage opgevoerd naar 100% waterstof. Het doel van het Hyflexpower -project is om duidelijk aan te tonen dat hernieuwbare energie kan worden omgezet in waterstof en kan dienen als een flexibel middel om energie op te slaan, die vervolgens kan worden gebruikt om een industriële turbine aan te drijven.
Lees ook: octrooien-in-de-wereld-van-waterstof-ook-een-werkwijze-is-te-beschermen

Nederland: regering maakt overstap naar H2 eenvoudiger met waterstofverbrandingsmotor
Een belangrijke ontwikkeling voor emissievrij vervoer op waterstof. Het Nederlandse kabinet maakt bekend dat een tussenstap via een waterstofverbrandingsmotor naar 100% emissievrij een acceptabel traject is. In de afgelopen jaren is uitsluitend gesproken over één grote stap naar zero-emissie. Dit blijkt in praktijk niet haalbaar.
Nu Duitsland eerder dit jaar de Europese Commissie wist te overtuigen dat verbrandingsmotoren ook in de toekomst een belangrijke rol kunnen vervullen richting emissievrij, zijn de grote vrachtautofabrikanten in het diepste geheim volop met de ontwikkeling van verbrandingsmotoren bezig. Een belangrijke Europese voorwaarde is dat deze niet op fossiele brandstoffen mogen rijden. Waterstof is niet fossiel en wordt daarmee een belangrijke optie. De afgelopen jaren werden de H2-verbrandingsmotoren al in verschillende Europese landen als acceptabele tussenstap gezien, de Nederlandse regering sluit zich daar nu bij aan. Helemaal emissievrij is deze echter motor niet, een H2 verbrandingsmotor stoot water uit en ongereageerde stikstof uit de toegevoerde verbrandingslucht. En zoals bij elk verbrandingsproces wordt ook in meer of mindere mate NOx uitgestoten. Deze geringe hoeveelheid vindt het kabinet nu acceptabel
“In vergelijking met de batterij-elektrische vrachtautomarkt is de markt voor waterstofvrachtauto’s op dit moment minder ver ontwikkeld. Slechts een enkele fabrikant produceert op grotere schaal waterstofvrachtauto’s. Een andere fabrikant heeft serieproductie van een waterstofvrachtwagen aangekondigd vanaf 2025. Voorts zijn er kleinere ombouwers actief op de markt die waterstofvrachtauto’s kunnen leveren in kleine aantallen. De grotere vrachtwagenproducenten (OEM’s) richten zich vooralsnog op de productie van prototypes. De verwachting is dat de eerste prototypevrachtauto’s van deze OEM’s in serie zullen worden geleverd vanaf 2025”, schrijft Heijnen in een brief aan de Tweede Kamer.
De demissionair staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat zet met deze beslissing een traject richting waterstof in beweging dat een stuk goedkoper is dan de bestaande brandstofcel. Deze is 100% emissievrij, maar vijf keer zo duur als een verbrandingsmotor op fossiele brandstoffen. Transporteurs kunnen dit prijsverschil niet bij klanten in rekening brengen.
De verbrandingsmotor op H2 is een stuk goedkoper dan de brandstofcel en de techniek hiervoor is in de afgelopen decennia ver doorontwikkeld. Heijnen verwacht dat de omschakeling hierdoor sneller gaat verlopen. Parallel aan de goedkopere voertuigen gaat de prijs voor waterstof aan de pomp de komende jaren verder dalen. Vooral de opschaling van productie speelt hierbij een belangrijke rol.
In Duitsland gaan de eerste vrachtwagens met een verbrandingsmotor op waterstof nog dit jaar rijden. De ontwikkelaar van deze voertuigen is het bedrijf Keyou, gevestigd in München. Met geld van autofabrikant BMW wordt daar al jaren aan de ontwikkeling van deze motoren gewerkt. Ongeveer 10% van de motor is afwijkend, de overige 90% is bestaande techniek. “Maar het is op dit moment nog te vroeg om een conclusie te trekken over de mogelijke rol van de waterstofverbrandingsmotor in vrachtwagens in de toekomst”, aldus Heijnen in haar brief.
Lees via deze link de brief aan de tweede kamer en de bijbehorende beslisnota
Lees ook: 250-miljoen-subsidie-voor-meerdere-kleine-opwekprojecten-voor-groene-waterstof

Duitsland: H2FLY ontwikkelt Hydrogen Aviation Center voor vliegen op vloeibare waterstof
Het Duitse vliegbedrijf H2FLY, dat zich richt op de ontwikkeling van vliegtuigen op waterstof, opent volgend jaar een eigen onderzoekscentrum op de luchthaven van Stuttgart. Met een Hydrogen Aviation Center wil het bedrijf het vliegen op waterstof versnellen. Het centrum moet een aanjagende functie gaan vervullen voor de Europese luchtvaartindustrie op cryogene waterstof. Het biedt faciliteiten voor de integratie van vliegtuigen met een brandstofcel en de infrastructuur voor vloeibare waterstof.
Het vliegen op waterstof, dat wordt opgeslagen in vloeibare vorm, is zeer innovatief. Het H2FLY-team heeft inmiddels vier vluchten uitgevoerd op vloeibare H2, waaronder één vlucht die meer dan drie uur duurde. De vluchten werden voltooid met het HY4-demonstratievliegtuig van H2FLY, uitgerust met een waterstof-elektrisch brandstofcelaandrijfsysteem en cryogeen opgeslagen waterstof dat wordt gebruikt voor het aandrijven van het vliegtuig. De laatste zeer succesvolle vlucht is de afgelopen maand uitgevoerd vanaf het vliegveld bij Maribor in Slovenië (foto).
De resultaten van de testvluchten geven aan dat het gebruik van vloeibare waterstof in plaats van gasvormige waterstof het maximale bereik van het HY4-vliegtuig kan verdubbelen van 750 km naar 1.500 km. Dit is een belangrijke stap richting commerciële emissievrije vluchten op H2. Professor Josef Kallo, medeoprichter van H2FLY is zeer enthousiast over de resultaten. “Deze prestatie markeert een keerpunt in het gebruik van waterstof om vliegtuigen aan te drijven. Samen met onze partners hebben we de levensvatbaarheid van vloeibare waterstof aangetoond ter ondersteuning van emissievrije vluchten op middellange en lange afstand. We kijken nu vooruit naar het opschalen van onze technologie voor regionale vliegtuigen en andere toepassingen en beginnen aan onze missie om de commerciële luchtvaart koolstofvrij te maken.”
Vergeleken met gasvormige waterstofopslag onder hoge druk, zijn voor cryogene waterstof aanzienlijk lichtere tanks nodig met minder volume. Het vliegbereik wordt daardoor groter en het laadvermogen neemt toe.
Lees ook: olympisch-zwemkampioen-overhandigt-waterstof-medaille-aan-pierre-devillers-van-engie

