Wat is beter: een bus op waterstof of liever een accu?
ACHTERGRONDEN
Overal op de wereld schakelen landen over naar bussen op waterstof voor openbaar vervoer. Dit biedt direct voordelen: geen CO2-uitstoot en aanzienlijk minder fijnstof. Maar deze voordelen bieden bussen op een accu toch ook? Hoofdredacteur Paul Bombeld van Waterstof Magazine heeft zich verdiept in de voor- en nadelen van accu’s versus waterstof.
Waarom wordt er nu massaal gekeken naar waterstof voertuigen?
‘Laten we eerst duidelijk zijn over elektriciteit. Voertuigen op waterstof en voertuigen met een accu zijn allebei elektrisch. Alleen neemt het ene voertuig de energie mee in de vorm van waterstof en maakt daarvan tijdens het rijden elektriciteit en het andere voertuig haalt de stroom uit een accu die eerder is opgeladen.
Voor zware voertuigen is een batterij niet echt geschikt, de batterij is veel te snel leeg. Bij een bus met accu’s is het ook een kwestie van keuzes maken. Of minder accu’s, minder ver rijden of minder passagiers mee. Nu het einde van fossiele brandstoffen nadert moet er bij vervoersbedrijven opnieuw worden geïnvesteerd. Vandaar deze discussie over waterstof of batterijen.’
Kan de keuze met cijfers worden onderbouwd?
‘Jazeker, een bus met een brandstofcel kan tegenwoordig zeker 400 km rijden op een tankvulling. Een bus op batterijen ruim 150 km. Op korte routes of voor vervoer in de binnenstad gaat dat nog wel. Maar bij grotere afstanden in de regio ontstaan gedurende de dag problemen. En het tanken maakt ook een verschil. 10 minuten versus enkele uren. Tijd is geld in de transportwereld. En dan spelen de verschillende seizoenen ook nog een rol. Bij koud weer gaan batterijen nóg minder lang mee. Het voertuig moet verwarmd worden en dat gaat ten koste van de actieradius. Bij een voertuig op waterstof wordt de warmte gewoon afgetapt van de brandstofcel. Dit kost nauwelijks rijbereik.’
Waarom speelt subsidie nog steeds een grote rol?
‘Bussen en vrachtauto’s met een brandstofcel zijn aanzienlijk duurder dan voertuigen op fossiele brandstoffen. Daarom lopen er in Europa meerdere subsidieregelingen. Twee daarvan zijn Jive en Jive2. In het potje van Jive zitten 140 gesubsidieerde bussen die bijna allemaal hun weg naar grote steden in Europa hebben gevonden. Jive2 gaat nu van start. De eerste subsidie-aanvragen komen binnen.’
Speelt de laad-infrastructuur ook nog een rol?
‘Jazeker, hier zijn voertuigen met accu’s in het voordeel. Een laadpaal neerzetten is aanzienlijk goedkoper dan een waterstoftankstation. De stroom komt via een kabel op binnen en een waterstoftankstation moet worden bevoorraad. Pas als er vele tientallen voertuigen rondrijden kan een omslagpunt worden bereikt. De kosten van het waterstoftankstation kunnen worden verdeeld onder meerdere voertuigen. Bij het grootschalig opladen van accu-voertuigen ontstaan dan praktische problemen. De kabels in de straat kunnen de stoomvraag niet aan. En als we nog een stapje verder gaan hebben we een compleet nieuw stroomnet nodig.’
Welke brandstof is groener, waterstof of elektriciteit?
‘In de beleving van de meeste consumenten is elektriciteit groen. Velen van ons zien immers dagelijks de zonneparken en windmolens langs de snelwegen. De realiteit is dat nog geen 5% van de Nederlandse energie wordt opgewekt met zonnepanelen en windmolens. De meeste stroom komt hier nog gewoon uit de kolen- en gascentrales.
Maar ook waterstof is lang niet altijd groen. Het omzetten van groene stroom naar waterstof levert een flink energieverlies op. Het is beter om deze stroom direct op het net te zetten. Pas als er een groene stroom-overschot is, is het verstandig hier waterstof van te maken. Dus op korte termijn praten we hoofdzakelijk over grijze waterstof. Maar we bouwen wel een infrastructuur op om over een aantal jaren snel te kunnen overschakelen op groen.’
Vlak over de grens in het Duitse Keulen rijden al bussen op waterstof. Wat is daar de ervaring.
‘Het plaatselijke busbedrijf Regional Verkehr Köln (RVK) is zeer tevreden over de eerste serie voertuigen. En ook de chauffeurs die er dagelijks mee rijden zijn positief. De kinderziektes van het begin zijn allemaal opgelost. Keulen heeft inmiddels handig gebruik gemaakt van de Europese subsidiepot Jive en heeft nog eens 30 nieuwe bussen op waterstof besteld.’
Toch zijn er nog maar weinig busfabrikanten die voertuigen op waterstof leveren.
‘Weinig valt nog wel mee. Solaris uit Polen en Van Hool uit België zijn de grootste busfabrikanten met voertuigen met een brandstofcel. Daarnaast zijn er nog kleinere fabrikanten als Ebe uit Polen en Wrightbus uit Engeland. Caetano uit Portugal komt later dit jaar met een H2-bus. Tot mijn grote verbazing laten busbouwers uit Duitsland het afweten. EvoBus, een volle dochter van Daimler AG en Man Truck & Bus hullen zich in stilzwijgen. Verbazingwekkend. Buiten Europa timmert Toyota met waterstofbussen aan de weg, net als meerdere busfabrikanten in China.’