Nederland: olympisch zwemkampioen overhandigt waterstof-medaille aan Pierre Devillers van Engie
De Nederlandse organisatie MissieH2 heeft donderdagmiddag een waterstofmedaille uitgereikt aan Pierre Devillers CEO Engie Nederland. Devillers wordt geëerd voor zijn enorme inzet voor versnelling van de energietransitie. Als voorloper heeft Engie inmiddels een van de twee terminals van de Maxima-centrale in Lelystad omgebouwd naar geschiktheid voor waterstof. Engie ontwikkelt in Eemshaven in Groningen een grote elektrolyser voor de productie van groene waterstof en het bedrijf is met tal van andere projecten koploper binnen de energietransitie. Pierre Devillers ontving de prijs uit handen van drievoudig olympisch zwemkampioen Ranomi Kromowidjojo.
Pierre Devillers’ loopbaan is een internationale Engie-loopbaan, die nadrukkelijk in het teken staat van energie en energietransitie. Het mag dan ook niet verbazen dat Pierre als Country Manager Engie Nederland tevens Vicepresident Group Transformation Office werd bij Engie Group. Waar menig “fossiel bedrijf” zich graag tooit met groene veren, durft Engie het aan de transitiekar vlot te trekken en met lef voorop te gaan in de transitiestrijd. Hierbij bewijst Pierre dat een succesvolle energietransitie alleen slaagt als ambitieuze woorden gepaard gaan met dito daden. De ambitieuze corporate claim ‘Zero Carbon Champion’ past daarmee zowel Pierre, Engie Nederland als ook Engie Group als een jas.
Het eremetaal werd gistermiddag uitgereikt in een bomvolle Martinikerk in de stad Groningen tijdens het internationale waterstofevent Wind meets Gas.
Lees ook: twee-fabrikanten-presenteren-bussen-op-waterstof-met-een-rijbereik-van-1000-km

België: twee fabrikanten presenteren bussen op waterstof met een rijbereik van 1000 km
Op de vakbeurs Busworld 2023 in Brussel werden deze week meerdere bussen op waterstof gepresenteerd. Door het grote aantal kilometers dat deze voertuigen dagelijks rijden is alleen een batterijpakket lang niet altijd een optie. Waterstof biedt een grote actieradius en een korte tanktijd, ideaal voor het openbaar vervoer in steden en regio’s of voor touringcars. In Brussel presenteren de busfabrikanten Irizar en Temsa voertuigen op waterstof die op één tankbeurt een actieradius tot 1.000 kilometer kunnen halen.
Fabrikant Irizar presenteert deze week in de Belgische hoofdstad het prototype van de nieuwe Irizar i6S Efficient-bus op waterstof (foto). Dit model bevindt zich momenteel in de testfase. Deze emissievrije bus op waterstof heeft een bereik van 1.000 kilometer en heeft een minimale tanktijd van 20 minuten. Het doel van de fabrikant is om klanten in staat te stellen over te stappen naar nul-emissie, zonder dat ze de manier waarop ze op bestaande routes en binnen dienstregelingen opereren hoeven te veranderen. Bovendien kan het model, indien nodig, korte tijd 100% elektrisch rijden.
Op Busworld presenteert ook Temsa, een van de grootste bus- en midibusfabrikanten ter wereld, zijn intercitybus op waterstof. Dit voertuig wordt samen met het Portugese CaetanoBus ontwikkeld en zal naar verwachting in 2025 in massaproductie gaan. Deze bus gaat rijden met brandstofcellen van Toyota en wordt gebouwd in een bestaande Temsa-fabriek. Welke dat is, is nog niet bekend gemaakt, het bedrijf is actief in meer dan 60 landen over de hele wereld.
De waterstofbus wordt door Temsa CEO Tolga Kaan Dogancioglu omschreven als “ons meesterwerk”. Als onderdeel van de aandrijflijn wordt de HD Fuel Cell geleverd met een batterijcapaciteit tot 160 kW/u en biedt hij maximaal 53 zitplaatsen. Het piekvermogen van de brandstofcel bedraagt 180 kW. De waterstoftanks bevinden zich aan de voorkant van het voertuig en de brandstofcelstapel van Toyota bevindt zich aan de achterkant, waar anders de motor zou zitten.
Ook deze busfabrikant streeft er naar dat de waterstofbus een actieradius krijgt van ongeveer 1000 kilometer.
Lees ook: iveco-en-hyundai-presenteren-nieuwe-bus-op-waterstof-tijdens-busworld-2023-in-brussel

België: Iveco en Hyundai presenteren nieuwe bus op waterstof tijdens Busworld 2023 in Brussel
De Italiaanse Iveco Group en Hyundai Motor Company uit Zuid-Korea hebben deze week een nieuwe waterstofbus gepresenteerd in Brussel. Het voertuig rijdt op een brandstofcel van Hyundai en wordt onder de naam Iveco bus E-Way H2 op de markt gebracht. De bus komt voort uit een samenwerkingsverband tussen de twee voertuigfabrikanten, dat in maart 2022 is aangekondigd. Het voertuig is een aanvulling op de emissievrije batterij-elektrische bussen die Iveco nu al verkoop voor het openbaar vervoer in steden.
De E-Way H2 is een 12 meter lange stadsbus met lage vloer, uitgerust met een elektromotor van 310 kW en een geavanceerd brandstofcelsysteem van HTWO, een merk op basis van brandstofcellen van Hyundai Motor Group. De vier tanks bieden ieder een opslag van 7,8 kg waterstof en krijgen ondersteuning van een batterijpakket van 69 kWh van FPT Industrial, het merk van de Iveco Group. Het voertuig heeft een rijbereik van 450 km onder normale omstandigheden.
“Met trots presenteren wij in Brussel onze waterstofaangedreven E-Way H2. Dit is een belangrijke mijlpaal in ons duurzaamheidstraject en het resultaat van onze succesvolle samenwerking met Hyundai Motor Company. Door onze krachten te bundelen ontwikkelen we een transportsysteem voor mensen dat milieuvriendelijk is, de klimaatverandering helpt bestrijden en een gezondere toekomst voor jonge generaties creëert”, zegt Domenico Nucera, President, Bus Business Unit, Iveco Group.
De E-Way H2 zal worden geproduceerd in de Iveco busfabrieken in Annonay in Frankrijk en Foggi in Italië.
Lees ook: frankrijk-twee-nieuwe-fabrieken-voor-het-produceren-van-hogedruktanks-voor-waterstof

Frankrijk: twee nieuwe fabrieken voor het produceren van hogedruktanks voor waterstof
Frankrijk ontwikkelt zich in razend tempo tot grootste producent van waterstoftanks ter wereld. De afgelopen weken is de eerste steen gelegd voor de fabriek voor waterstoftanks van Plastic Onimum in Compiègne, 60 km ten noorden van Parijs. En deze week heeft de Frans-Duitse groep Forvia in Allenjoie zijn eerste waterstoftankfabriek officieel geopend. Deze fabriek ligt in de waterstofregio Belfort in het oosten van Frankrijk. Hier moeten tegen 2030 100.000 tanks per jaar geproduceerd worden.
In juni zijn in Allenjoie al de eerste H2-tanks geproduceerd. Tegen 2030 moet de industriële site van Allenjoie in staat zijn om 100.000 type 4-tanks per jaar te produceren. Deze tanks bestaan uit een thermoplastische voering en een lichtgewicht mechanische composietstructuur en kunnen moeiteloos waterstof opslaan bij 700 bar. Deze druk wordt gebruikt in voertuigen op waterstof. In de fabriek werken 250 mensen.
Het afgelopen jaar leverde Forvia 10.000 tanks aan haar klanten wereldwijd. “Onze oplossingen beperken zich niet tot de automobielmarkt, ze vinden ook toepassingen in de stationaire opslag en distributie van waterstof”, zegt Olivier Lefebvre, Executive Vice-President van de Clean Mobility-divisie. “De hogedruktanks die in Allenjoie worden vervaardigd, zullen helpen de basis te leggen voor het waterstofecosysteem in Europa.”
De Forvia-groep meldt sinds 2018 ruim 400 miljoen euro te hebben geïnvesteerd op het gebied van waterstof. Het bedrijf is samen met Michelin en autoproducent Stellantis mede-eigenaar van Symbio, een bedrijf dat brandstofcellen ontwikkelt. De komende jaren wordt een sterk groeiende markt verwacht. De bedrijven hopen tegen het einde van het huidige decennium 3,5 miljard euro aan waterstofomzet te draaien.
Lees ook: waterstof-organisatie-nwba-lanceert-jongerenafdeling-voor-waterstofprofessionals

Nederland: waterstof-organisatie NWBA lanceert jongerenafdeling voor waterstofprofessionals
De Nederlandse Waterstof en Brandstofcel Associatie (NWBA) kondigt met trots de lancering aan van haar jongerenafdeling, Jong-NWBA. De officiële aankondiging zal plaatsvinden tijdens het studentenprogramma 'Samenwerken in Transitie' van de Vakbeurs Energie op 12 oktober 2023 in de Brabanthallen. Tijdens dit jaarlijkse evenement, waar professionals en experts uit de energie- en waterstofsector samenkomen, zal de NWBA haar jongerenafdeling Jong-NWBA presenteren aan een breed publiek.
Het jong-NWBA-initiatief zal jonge professionals kansen bieden om te leren, te groeien en bij te dragen aan de missie van de NWBA om de waterstofsector te bevorderen. Door jongeren vroeg te betrekken, wil de NWBA hun passie en betrokkenheid vergroten en hen inspireren om actief deel te nemen aan de activiteiten en projecten van de vereniging.
Het idee van Jong-NWBA is het resultaat van nauwe samenwerking tussen de NWBA en haar bestuursleden die verantwoordelijk zijn voor pilaar Human Capital en van GroenvermogenNL, dat zich toespitst op de versnelling van een goed werkende markt voor industrieel gebruik van groene waterstof. Deze instellingen richten zich primail op het verbinden en versterken van bestaande initiatieven op gebied van R&D, pilots, demonstraties en human capital. Daarnaast speelt Tim Vianen, een gedreven student aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), een cruciale rol in de ontwikkeling van Jong-NWBA.
De NWBA kijkt ernaar uit om dit spannende nieuwe hoofdstuk te starten en zal binnenkort meer details over het Jong-NWBA-programma delen met de media en het publiek. Het verheugt zich op de steun en medewerking van partners en belanghebbenden om samen te werken aan een veelbelovende toekomst voor de NWBA en jonge professionals in de waterstofsector.
Voor meer informatie over de lancering van Jong-NWBA en de activiteiten van de NWBA, kunt u terecht op het waterstofpaviljoen tijdens de vakbeurzen Industrial Heat & Power, PREFAB, Vakbeurs energie en Zero Emission | Ecomobiel in de Brabanthallen van 10 tot 12 oktober 2023.
De Nederlandse Waterstof en Brandstofcel Associatie (NWBA) is een toonaangevende organisatie in Nederland die zich inzet voor de ontwikkeling en bevordering van waterstof- en brandstofceltechnologieën. De NWBA brengt experts, professionals en organisaties uit de waterstofsector samen om innovatie te stimuleren en duurzame oplossingen te bevorderen voor de energietransitie.
Lees ook: nederlandse-koning-neemt-eerste-binnenvaartschip-op-h2-officieel-in-gebruik

Duitsland: Nederlandse koning neemt eerste binnenvaartschip op H2 officieel in gebruik
Zijne Majesteit de Koning Willem Alexander zal op 14 november het Nederlandse waterstofschip MS Antonie officieel in gebruik stellen. Dat gebeurt niet in Nederland, maar in de haven van de Duitse stad Duisburg, waar de koning die middag verschillende waterstofprojecten bezoekt. De koning heeft zich de afgelopen jaren op verschillende vlakken ingezet om de Nederlandse waterstofeconomie te ondersteunen.
Met de officiële ingebruikname komt er een einde aan een jarenlang traject van onderzoek, subsidie en voorbereiding. De afgelopen maanden zijn de laatste werkzaamheden bij Concordia Damen Shipbuilding in Werkendam afgerond. Binnenvaartschipper en eigenaar Harm Lenten spreekt over een wereldprimeur. Op enkele plekken in de wereld wordt al gevaren op waterstof, maar dan zijn het altijd schepen die omgebouwd zijn van fossiele brandstoffen naar H2. De MS Antonie is helemaal nieuw.
Het gloednieuwe casco is eerder dit jaar rechtstreeks aangekomen uit China. De brandstofcel die aan boord is geplaatst is van Nederlands fabricaat en is geleverd door Nedstack Fuel Cell Technologie in Arnhem. De brandstofcel heeft een vermogen van 400 kW en wordt ondersteund door een accupakket van 1000 kWh. Waterstof wordt aan boord meegenomen in drie zeecontainers onder een druk van 300 bar. Per pendel wordt er 1,2 ton waterstof verbruikt. De waterstofinstallatie, de brandstofcel en het accupakket zijn voorin het schip geplaatst.
Het schip vaart geheel geruisloos op elektriciteit die aan boord wordt opgewekt. De waterstofcontainers worden aan wal niet volgetankt, maar gewisseld. Dat bespaart enorm veel kostbare tijd. De MS Antonie gaat in Nederland varen tussen Delfzijl en het botlekgebied bij Rotterdam en wordt ingezet voor het transport van zout. Door over te schakelen van diesel naar waterstof bespaart Lenten een uitstoot van 880 ton CO2 per jaar.
“Het waterstof-elektrisch aangedreven schip van Harm Lenten is voor ons een belangrijke testcase”, zegt Femke Brenninkmeijer, ceo van NPRC, een coöperatie van 150 binnenvaartondernemers. “Op korte termijn kunnen we CO2 reduceren door biobrandstoffen bij te mengen, maar op langere termijn is groene waterstof een van de oplossingen. Met het waterstof aangedreven schip van Harm Lenten hopen we een blauwdruk voor de sector te creëren." De opdrachtgever van binnenvaartschipper Lenten is Nobian. Dit bedrijf is tevens de producent van de groene waterstof dat nodig is als brandstof voor het schip.
De Nederlandse koning bezoekt op 14 november in Duitsland verschillende waterstofprojecten om de export van waterstof vanuit Nederland naar Noordrijn-Westfalen te realiseren. Hiervoor is het nodig om de relevante infrastructuur uit te breiden. Doel is dat in 2026 een tiental binnenvaartschepen tussen Rotterdam, Duisburg en Keulen vaart. Zij krijgen de beschikking over minimaal vier waterstofvulstations langs de vaarroute.
Foto: in juni werd nog volop gebouwd aan de MS Antonie op de werf Concordia Damen in Werkendam. Het schip met de blauwe band is de NS Antonie.
Lees ook: nederland-hygear-arnhem-verhoogt-productie-van-waterstof-door-samenwerking-met-rijngas

Nederland: Hygear Arnhem verhoogt productie van waterstof door samenwerking met Rijngas
De Arnhemse waterstofproducent Hygear heeft met industriële gassenleverancier Rijngas een overeenkomst gesloten voor de productie en distributie van waterstof. Hygear gaat de groen gecertificeerde waterstof produceren en Rijngas gaat het product vermarkten. Door intensievere samenwerking kan HyGear de productie flink opschalen.
HyGear bouwt en levert wereldwijd waterstoftechnologie voor de productie van waterstof uit andere gassen en produceert daarnaast in Arnhem waterstof. Rijngas verkoopt waterstof en neemt in dit samenwerkingsverband de geproduceerde groene waterstof af van HyGear. Rijngas en Hygear werken al samen bij het vullen van gasflessen, door de overname van de buizentrailers van Hygear komen daar nu grotere volumes bij.
“De vraag naar schaalbare en gedecentraliseerde waterstofproductie wordt steeds groter”, zegt Henk Kleef, CEO van HyGear. “Ons bedrijf ontwikkelt de nieuwste technologieën, levert de technologie, produceert waterstof en zorgt voor de afvulling vanuit de productie-site in Arnhem. Daarvoor werken we nauw samen met ons moederbedrijf, gespecialiseerd in duurzame energietechnologie, de HoSt Group.”.
Rijngas levert al jaren waterstof in kleine volumes. Daarvoor past het bedrijf een wisselconcept toe. Hierbij wordt gebruikgemaakt van 300 bar wisseltanks met een inhoud van 0,55 kg. De volgende stap is dat Rijngas waterstof levert in flessenbundels. Deze bundels bevatten 16 flessen van 300 bar, wat overeenkomt met ongeveer 16 kg waterstof. Daarnaast kunnen waterstoftanks met het ‘Easy Fill’ vulsysteem op iedere locatie worden gevuld. Dit gaat op basis van drukverschil, vanuit waterstof bundels, zonder dat hier verdere compressiesystemen voor nodig zijn. Voor grotere volumes zijn leveringen middels tube trailers mogelijk. Bij nog grotere volumes bestaat de mogelijkheid om met een on-site unit van HyGear lokaal waterstof te produceren.
“Het is vooral deze flexibiliteit en de mogelijkheid tot opschalen, wat de grote toegevoegde waarde is voor de waterstofmarkt”, zegt Norbert Romijn, directeur Rijngas. “Niet pas over langere tijd, maar de combinatie tussen HyGear en Rijngas, maakt het nu direct mogelijk om waterstof in kleine tot grote volumes te leveren of lokaal te produceren.”
Lees ook: transportbedrijf-schiever-gaat-13-vrachtwagens-ombouwen-naar-waterstof

Frankrijk: transportbedrijf Schiever gaat 13 vrachtwagens ombouwen naar waterstof
Het Franse distributiebedrijf Schiever zet een belangrijke stap richting emissievrij vervoer. Het bedrijf dat actief is binnen de bevoorrading van winkels, koopt geen nieuwe vrachtauto’s, maar laat uit bestaande dieseltrucks de verbrandingsmotor verwijderen en vervangen door een motor op waterstof. Daardoor kunnen deze vrachtwagens langer mee, en dat is beter voor het milieu.
De eerste truck moet eind volgend jaar omgebouwd zijn. De ombouw, uitgevoerd door het bedrijf EHM, zal bestaan uit het vervangen van de dieselmotor van een 44 ton zware vrachtwagen van het merk DAF, door een waterstofverbrandingsmotor. Dit wordt een van de eerste retrofit vrachtwagens van Frankrijk. De 5-takt EHM-waterstofmotor met een vermogen van 265 kW (360 pk) wordt gemonteerd op een DAF XF 430 FT-tractor. Het distributiebedrijf wil op deze wijze de komende drie jaar 13 van zijn 64 zware dieselvrachtwagens om te bouwen naar waterstof.
Het komende jaar gaat het distributiebedrijf ook een eigen fabriek voor groene waterstof bouwen in de plaats Avallon. De fabriek van 2,5 MW krijgt een productiecapaciteit van 1000 kilo per dag. De helft daarvan verwacht de vervoerder zelf nodig te hebben voor de vrachtwagenvloot. De andere helft is beschikbaar voor andere waterstofprojecten in de regio. Eind 2024, als de eerste waterstoftrucks beschikbaar komen, moet de waterstoffabriek operationeel zijn.
Raja Derham, projectleider verduurzaming bij Schiever, is enthousiast over het nieuwe waterstoftankstation en de uitstekende locatie. “Omdat we halverwege Parijs en Lyon liggen, kunnen alle passerende voertuigen op de snelweg A6 bij dit station tanken. Tegenwoordig zijn er nog maar weinig voertuigen die op waterstof rijden, maar we verwachten dat het aantal snel stijgt. In Frankrijk zijn het nu nog vooral bussen die deze energie gebruiken. Een goede subsidieregeling is bij al deze projecten van groot belang.” Zelf heeft het transportbedrijf 4 miljoen euro subsidie voor het project ontvangen.
Maar waarom kiezen voor deze energie en niet voor een andere? Voor Raja Derham is dit duidelijk. “Waterstof kan goed voldoen aan onze behoefte. Tegenwoordig rijden onze vrachtwagens tussen de 350 en 450 km per dag. We hebben dus een flinke actieradius nodig. Met waterstof kunnen we dit bereiken, vooral omdat het vullen erg snel gaat. In 20 tot 30 minuten kunnen we een tank vullen. Vrachtwagens hoeven niet urenlang stil te staan. Dat is een belangrijk gegeven in de transportsector."Schiever is een internationale familiebedrijf, afkomstig uit Bourgondië, aanwezig in Frankrijk, Polen, Tadzjikistan en Oezbekistan.
Lees ook: ondergronds-waterstoftankstation-dordrecht-opent-op-9-oktober

Japan: Toyota en Japan Automobiel Federatie ontwikkelen pechvoertuig met waterstoftankstation
De angst van waterstofrijders om in Japan met een lege brandstoftank langs de weg te staan is niet meer nodig. Autofabrikant Toyota heeft samen met de Japanse Automobiel Federatie (JAF) een servicewagen ontwikkeld waarop een waterstoftankstation is geïnstalleerd. De ontwikkelaars denken met dit voertuig nóg meer Japanse automobilisten het gevoel te geven dat ze veilig en zonder problemen kunnen overstappen op waterstof. Eventuele hulp is altijd dichtbij.
Ongeveer 50.000 keer per jaar krijgt de landelijke pechhulp JAF in Japan een hulpaanvraag van automobilisten die zonder brandstof zitten. Het overgrote deel betreft vloeibare brandstoffen, 700 keer per jaar is het een batterij-elektrisch voertuig en 20 keer een auto op waterstof. Voor vloeibare brandstofproblemen en elektrische is inmiddels een oplossing. Waterstof komt daar nu bij.
Het hulpvoertuig is ontwikkelt binnen een samenwerkingsverband van Toyota en de Japanse Automobiel Federatie. De waterstoftank is ontwikkeld door Toyota, er wordt getankt onder drukverschil. Hoewel het nog een prototype is, kan de waterstofmodule op een FC-vrachtwagen worden geladen en kan waterstof direct worden geleverd. De enige optie tot nu toe, een takelwagen, krijgt er dan ook een alternatief bij. JAF meldt dat het voertuig, in de rol van tankauto, ook kan worden ingezet op andere plekken waar behoefte is aan waterstof.
De auto voor pechhulp is niet alleen een tankauto. Het voertuig heeft ook apparatuur en onderdelen aan boord om te hulp te schieten bij een lekke band. De gereedschapskist is verder uitgerust met krikken, sleepkabels, luchttanks voor bandenpech, gereedschap voor het verwijderen van banden, tanks met gewone benzine, benzine met een hoog octaangehalte, dieselolie en meer. Daardoor is het mogelijk een breed scala aan service voor automobilisten te verlenen.
Hoewel de pechhulpauto nog een prototype is, heeft het voertuig al wel een officieel kenteken gekregen. De initiatiefnemers willen zich inspanningen om elk waterstofprobleem op te lossen en daarmee de realisatie van een waterstofmaatschappij te bevorderen.
Foto: Naast de pechhulpauto werd voor het eerst een Toyota Crown Sedan op waterstof getoond tijdens een demonstratie van de waterstofbevoorrading.
Lees ook: hyvia-wil-met-uniek-h2-ecosysteem-het-rijden-op-waterstof-sneller-ontwikkelen

Duitsland: Keyou levert eerste vrachtauto met waterstofverbrandingsmotor aan Rheinkraft International
De Duitse ontwikkelaar Keyou meldt dat het een 18 tons vrachtauto op waterstof heeft geleverd aan transportbedrijf Rheinkraft International. Het voertuig rijdt niet op een brandstofcel, maar heeft een waterstofverbrandingsmotor. De 7,8-liter zescilindermotor van de vrachtauto heeft een vermogen van 210 kW en een maximumkoppel van 1.000 Nm leveren. Volgens cijfers van de fabrikant bedraagt het waterstofverbruik 7,5 kg/100 km.
Dankzij het innovatieve verbrandingssysteem, ontworpen door Keyou, stoot de vrachtwagen extreem lage niveaus van stikstofoxiden uit. Door de conversie naar waterstof voldoet het aan de Euro VI-emissienormen en aan de eisen van de Europese Unie met betrekking tot CO2. De truck kan profiteren van een vrijstelling van tolheffing op de Duitse snelwegen. Dankzij deze vrijstelling kan een wagenparkbeheerder jaarlijks tot 15.000 euro besparen, meldt de ontwikkelaar uit het Duitse Munchen.
“De Keyou waterstoftruck heeft een krachtige motor, snelle tanktijden en een grote actieradius ”, zegt Dirk Müller, Managing Partner van logistiek bedrijf RKI. “We zijn er trots op dat we het eerste bedrijf zijn dat dit prototype binnen onze dagelijkse werkzaamheden mag testen. Als logistiek bedrijf stellen de milieudoelstellingen ons voor grote uitdagingen, vooral omdat het huidige aanbod CO2-vrije vrachtwagens die aan onze eisen voldoen nog beperkt is. We zien een groot potentieel in de verbrandingstechnologie van Keyou. Vanaf het begin waren we overtuigd door het pay-per-use-model en het full-servicepakket van Keyou. De voordelen van de waterstofmotor, het hoge rendement, de korte tanktijden en de aantrekkelijke actieradius waren doorslaggevend. Daarom zijn we blij dat we als pionier één van de eerste Keyou H2-trucks in de praktijk mogen testen.”
Keyou zit met de waterstofverbrandingsmotor in de afronding van een testfase. De eerste leveringen van de commerciële versie zullen uiterlijk in januari 2024 beginnen.
Lees ook: waterstof-uit-het-riool-voor-innovatieve-combi-waterstofbus-h2-stroomaggregaat

Japan: waterstof uit het riool voor innovatieve combi waterstofbus / H2-stroomaggregaat
Een opmerkelijk waterstofvoertuig in Japan. In de miljoenenstad stad Fukuoka City is een H2-bus gepresenteerd die niet alleen personen kan vervoeren, maar ook elektriciteit kan leveren bij stroomuitval of op festivals. Dan fungeert de bus als stroomgenerator. De afkomst van de waterstof waar het voertuig op rijd is ook al bijzonder. Dit is geproduceerd uit het rioolwater van de stad.
Het voertuig is ontworpen binnen het ‘Fukuoka City Hydrogen Leader City Project’ dat drie jaar geleden is gestart. Nu de waterstoffabriek, het tankstation en het voertuig klaar zijn, kunnen inwoners kennismaken met het project. Als eerste de voetballiefhebbers tijdens de wedstrijd van Avispa Fukuoka, de plaatselijke voetbalclub die speelt in de hoogste Japanse competitie. Supporters kunnen zich op woensdagavond 11 oktober gratis naar het stadion laten brengen met het emissievrije voertuig. De thuisclub speelt dan het de halve finale van de YBC Levain Cup tegen Nagoya Grampus.
Lees ook: siemens-mobility-test-eerste-trein-op-waterstof-in-de-regio-allgaeu

Duitsland: Siemens Mobility test eerste trein op waterstof in de regio Allgäu
In de Zuid-Duitse regio Allgäu wordt de eerste proefrit gemaakt met een splinternieuwe waterstoftrein. Het voertuig gebouwd door Siemens Mobility rijdt voor het eerst op een reguliere spoorlijn tussen Kaufbeuren en Buchloe met aan boord een aantal geselecteerde gasten. Volgens een persbericht van Siemens Mobility zal het prototype van de treinwagon, Mireo Plus H genaamd, al medio 2024 in de passagiersdienst in Beieren worden ingezet. Als eerste gaat de waterstoftrein dan rijden op de trajecten tussen Augsburg en Füssen en Augsburg en Peißenberg. De proefperiode zal naar verwachting 30 maanden duren.
De Mireo Plus H heeft twee brandstofcellen op het dak die worden ondersteund door een lithium-ionbatterij. Volgens de technische informatie van de fabrikant behaalt de trein een topsnelheid van 160 kilometer per uur. Met de waterstof in verschillende tanks heeft de trein een actieradius tussen de 1.000 en 1.200 kilometer. Binnen 15 minuten is de tank weer vol.
Het zal van de resultaten van de proefritten afhangen of waterstoftreinen in de toekomst ook op andere trajecten in Beieren zullen gaan rijden, legt minister van Transport Christian Bernreiter (CSU) uit. Volgens de minister moet het dieseltijdperk binnen het Beierse lokale passagiersvervoer per spoor tegen 2040 zijn afgeschaft. Naast de elektrificatie van spoorlijnen en de inzet van treinen op batterijen is Bernreiter van mening dat waterstofaandrijvingen een belangrijk onderdeel zijn van de transitie op het spoor.
Minister van Economische Zaken Hubert Aiwanger (FW), die de waterstoftechnologie al jaren stimuleert en ook bij de eerste rit aanwezig was, prijst het project eveneens: “Waterstof wordt steeds meer een onderdeel van het dagelijks leven van mensen. De waterstoftrein is de volgende stap in de praktijk. Ook verwarmingen en auto’s kunnen worden aangedreven door schone waterstof.”
Zijn partijgenoot en parlementskandidaat Susen Knabner ziet waterstoftechnologie als een reëel alternatief voor de ‘langdurige’ elektrificatie van spoorlijnen. Nog een pluspunt voor Knabner: “Waterstof kan uit verschillende landen gehaald worden. Een doorslaggevend voordeel in tijden van geopolitieke onzekerheid.”
Tijdens de proefrit viel het op dat de waterstoftrein tijdens het rijden bijna geen geluid produceert, zelfs bij 140 km. Het gemiddeld waterstofverbruik was 14 kg per 100 km.
Lees ook: footbalclub-philadelphia-de-eerste-sportclub-met-een-eigen-waterstoftankstation

Nederland: Roto-Art in Tilburg wil rotatiegieten met machines op waterstof
Plannen voor de bouw van groene waterstoffabrieken volgen elkaar in hoog tempo op. Daarnaast sluit het ministerie van Economische Zaken & Klimaat de ene na de andere deal voor de toekomstige import van groene waterstof. Maar wie gaat die klimaatneutrale brandstof en grondstof straks gebruiken? Welke kansen biedt groene waterstof voor ondernemers om te verduurzamen? In een rondgang zoomen we in op de plannen van drie bedrijven. Welke ideeën en plannen hebben ze met groene waterstof? Welke dilemma’s spelen er en welke obstakels moeten nog overwonnen worden?
Lampen, korfbalmandjes, bakfietsbakken en pizzabezorgkoffers. Het zijn allemaal producten die bij Roto-Art in Tilburg worden gemaakt door middel van ‘rotatiegieten’. Dit leggen we even nader uit. Een holle matrijs wordt gevuld met kunststofpoeder, die in een oven ronddraait totdat het product in de juiste vorm gesmolten is. Na afkoeling buiten de oven is het grote voordeel van rotatiegieten zichtbaar: een product kan in één keer gegoten worden en er zijn dus geen naden zichtbaar. Zo rollen er ieder jaar tegen de 200.000 producten uit de fabriek van Roto-Art, waar 45 mensen werken.
Het productieproces heeft ook een nadeel, namelijk dat de elf ovens warm gestookt worden met aardgas. Cas Oerlemans, eigenaar en directeur van Roto-Art, vertelt dat hij jaarlijks ettelijke honderdduizenden kubieke meters gas nodig heeft. Nog wel, want hij is actief bezig om een duurzaam alternatief te ontwikkelen. Oerlemans heeft 1.600 zonnepanelen op het dak van zijn bedrijfspand liggen. “Als de zon lekker schijnt leveren die 4 tot 5 megawattuur per dag”, vertelt hij.
In theorie zou Roto-Art de ovens, die tot 250 tot 300 graden worden gestookt, ook elektrisch kunnen verwarmen. “Maar dan voldoet mijn huidige aansluiting van 700 kilowatt niet. De ovens moeten snel regelbaar zijn en dat vraagt om hele grote vermogens. Dan heb ik een aansluiting van 4 miljoen kilowatt nodig. Als ik het netwerkbedrijf om zo’n aansluiting vraag, dan ben ik over 5 of 10 jaar aan de beurt, dus dat schiet niet op.”
De chronische filevorming op het elektriciteitsnet, waardoor bedrijven nauwelijks nieuwe of grotere aansluiting kunnen krijgen, is volgens de netwerkbedrijven niet voor 2030 opgelost. Het klimaatdoel om in 2030 55 procent minder CO2 uit te stoten is wettelijk vastgelegd, maar er moet nog veel gebeuren om dat voor elkaar te krijgen. Veel bedrijven kunnen niet wachten totdat het elektriciteitsnet is uitgebreid, en kijken naar groene waterstof in plaats van elektriciteit als alternatief om te verduurzamen.
Oerlemans gebruikt de zonnestroom daarom op een andere manier: hij maakt er groene waterstof van. Roto-Art is nu in het bezit van een eigen elektrolyser, geleverd door het Nederlandse bedrijf Adsensys, met een vermogen van een kleine 20 kilowatt, die water met behulp van de eigen zonnestroom splitst in groene waterstof en zuurstof. Dat stelt het bedrijf in staat om bij één oven 20 procent waterstof bij te mengen.
Dat levert een bescheiden besparing op aardgas en dus CO2-uitstoot op. Investering: 200-duizend euro. “Dat is volgens geen enkele maatstaf rendabel”, zegt Oerlemans. “Als dat het criterium was, had ik er vorige week mee moeten stoppen. Maar ik ga ermee door, want ik wil met de toekomst bezig zijn.”
Nu is het nog behelpen, ook omdat Roto-Art zelf geen waterstof mag opslaan. “Als ik tegen de omgevingsdienst zeg dat ik mijn eigen waterstof maak én het wil opslaan, dan zien ze mij als producent, en dan gelden er strengere eisen.” Dus de zonnestroom die Roto-Art in het weekend opwekt, als de fabriek stilligt, gaat niet naar de productie van waterstof.
In de toekomst, die Oerlemans voor ogen heeft, worden al zijn ovens gevoed met 100 procent waterstof. Maar daarvoor heeft hij elektrolysecapaciteit nodig van meer dan 1 megawatt. Zulke schaalvergroting vereist dan wel een lagere prijs dan wat hij voor de eerste elektrolyser heeft betaald. “Over 3 à 4 jaar zijn de prijzen met 80 procent gedaald, zeggen ze nu. Dan wordt het interessant.”
Een alternatief is dat Roto-Art op termijn een aansluiting krijgt op het waterstofnetwerk dat Gasunie in Nederland gaat aanleggen. “Maar de grootverbruikers zullen eerst een aansluiting krijgen”, verwacht de ondernemer. “Misschien dat we hier op het bedrijventerrein de vraag naar waterstof kunnen bundelen, zodat we eerder aan de beurt komen”, filosofeert hij.
Wat Oerlemans zou helpen is meer duidelijkheid vanuit de overheid en advies over wat wel en niet is toegestaan. “Waar moet je precies aan voldoen als je waterstof wil opslaan? De regelgeving is onduidelijk. De omgevingsdienst weet ook niet hoe ze daar mee om moeten gaan. Die zeggen alleen ja of nee tegen een uiteindelijk voorstel. Ik zou graag aan de voorkant helderheid willen hebben.”
Tekst: Roy op 't veld | MissieH2 / Waterstof Magazine
Foto links: Het Nederlandse bedrijf Adsensys heeft het waterstofsysteem geleverd waarmee Roto-Art zelf waterstof produceert

Nederland: werkzaamheden voor nieuw waterstoftankstation bij Alkmaar afgerond
De provincie Noord-Holland heeft er weer een nieuw waterstoftankstation bij. Op het bedrijventerrein De Boekelermeer in Alkmaar is het bestaande tankstation van NXT uitgebreid met een waterstoftankinstallatie. Daarmee is dit het tweede waterstoftankstation in de provincie boven het Noorzeekanaal. Eerder opende Avia Marees in de gemeente Kolhorn een klein waterstoftankstation.
De komende maanden wordt de nieuwe tankinstallatie uitvoerig met eigen voertuigen getest. Na de zomer staat de officiële opening op het programma. Vanaf dan kunnen alle waterstofvoertuigen, zowel vrachtwagens en bussen onder 350 bar als personenauto’s onder 700 bar waterstof tanken.
De opening van het eerste waterstoftankstation is een belangrijke mijlpaal voor NXT Mobility, dat onderdeel is van GP Groot, meldt directeur Erik Metselaar. “Hoewel er in Nederland op dit moment ruim 4.100 tankstations zijn, is het aantal plekken waar waterstof getankt kan worden nog zeer beperkt. De realisatie van deze waterstoflocatie is dan ook een belangrijke stap, niet alleen voor ons eigen NXT-concept, maar ook voor de hele regio. Ons doel is om op onze tankstations een verscheidenheid aan duurzame brandstoffen en energie aan te bieden. In die mix speelt waterstof een belangrijke rol.”
Uit recente cijfers van BOVAG (Tankstation in Cijfers 2023) blijkt dat er in Nederland slechts 15 waterstoflocaties operationeel zijn. Het doel van het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat is om in 2025 minimaal 50 waterstoftankstations in Nederland te hebben. Vooral voor zwaar transport – waaronder voor trucks en bussen – is waterstof een interessante optie. Waterstofvoertuigen stoten geen luchtvervuilende emissies of broeikasgassen uit. Het enige restproduct is waterdamp. De actieradius van de trucks en bussen is bovendien aanzienlijk groter dan van batterij-elektrische alternatieven. En het tanken neemt niet meer dan een paar minuten in beslag, wat een aanzienlijke tijdsbesparing oplevert in vergelijking met het opladen van batterijen.
Bij NXT Energy Hub Alkmaar wordt op termijn in de regio geproduceerde waterstof verkocht. Daarvoor heeft NXT Mobility de handen ineengeslagen met HYGRO, dat in de Wieringermeer met behulp van een windturbine groene waterstof gaat produceren.
“Zolang er geen waterstoftankstations zijn, worden er geen waterstofvoertuigen verkocht”, zegt directeur Erik Metselaar. “En als er geen waterstofvoertuigen worden verkocht, worden er geen waterstoftankstations gebouwd. Daarom ontwikkelen wij ons eigen waterstofnetwerk. Zo geven we bedrijven de mogelijkheid om te starten met rijden op waterstof en stimuleren we de transitie naar duurzame mobiliteit.”
Op de tanklocatie zijn naast waterstof onder meer (bio-)LNG en het CO2-arme dieselalternatief Neste MY Renewable Diesel verkrijgbaar. Er komen binnenkort ook snelladers voor elektrische trucks, waarmee het aanbod verder wordt uitgebreid. Het waterstoftankstation is gevestigd op het adres Diamantweg 32, 1812 RC Alkmaar
Foto: de koel- en compressiecontainers worden op hun plek getakeld in Alkmaar
Lees ook: nieuwe-europese-afspraken-over-verduurzaming-luchtvaart-met-waterstof

Frankrijk: bouw van groene waterstoffabriek in Occitanië vandaag van start
De Franse producent van groene waterstof Lhyfe begint vandaag met de bouw van een nieuwe fabriek voor groene waterstof in zuidwest Frankrijk. In de plaats Bessières, 20 kilometer ten noorden van Toulouse, wordt een fabriek van 5 MW gebouwd. Via het naastgelegen distributieplein wordt waterstof per vrachtauto de regio ingebracht. De fabriek en het distributieplein komen op een terrein van 8000m2. De waterstofhub moet een belangrijke bijdrage gaan leveren aan het verduurzamen van de mobiliteit.
De nieuwe waterstoffabriek is een belangrijk onderdeel van het H2-Corridor-project van de Franse regio Occitanië, dat is gericht op het verduurzamen van het goederen- en personenvervoer. Occitanië stelt € 5,9 miljoen ter beschikking om de oprichting van de site te ondersteunen, waarvan € 4,1 miljoen als lening en € 1,89 miljoen in de vorm van subsidies. De locatie van Lhyfe Occitanië krijgt een capaciteit van twee ton groene en hernieuwbare waterstof per dag. Dit is gelijk aan een opwekkingscapaciteit van 5 MW. De productielocatie is modulair opschaalbaar.
De Occitanië H2 Corridor maakt deel uit van een groter Noord-Zuid-Europees waterstofproject, dat tot doel heeft het goederen- en personenvervoer op de as tussen de Middellandse Zee en de Noordzee koolstofarm te maken.
Het doel van de regio voor de Occitanië H2 Corridor is om tegen eind 2024 twee installaties voor de productie van hernieuwbare waterstof te hebben, goed voor een totale productie van zes ton per dag. Er moeten zeven waterstoftankstations gebouwd worden die tussen de 600 en 1 200 kg per dag kunnen leveren aan 40 vrachtwagens op waterstof, 62 koelopleggers/-units en 15 regionale streekbussen.
Carole Delga, President, Region of Occitanië is blij met de start van de werkzaamheden: “Groene waterstof tot een van de energieën van de toekomst. Vandaag de dag is zware mobiliteit een van de grootste uitdagingen van de energietransitie. Daarom heeft het gewest het project Occitanië H2 Corridor opgestart, waarbij industrie en mobiliteit op Europees niveau worden geïntegreerd. Ik ben er trots op dat dit project hier in Occitanië wordt ontwikkeld en dat Lhyfe bijdraagt aan decarbonisatie van onze streek.”
De nieuwe fabriek van Lhyfe in zuidwest Frankrijk moet eind 2023 operationeel zijn.
Lees ook: siemens-heeft-veel-vertrouwen-in-waterstoftreinen-maar-starten-is-moeilijk

Volle zalen bij de lezingen over waterstof van Waterstof Magazine

KLIK HIER voor een boeiend en inspirerend verhaal over de weg naar emissievrij.

Japan: nieuwe topman van Toyota blijft investeren in waterstof-technologie
Onder de nieuwe Toyota-baas Koji Sato gaat de Japanse autofabrikant Toyota zich steeds meer op batterij-elektrische auto's richten, maar ook waterstoftechnologie blijft een van de speerpunten. Sato wil op het gebied van waterstof vooral breed gaan samenwerken met partners die waterstof produceren, transporteren en verbruiken. De focus ligt op het uitbreiden van de waterstofinfrastructuur en het uitbreiden van industrieën die de brandstof gebruiken. "We willen ervoor zorgen dat waterstof een haalbare optie blijft", aldus Sato.
Koij Sato zal vanaf april de grootste autofabrikant ter wereld leiden. Hij wil de groep meer focussen op batterij-elektrische auto's, maar houdt met meerdere technologieën vast aan Toyota's eerdere strategie. Het bedrijf blijft op grote schaal inzetten op hybride auto's, vergezeld van een offensief met puur elektrische voertuigen en de uitbreiding van de waterstofactiviteiten.
Sato wilde niet in detail ingaan op de doelen met waterstof. "We hebben op dit moment geen specifiek zakelijk doel". Van de waterstofauto Toyota Mirai heeft het bedrijf tot nu toe 22.000 exemplaren verkocht.
Foto: Het Japanse Kumamoto Ziekenhuis en Toyota Motor Corporation hebben de afgelopen jaren succesvol een ambulance op waterstof ontwikkeld. De brandstofcel in het voertuig kan ook stroom leveren aan apparaten in de omgeving.
Lees ook: transporteur-samskip-koopt-eerste-twee-containerschepen-op-waterstof

Nederland: nieuwe kansen voor doelgroepen-vervoer op waterstof in Den Haag
De gemeenteraad in Den Haag heeft gisteravond (donderdagavond) een motie aangenomen waarin zij het college verzoekt waterstof opnieuw toe te laten bij het vervoer van doelgroepen. De afgelopen jaren werd daarvoor de grootste waterstofvloot van Nederland ingezet. In en rond de hofstad reden meer dan vijftig taxi’s op waterstof. Bij de nieuwe aanbesteding kwam het college met de mededeling dat waterstof niet emissievrij is, omdat er veelvuldig grijze waterstof gebruikt wordt. Batterij-elektrisch was volgens de toenmalige wethouder milieuvriendelijker.
Na hevige protesten en een lobby-campagne van het H2Platform, OR (Orange Gas), waterstofpompstationhouder Kerkhof en de Stichting Bevordering Waterstofinfrastructuur (i.o.) wordt er opnieuw naar de keuze gekeken. Gisteravond heeft de gemeenteraad van Den Haag een motie aangenomen waarin zij het college verzoekt waterstof wederom in de aanbesteding doelgroepenvervoer te overwegen.
De inzet van waterstof bij de CO2-vrije energievoorziening in Nederland is zeer actueel nu deze week is gebleken dat de stroomvoorziening in steeds groteren delen van het land tegen zijn grenzen aanloopt. Dit wordt mede veroorzaakt door de vele oplaadpalen voor elektrische voertuigen die veel stroom vragen. Grote tankstations langs de snelweg die in de toekomst de complete fossiele energiestroom willen vervangen door elektriciteit hebben straks een 25MW elektriciteitsaansluiting nodig.

Verenigd Koninkrijk: Enapter wint Earthshot Prize van ZKH prins William
Het Duits, Thais en Italiaanse waterstofbedrijf Enapter heeft gisteravond in Londen de Earthshot Prize gewonnen. De milieuprijs, een initiatief van ZKH Prins William en The Royal Foundation, heeft tot doel de wereldwijde zoektocht naar de meest inspirerende en innovatieve oplossingen voor de grootste milieu-uitdagingen te stimuleren. In totaal vijf projecten over de hele wereld vielen in de prijzen. Prins William en zijn vrouw Catherine waren aanwezig, net als tal van beroemdheden als voetballer Mo Salah van Liverpool, actrice Emma Thompson en David Oyelowo. Er waren optredens van Coldplay, Yemi Alade, Shawn Mendes en Ed Sheeran. De ceremonie vond plaats in het Alexandra Palace. Enapter ging naar huis met 1,2 miljoen Euro.
Enapter Mede-oprichter Vaitea Cowan (foto rechts) was bij het bekendmaken van de shortlist, medio september, al zeer verrast. "We zijn dolgelukkig om erkend te worden door de EarthShot-prijs. De steun die we krijgen bij het opschalen van de productie van onze AEM-elektrolysers voor groene waterstof zal ons in staat stellen een nog grotere rol te spelen in het groene proces. Onze missie is om groene waterstof voor iedereen betaalbaar en toegankelijk te maken door de kosten van AEM-waterelektrolyse te verlagen zodat waterstof kan concurreren met fossiele brandstoffen.”
“Onze elektrolysers zijn compacte modules die probleemloos geschakeld kunnen worden om op elke schaal groene waterstof te produceren. Ze zijn eenvoudig te installeren en, belangrijker nog, ze zijn gestandaardiseerd. Deze standaardisatie maakt ze perfect geschikt voor massaproductie, wat schaalvoordelen zal creëren om de kosten van elektrolysers enorm te verlagen en zijn daarmee toegankelijk voor iedere investeerder.”
Enapter bouwt momenteel een campus bij de Duitse stad Münster waar over twee jaar 10-duizend compacte elektrolysers per maand kunnen worden geproduceerd, schreef Waterstof Magazine eerder.

Nederland: HyDelta versnelt onderzoek naar waterstof-toepassingen
Deze week is HyDelta, een Nederlands onderzoeksprogramma gericht op het veilig inpassen van waterstof in de bestaande infrastructuur voor gastransport en distributie, officieel van start gegaan. De verschillende partners willen barrières voor innovatieve waterstofprojecten wegnemen. Het project loopt tot januari 2022 met een eventuele uitloop naar april. Innovaties die het dichtst bij markintroductie zijn worden als eerste aangepakt.
Veel partijen lopen bij de ontwikkeling in praktijk aan tegen obstakels op het terrein van vergunningen, infrastructuur of veiligheidsvoorschriften. Hierdoor komen innovatieve projecten niet van de grond of er treedt vertraging op. Het HyDelta-programma wil deze obstakels inventariseren en bezwaren wegnemen door vraagstukken te onderzoeken. De verschillende partijen binnen HyDelta richten zich op de financiering, het onderzoek en de uitvoering. De financiering wordt geregeld door de Gasunie, Netbeheer NL en TKI Nieuw Gas. Voor onderzoek en uitvoering zijn DNV GL, Kiwa, TNO en de New Energy Coalition aangesloten. Deze laatste partij zal ook als coördinator optreden.
Geselecteerde onderwerpen zijn: technische aanpassingen in het aardgasnetwerk, veiligheid bij gebruik, metering van waterstof, geur en zichtbaarheid, standaardisering/normering, ontwikkelen van educatietrajecten, de werking van bijmengverplichtingen en de economie van de waterstofwaardeketen. Voor al deze onderwerpen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij, of voortgeborduurd op, lopende en geplande internationale onderzoeken en initiatieven.
‘Dit programma is de wegbereider naar de daadwerkelijke toepassing van groene waterstof in de praktijk. Deze stap is noodzakelijk en dringend, om de vele innovaties die zich nu ontwikkelen, te kunnen versnellen en verder te brengen,’ aldus Jörg Gigler van TKI Nieuw Gas, onderdeel van de Topsector Energie.
Ondanks de vele initiatieven bevindt de ontwikkeling van een waterstofeconomie zich nog in een beginfase. Zo staan nog talloze vragen open, variërend van technische vragen rond de productie en de inpasbaarheid van waterstof in het transport- en opslagsysteem, tot vragen rond de economische en juridische aspecten ervan. HyDelta wil deze vraagstukken oplossen.

Gesprekken in Brussel over Portugees-Nederlandse waterstoffabriek
In Brussel hebben politieke leiders en hoge ambtenaren uit Portugal en Nederland verder gesproken over de realisatie van een enorme waterstoffabriek in Sines. Nabij deze Portugese havenplaats moeten grote zonnevelden komen met miljoenen zonnepanelen voor de productie van groene waterstof. Onder andere de Nederlandse Waterstofgezant Noé van Hulst en Bart Biebuyck, executive director van Fuel Cells and Hydrogen joint undertaking, zitten aan de overlegtafel. ‘We doen echter geen mededelingen over welke bedrijven bij dit initiatief betrokken zijn, dat laten we aan de bedrijven zelf over,’ meldt Van Hulst aan Waterstof Magazine
‘Het doel van de gesprekken in Brussel was om te praten over de vervolgstappen en de wijze waarop dit plan zou kunnen passen binnen de regels van de Europese Unie. Maar het is op dit moment te vroeg om daarover meer te zeggen,' aldus Van Hulst, die daar nog wel aan toevoegt dat een groep bedrijven in Portugal en Nederland al geruime tijd samengewerkt aan het creëren van een waardeketen en handelsroute. De beide regeringen hebben het initiatief verwelkomd.
‘Nederland beschouwt groene waterstof als een noodzakelijke aanvulling op elektrificatie en energie-efficiëntie met het oog op het bereiken van de afgesproken klimaatdoelen voor 2050,’ zegt van Hulst. ‘Onze berekeningen tonen echter aan dat we enorme hoeveelheden waterstof nodig hebben om te verduurzamen. En dan hebben we het over hoeveelheden die onze eigen binnenlandse productiecapaciteit de komende 10 jaar zullen overtreffen, vandaar onze belangstelling voor import,’ laat Van Hulst aan onze redactie weten. De Portugese Minister van Milieu João Matos Fernandes zegt in de media in Portugal dat het plan voor de waterstoffabriek in Sines in april zal worden ingediend. Hij garandeert dat het Portugese bedrijven het project zullen ontwerpen en bouwen.
Na afloop van de gesprekken in Brussel plaatste de Portugese staatssecretaris van Energie João Galamba de bovenstaande foto op social media. Hij staat voor de banier, met rechts naast hem Noé van Hulst en links Bart Biebuyck.

Feestelijke opening van de eerste waterstofwoning van Nederland
Onder grote belangstelling is woensdagmorgen in Stad aan ’t Haringvliet de eerste waterstofwoning van Nederland officieel geopend. Het hart van het waterstofsysteem is een Solenco Powerbox met een Italiaans design die is opgesteld in de garage. In de Powerbox zit een brandstofcel gecombineerd met een elektrolyser. Deze wordt gebruikt om van stroom -uit de 30 zonnepanelen op het dak- waterstof te maken en op een later tijdstip van dit waterstof weer stroom. De waterstofopslag bevindt zich in de tuin. In een grijze metalen kast ligt in 24 cilinders onder 30 bar maximaal 1200 liter waterstof opgeslagen. Waterstof Magazine was ter plaatse. Meer informatie over dit innovatieve project vindt u hier.